Hoofdstuk 1
inleiding
‘’La fixeté du milieu intérieur est la condition de la vie libre’’
THEMA 1 ; DE CELTHEORIE
Levend organisme = opgebouwd uit meerdere cellen.
Cel = primaire bouwsteen van levende organismen
Homeostase = geheel aan processen dat de omstandigheden in het lichaam zo constant
mogelijk houdt, om cellen zo optimaal mogelijk te laten presteren.
Compartimentalisatie
1. Intracellulaire omgeving (cellen zelf)
2. Inter extracellulaire omgeving (bloed & weefselvocht)
3. Externe omgeving / uitwisselingssystemen
Bloed buffert warmte en o.a. de zoutconcentratie van cellen.
Conformatie - regulatie
Vb. vis in water met een zoutconcentratie
Conformer : Als zoutconcentratie in water verandert, verandert de zoutconcentratie in het
interne milieu mee. → Ongewervelde dieren
Regulator : Probeert interne zoutconcentratie zo constant mogelijk te houden, desondanks
de externe zoutconcentratie die veranderd. → Gewervelde dieren als vissen, amfibieën,
reptielen.
Rode lijn = Concentraties waarin een organisme
overleeft.
De rol van water
Water kan H-bruggen vormen
Densiteit = dichtheid is de massa van een stof per
volume-eenheid.
Water heeft een unieke temperatuursafhankelijkheid van densiteit
- Water van 4℃ is het zwaarst → Grootste densiteit
- Water van ≤ 0℃ is lichter dan vloeibaar water → Kleinere densiteit
Water :
- hoge oppervlaktespanning
- goed solvent → Er kunnen goed stoffen in oplossen
- hoge soortelijke warmte → Het kan veel warmte opnemen voordat het zelf in
temperatuur stijgt (er is veel energie nodig voor het opwarmen
- Lage viscositeit
Onverzadigd vetzuur = membraan is meer vloeibaar en soepel.
Verzadigd vetzuur = membraan is heel strak gestapeld.
Membranen zijn doorlaatbaar voor apolaire stoffen
- Polair = Grote ΔE.N. → water
- Apolair = Kleine ΔE.N. → Slecht oplosbaar in water
Permeabiliteit (doorlaatbaarheid)
Afhankelijk van : Grootte, (a)polariteit, lipofiel/hydrofoob, temperatuur
- Lipofiel = Hydrofoob
- Lipofoob = Hydrofiel
Transportsystemen van membranen
Apolaire stoffen diffunderen passief naar interne cel
Water doet passief osmose
gefaciliteerde diffusie = bedoeld om polaire stoffen toch over het membraan te kunnen
transporteren. Er is een proteïne die een polair milieu creëert om polaire stoffen te laten
diffunderen.
Primair actief transport :
Natrium/Kalium-ATPase = Transporteert natrium naar buiten en kalium naar binnen en
verbruikt daarbij ATP.
Membraanpotentiaal = een ladingsverschil bij het membraan,
- rustmembraanpotentiaal is -50 tot -70 mV
Er lekt kalium naar buiten omdat de concentratie daar veel lager is.
- Kalium concentratie in de cel het hoogst
- Natrium concentratie buiten de cel het hoogst
2
,3
, Hoofdstuk 2 Indeling van het dierenrijk
Kenmerken komen op het examen!!
Dieren = ALTIJD meercellig
DOMEIN EUKARYA ; volledige celbouw
Protisten ; eukaryoot, eencellig
- Het zijn geen dieren, dieren zijn altijd meercellig.
- Kunnen kolonies vormen
- Kunnen zich voortbewegen
2 groepen op basis van hoe ze voeden
Bouwen organische moleculen uit anorganische moleculen m.b.v.
1. Foto-autotroof =
zonlicht.
Voeden zich van organisch materiaal van andere organismen.
2. Heterotroof =
Regnum Fungi ; eukaryoot, eencellig/meercellig
- Heterotroof
- Vaak saprofaag, soms parasitair
Regnum plantae ; eukaryoot, meercellig
- foto-autotroof
- Meestal niet mobiel
- Stevige celwanden (dieren hebben celmembranen)
- Fotosynthese
Regnum Animalia ; eukaryoot, meercellig
- Heterotroof
- Geen celwand zoals planten
- Gespecialiseerde intercellulaire verbindingen
- Autonome verplaatsing
- Specifieke weefseltypen
Grootste deel van het dierenrijk zijn insecten
Stam (phyla) van de Chordata
Hebben allemaal tijdens de ontwikkeling een notochord (weefselstreng)
Een soort = groep van populaties bestaande uit op elkaar lijkende individuen die kunnen
voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Classificatie
Regnum = rijk
Phylum = stam
Classis = klasse
Ordo = orde
Familia = familie
Genus = Geslacht
Species = soort
Monofyletische afstamming = groepen met dezelfde voorouders
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yarameijs2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.26. You're not tied to anything after your purchase.