Handicap: komt voornamelijk uit het medische.
Beperking: ook met een beperking kun je toch de alledaagse activiteiten uit voeren
(koken, eten, naar de winkel gaan, ook al zit je in een rolstoel. Wat moeilijker gaat is
mobiliteit, iets nemen dat hoog gelegen ligt,…)
1.1 Verschuiving van de visie op handicap en beperkingen
1.1.1 Een stukje geschiedenis (niet kennen)
• = wedstrijd waarbij je kunt winnen of verliezen (vanaf 1653)
• 1915: foto van een ‘handicapped child’
• Evolutie in taalgebruik:
– Gebrekkigen naar andersvaliden.
– 1987: gehandicapten werd de officiële verzamelnaam
– Laatste jaren: personen met een handicap of persoon met een beperking of een
functioneringsprobleem.
• Interactie met de omgeving staat meer op de voorgrond: handicapsituaties
1.1.2 Definiëring (niet kennen)
• Vlaams Fonds: Handicap: ‘Elke langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot
sociale integratie (= de persoon moet zich aanpassen aan de maatschappij) van een
persoon ten gevolge van een aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of
zintuiglijke mogelijkheden.’
• VAPH op basis van definitie WHO: Handicap: ‘Elk langdurig en belangrijk
participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen
functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard,
beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren’.
1.2 Verschillende modellen in het denken over handicap
• Het religieus-moreel model
– Handicap is een straf voor zonde
– Isolatie
– Werden opgesloten in kerkers (gevangenissen in de Middeleeuwen)
• Het medisch model
– Beperking is gebonden aan het individu: disfunctioneren in de samenleving
– Integratie
Pagina !1 van 36
!
,• Het sociaal model
– Handicap wordt veroorzaakt door de samenleving
– Inclusie (gelijkwaardigheid)
– Gaat er vanuit dat je een beperking hebt en dat je kunt functioneren in de
maatschappij. Indien je niet kunt functioneren in de maatschappij, moet de
maatschappij veranderen en niet de persoon met een beperking (=inclusie)
• Het handicap-creatiemodel !!
– Handicapsituatie: belemmering van de levensgewoonten door de interactie
persoon – omgeving
– Handicap is bijgevolg een dynamisch concept
Pagina !2 van 36
!
,Casus Hendrick
Persoonlijkheid
- hij is een doorzetter
Organische systemen
- hij wil zijn armen blijven gebruiken
Beperking
- zijn aandoening MS (krachtverlies in armen en benen)
Omgevingsfactoren
Micro
- zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen
- zijn kinesist, buren, thuisverpleging
- de mensen die de hulpmiddelen verstrekt hebben
- zijn vrienden
- aangepast appartement
- til hulp en tillift
- rolstoel
Sociale rollen
- opa
- papa
- man / echtgenoot
- voetbalsupporter, vriend, buurman
Interactie
- persoonlijke verzorging voor hij gaat slapen (hij moet beroep doen op zijn
vrouw om hem te helpen)
- zelfstandig in bed kruipen (met behulp van de tillift)
- tijdens een maaltijd situatie of verplaatsing doorheen het huis is er geen
sprake van een beperking (want dit kan hij nog zelfstandig)
- hij kan nog naar de voetbal gaan samen met zijn vrienden
Pagina !3 van 36
!
, 2. Participatie in de samenleving
2.1 Participatie: begripsomschrijving
• Participatie: ‘a person’s involvement in life situations’, d.i.
– delen in
– deel uitmaken van
– betrokken zijn bij een levensgebied
– geaccepteerd zijn of
– toegang hebben tot bepaalde levensbehoeften
• OF Participatie: ‘een persoonlijke ervaring van betrokkenheid in een levenssituatie,
door activiteiten uit te voeren en / of deel uit te maken van de context’
Individueel Collectief
Financieel- Inkomen, kennis en Welvaart (bedoeld in termen van
economisch / vaardigheden het BNP), continuïteit van
instrumenteel diensten en voorzieningen
2.1.1 Volwaardige participatie
• Belangrijke factoren voor volwaardige participatie:
– Kansenstructuur (je moet de kans krijgen om te laten zien waarin je goed bent)
– Aanwezigheid van individuele en collectieve hulpbronnen of kapitaal
– Mate van in – of uitsluiting (subjectieve beleving, in welke mate voel ik me
betrokken?)
• Opletten voor kwetsbaarheid (sterk individueel verschillend)
Als die 3 factoren aanwezig zijn —> dan pas kunnen we spreken van volwaardige
participatie
2.1.2 Sociale participatie
• ‘op een actieve en constructieve manier deelnemen aan informele en formele
verbanden, waardoor iemand een bijdrage kan leveren aan de samenleving.’
• ‘Sociale participatie vereist een bepaalde mate van sociale competentie’
• Wisselwerking tussen sociale participatie en sociale competentie.
Formeel en informeel contact
Pagina !4 van 36
!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouckcattrysse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.