Samenvatting Stellingen Finance is fun! UITGEWERKT
137 views 3 purchases
Course
Introductie tot financieel management (YB1097)
Institution
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Bij deze zijn de stellingen uitgewerkt, met een beknopte informatie rond deze stellingen, om zo een inzicht te krijgen waarom het juist wel of niet waar is. Door dit intestuderen was ik namelijk geslaagd voor het vak!!!!
Reminder; Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Elektronisch verspr...
De aandeelhouders beslissen over wat er met de winst gebeurt. (p. 11)
Waar -> Hierover wordt jaarlijks beslist in de AV.
Een bedrijf dat verlies maakt, gaat failliet. (p. 15)
Niet waar -> Zolang deze negatieve interne middelen door externe geldstromen (eigen
vermogen of schulden) worden gecompenseerd, zijn er geen cashproblemen en gaat het
bedrijf niet failliet.
Een aandeelhouder kan het geld dat hij investeerde terugeisen. (p. 11)
Niet waar -> Wil hij zijn geld terug, dan zal hij iemand moeten vinden die zijn aandelen wil
kopen.
Niet alle uitgaven zijn kosten (p. 17)
Waar -> Uitgaven op KT zijn kosten of opex. Uitgaven op LT noemen we investeringen of
capex.
Een balans is altijd in evenwicht (p. 20)
Waar -> Actief = Passief, evenwicht is gerespecteerd
Een bedrijf met veel kapitaal heeft geld (p. 21)
Niet waar -> Het kapitaal op het passief vertelt enkel hoeveel geld er ooit van de
aandeelhouders kwam. Het zegt niets over de hoeveelheid cash die een bedrijf al dan niet
heeft.
Een bedrijf met veel reserves heeft veel geld (p.24)
Niet waar -> Reserves zeggen niets over de aanwezigheid van cash.
Voor sommige schulden betaal je geen interest (p.26)
Waar -> Zolang de onderneming de factuur niet betaalt, gebruikt ze het geld van de
leverancier om haar bedrijfsactiviteiten te financieren. De leverancier is dus een
investeerder. Een sympathieke investeerder bovendien, want het bedrijf hoeft GEEN
INTEREST TE BETALEN. De leverancier geeft je een gratis lening.
Er zijn bedrijven die geen kantoor, gebouwen, computer of machines hebben. (p.30)
Waar -> Op sommige balansen staat er niets bij de materiële vaste activa. Dit betekent niet
dat er niets is. Alles wordt gewoon gehuurd of geleased.
De meeste bedrijven geven gratis leningen (p.31)
Waar -> Wanneer een bedrijf producten of diensten verkoopt, ontvangt de klant hiervoor
vaak een factuur. Die factuur hoeft niet onmiddellijk betaald te worden. Dat is goed nieuws
voor de klant, want die krijgt zo een gratis lening.
Een bedrijf met veel cash zal niet snel cashproblemen hebben (p. 33)
Niet waar -> Je kunt vandaag wel veel cash hebben, maar dat zegt niet over morgen.
, Een bedrijf met veel activa is een gezond bedrijf (p.39)
Niet waar
Wil je de gezondheid van een bedrijf analyseren, kijk dan eerst naar het intern eigen vermogen (p.40)
Waar -> De 1ste balanspost die je moet nakijken om te zien of een bedrijf gezond is, is het
intern eigen vermogen.
Solvabiliteit is een ratio die overal op dezelfde manier wordt berekend (p.46)
Niet waar -> Mocht je ooit met ratio’s gaan werken, dan moet je weten dat ratio’s geen
wereldwijde definities kennen.
Een bedrijf met een hoge solvabiliteit is een gezond bedrijf (p. 51)
Niet waar -> Een zeer hoge solvabiliteit betekent dat een bedrijf voor het grootste deel door
de aandeelhouder wordt gefinancierd, zoals gezegd een dure vogel. De hoge vergoeding die
een aandeelhouder verwacht, kan een grote druk leggen op het bedrijf.
Bedrijfswinst = winst van het bedrijf (p. 64)
Niet waar -> Het bedrijfsresultaat geeft dus een belangrijk deel, maar niet de totale activiteit
weer. Voor het berekenen van de winst moeten ook het financieel en uitzonderlijke resultaat
meegeteld worden.
Als een bedrijf zijn producten verkoopt, krijgt het cash geld binnen (p. 64)
Niet waar -> verkopen = facturen sturen, betalingsuitstel
Om de kosten te kennen van de personen die voor een bedrijf werken, kijk je naar de lonen. (p.67)
Niet waar -> Het loon van het eigen personeel vinden we bij de lonen. De KOSTEN van
onderaannemers vind je niet bij de lonen maar bij de kosten van de diensten.
Afschrijven betekent geld opzij leggen voor toekomstige investeringen (p. 67)
Niet waar -> Afschrijven en sparen hebben echter niets met elkaar te maken. Afschrijvingen
zijn een toepassing van een belangrijk principe dat we al eerder zagen, de eenheid van
boekjaar.
Boekwaarde = marktwaarde (p.68)
Niet waar -> De boekwaarde van een actief zegt niets over de marktwaarde,
gebruikerswaarde.
Dividenden zijn financiële kosten (p. 74)
Niet waar -> De dividenden die het bedrijf uitbetaalt, vinden we echter niet onder de
financiële kosten. Dividenden kunnen pas uitbetaald worden als er winst overblijft na
betaling van de belastingen.
Het uitzonderlijk resultaat is meestal een klein bedrag (p. 76)
Waar -> Het uitzonderlijk resultaat is meestal slechts een klein deel van de winst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller captainjacksparrow. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.