Mogelijke examenvragen aansprakelijkheidsrecht
en -verzekeringen
Examenvragen van de voorbije jaren door Johan Verhaege.
1. Gemeenschappelijk motorwaarborgfonds
Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds Auto werd opgericht in 1957 om rekening te
houden met de wettelijke verplichtingen inzake het vergoeden van de schade die werd
veroorzaakt door motorrijtuigen. Het Fonds heeft drie basisopdrachten:
Informatie verschaffen aan benadeelde personen
Onderzoek naar niet verzekerde voertuigen
Schadevergoeding van in de door de wet bepaalde gevallen
Iedereen die betrokken is bij een verkeersongeval en zijn rechthebbenden kunnen informatie
vragen aan het Fonds. Het Fonds bezorgt de naam en het adres van de
verzekeringsonderneming, het nummer van de verzekeringspolis en de naam en het adres van de
eigenaar of de gebruikelijke bestuurder of de houder van het motorrijtuig.
Het Fonds gaat na in welke mate voertuigen verzekerd zijn. Als het Fonds vaststelt dat een
voertuig niet geldig verzekerd is, stuurt zij een brief naar de titularis van het voertuig. Als daar
geen antwoord kan worden op gegeven of er wordt gemeld dat er geen verzekering is wordt het
dossier overgemaakt aan het Openbaar Ministerie voor verder strafrechtelijk onderzoek.
In welk gevallen heeft het Fonds een vergoedingsopdracht ?
- Insolvabiliteit van de verzekeraar
- Toevallig feit
- Diefstal
- Uitblijven van een gemotiveerd antwoord van de verzekeraar BA-auto
- Niet-identificatie
- Niet-verzekering
Aangiftetermijn
Het slachtoffer moet het Fonds aanspreken binnen de vijf jaren na datum van het ongeval.
Eénmaal deze termijn voorbij mag het Fonds de tegemoetkoming weigeren. Wanneer uit een
gerechtelijke procedure of strafonderzoek naar behoren blijkt dat het ongeval te wijten is aan
een toevallig feit, begint de termijn van vijf jaren te lopen vanaf de dag volgend op die waarop de
benadeelde daarvan kennis kreeg.
Verhaalsrecht van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds
Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds treedt, na vergoeding, in de rechten van de
benadeelde tegen de aansprakelijke personen. In de praktijk oefent het Fonds dit verhaalsrecht
vooral uit als het de benadeelden heeft vergoed ingevolge een ongeval waarin een niet-
verzekerd of gestolen voertuig betrokken was. Het Fonds kan het verhaal maar uitoefenen ten
belope van het bedrag waarvoor de aansprakelijke zou gehouden zijn als hij correct verzekerd
zou zijn geweest (zie verder bij het verhaalsrecht van de verzekeraar).
, 2. Objectiviteitsclausule
De verzekeraar heeft het recht om de dekking in rechtsbijstand te weigeren als hij van oordeel is
dat de aanspraken van de verzekerde niet gegrond of niet redelijk zijn, de verzekerde over
onvoldoende bewijsmiddelen beschikt of de zaak reeds verjaard is. De verzekeraar deelt zijn
standpunt mee aan de verzekerde. Telkens als er zich een verschil van mening voordoet over
de regeling van een schadegeval moet de verzekeraar aan de verzekerde meedelen dat deze
laatste de mogelijkheid heeft om de objectiviteitsclausule in te roepen.
Als hieruit een meningsverschil ontstaat tussen de verzekerde en de verzekeraar over de
gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van een schadegeval kan de verzekerde
zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen een advies
vragen aan de advocaat die zich met de zaak bezighoudt of aan advocaat van zijn vrije keuze.
Als de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de verzekeraar,
ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden zijn dekking te verlenen met inbegrip van
de kosten en de honoraria van de raadpleging.
Als deze advocaat het standpunt van de verzekeraar bevestigt, zal de verzekeraar zijn
tussenkomst stopzetten, nadat zij de ½ van de kosten en honoraria van deze raadpleging heeft
terugbetaald. Als de verzekerde in dat geval op zijn kosten een procedure begint en een beter
resultaat bekomt dan wat hij zou bekomen hebben als hij het standpunt van de verzekeraar en
dat van de advocaat zou hebben gevolgd, verleent de verzekeraar toch dekking en betaalt zij de
kosten en de honoraria terug, met inbegrip van de kosten en de honoraria van de raadpleging.
3. Dwangsom
De rechter kan op vordering van één der partijen, de wederpartij veroordelen tot betaling van
een geldsom, dwangsom genoemd, voor het geval dat aan de hoofdveroordeling niet wordt
voldaan en onverminderd het recht om schadevergoeding te vragen indien daartoe gronden zijn.
Bij contracten bestaat de veroordeling doorgaans in een gebod of een verbod, waarbij de
dwangsom wordt gebruikt om de naleving ervan af te dwingen. De dwangsom is dus een
dwangmiddel om de uitvoering van de rechterlijke beslissing te bekomen. Zij kan ook worden
opgelegd aan de overheid. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een
veroordeling tot betaling van een geldsom, noch ten aanzien van de vorderingen ter zake van de
nakoming van arbeidsovereenkomsten.
De rechter bepaalt de modaliteiten rond de dwangsom.
4. Schade ex haerde
Dit is de morele schade geleden door het slachtoffer tussen het ogenblik van het schadegeval en
het overlijden. Voor het aanvaarden van deze schade is het bewijs van een bewuste leed van het
slachtoffer absoluut vereist.
Als het slachtoffer wél bewust de pijnen en smarten ervaart, wordt bij de begroting van de
schade ex haerede niet alleen rekening gehouden met de duur van het bewuste leed maar ook
met de intensiteit van het lijden.
Indien het slachtoffer na het ongeval onmiddellijk in coma belandde, en op die manier het lijden
niet bewust heeft meegemaakt, wordt er geen schade ex haerde toegekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentInGent1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.44. You're not tied to anything after your purchase.