hoofdstuk 8 gaat over hart en vaten. hierin worden circulatoire shock, atherosclerose, ischemische klachten, coronair sclerose, hypertensie en hartfalen besproken.
Klinische Pathologie: H8 hart en vaten
8.1 hart en vaten
8.1.1 Bloedsomloop/circulatie: klein en groot
Zuurstofrijk bloed is helder rood en stroomt van de longcapillairen via de linkerharthelft naar
de haarvaten in andere weefsels.
Zuurstofarm bloed is donkerrood/blauwig en stroomt vanuit de weefsels naar de
rechterharthelft naar de longen om zuurstof op te halen.
De kleine circulatie is het bloed van het hart naar de longen en weer terug. De grote circulatie
is naar de rest van de weefsels vanuit het hart.
De linkerventrikel(linkerkamer) pompt elke hartslag bloed in de arteriën(slagaders) van de
grote bloedsomloop. Vaak te voelen als pulsaties in de pols, lies en hals.
Het zuurstofarme bloed gaat via venen(aderen) naar het rechteratrium(rechterboezem).
De grote bloedsomloop wordt ook wel systemische circulatie genoemd.
Rechterventrikel heeft een dunnere wand omdat hij alleen naar de longen hoeft te pompen.
Door middel van de arteria pulmonalis(longslagader) komt het bloed in haarvaten rondom de
alveoli(longblaasjes). Zuurstofrijk bloed gaat via de longaders terug naar de linkeratrium.
Kleine bloedsomloop wordt pulmonale circulatie genoemd
Diastole/systole
De systole(bovendruk) is de fase waarin de ventrikels samentrekken. Dan gaan de aortaklep
en pulmonalisklep open omdat de druk te hoog wordt. Er komt dan een golf bloed in de
slagaders bij, hierdoor piekt de arteriële bloeddruk tijdens de systole.
Hoe groter het slagvolume hoe sterker de stijging. Bij oudere mensen stijgt de systole ook
doordat de arteriën stijver worden.
Tijdens diastole zijn de ventrikels ontspannen en vullen zich met bloed. Het bloed stroomt
erin vanuit de boezems via geopende atrioventriculaire kleppen (mitralis links en tricuspidales
,rechts). Omdat het hart niets in de slagaders pompt, maar wel bloed doorstroomt naar de
haarvaten, zakt de arteriële druk geleidelijk tijdens diastole. De laagste druk wordt gemeten
aan het eind van de diastole(onderdruk).
Prikkelvorming en prikkelgeleiding
In rusttoestand zijn cellen negatief geladen ten opzichte van de omgeving. Prikkelbare cellen
kunnen depolariseren door positieve ionen te importeren uit de omgeving. Door Na+ en Ca++
te laten instromen maakt ze minder negatief. Ze kunnen erna weer repolariseren door export
positieve ionen. Ze exporteren dan K+, hiervoor zorgt het natrium/kaliumpompje.
Depolarisatie en repolarisatie van myocard veroorzaakt kleine stroompjes. Deze activiteit van
hartspierweefsel wordt geregistreerd met elektrocardiografie
Bloeddrukregulatie
Bloeddruk wordt geregeld door een snel en langzaam systeem. Snelle bloeddrukregulatie
verloopt via baroreceptoren in de aortaboog, de hals, de hersenstam en het orthosympatisch
zenuwstelsel. Zodra baroreceptoren de bloeddruk meten geven ze dat door aan de hersenstam,
die activeert het orthosympatische zenuwstelsel, waardoor adrenaline wordt afgegeven. Zorgt
voor versnelling en vasoconstrictie in huid en buik. Baroreflex belangrijk bij acuut
bloedverlies. De rest van het bloed wordt naar vitale organen gepompt.
Bij plotselinge verhoging bloeddruk wordt dit geremd en wordt bloeddruk trager.
Nieren en bijnieren regelen de bloeddruk wat langzamer via RAAS, renine-angiotensine-
aldosteron-systeem. Zodra bloeddruk daalt stroomt er minder bloed door nieren. Deze geven
renine af dat zet angiotensine om in 1 en dan 2, wat bloeddrukverhogende effecten heeft. Het
werkt vaatvernauwend ook stimuleert de afgifte van aldosteron door bijnieren. Dit zorgt voor
natriumretentie. Circulerend volume neemt toe. RAAS is belangrijk bij dehydratie. Door
vasoconstrictie gaat bloed naar vitale organen en wordt vocht vastgehouden.
Coronaire doorbloeding
Hart krijgt zuurstof via kransslagaders. Arteria coronaria dextra stroomt bloed vooral naar de
rechterharthelft. De arteria corona sinistra brengt bloed overwegend naar de linkerharthelft.
Alleen als myocard van de linkerkamer ontspannen is, kan er bloed naartoe stromen via de
coronair arterieën.
, Grote arteriën
Arteriën (slagaders)
De linkerventrikel pompt zuurstofrijkbloed in de aorta. De klep aan het begin van de aorta
zorgt dat het bloed niet terugstroomt. Hier zitten vlak achter de coronair arteriën
(kransslagaders) die zuurstof naar de hartspier brengen. De slagaders naar de linkerarm en de
hals ontspringen direct uit de aorta.
De slagaders naar de hals links en rechts beginnen met arteria carotis communis. Ze lopen
langs het strottenhoofd omhoog en daarna splitsen ze in arteria carotis interna en arteria
carotis externa. Interna brengt bloed naar de hersenen en externa naar de rest van het hoofd.
Arterien naar de arm heten elk stukje anders:
- achter sleutelbeen: a. subclavia
- in de oksel: a axillaris
- in de bovenarm: a. brachialis
Belangrijke takken van aorta in de buik:
- truncus coeliacus
- nierslagaders
- a. mesenterica superior
arteriolen zijn kleine arteriën met een dikke spierwand, die vasoconstrictie en dilatatie
mogelijk maakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Verpleegkundestudent2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.