Samenvatting bevat alle theorie ooit aangeboden door de HAN. Inclusief de theorie uit het boek, oefenopgaven uit reguliere lessen + masterclasses en opgaven van meerdere oefententamens. Formulebladen met formules per onderdeel toegevoegd.
Materiële vaste activa: duurzame productiemiddelen zoals grond, gebouwen, machines en inventaris.
Je kunt het vastpakken.
Immateriële vaste activa: goodwill, extra geld betaald voor zaken die wel waarde hebben maar je niet
kunt vastpakken
Financiële activa: beleggingen in aandelen en obligaties, vermogen op termijn dat nodig is voor
vervangings- of uitbreidingsinvesteringen
Vlottende activa:
Voorraden: gerangschikt van; grondstoffen, halffabricaten, eindproducten
Debiteuren: vorderingen op afnemers
Overlopende activa: vooruitbetaalde verzekeringspremies
Beleggingen (korter dan één jaar)
Liquide middelen
Liquide middelen = positieve saldo bankrekening + contant geld in kas
Eigen vermogen: vermogen dat permanent aan de onderneming voor de financiering van activa (en verbonden
activiteiten) ter beschikking is gesteld.
Langlopend eigen vermogen (BV/NV): aandelenkapitaal & reserves;
o Agioreserve: verschil tussen het ontvangen bedrag uit een aandelenemissie en de nominale
waarde van de uitgegeven aandelen
o Winstreserve: winst die in een jaar niet wordt uitgekeerd
o Herwaardingsreserve: als waarde van activa door economische omstandigheden toeneemt
wordt dit voordeel, om het evenwicht te bewaren, op de credit als herwaardering geboekt.
Vreemd vermogen: vermogen dat tijdelijk door vermogensverschaffers aan de onderneming is verstrekt
Vreemd vermogen lange termijn: schulden (bank of derden) die niet binnen een jaar moeten worden
afgelast:
o Voorzieningen: in de toekomst verwachte tegenvaller waar nu al rekening mee gehouden
wordt, door vanuit het resultaat een bedrag toe te kennen aan de post. Op het moment dat
de tegenvaller gebeurt boek je het ten laste van de post en niet het resultaat.
Vreemd vermogen korte termijn: crediteuren, leningen die binnen jaar worden afgelost, overlopende
passiva
o Autonoom vermogen: vermogen dat door derden op basis van een financieringscontract aan
de onderneming ter beschikking is gesteld; tijdelijk ter beschikking en rentedragend
, o Geïnduceerd vermogen: automatisch door de uitvoering van een onderneming aan de
onderneming verstrekt vermogen; leverancierskrediet of belastingaanslag achteraf, korte
termijn beschikbaar vermogen
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening: overzicht van de opbrengsten en de kosten van een organisatie (stroomgrootheden &
sluitpost)
Winst = opbrengsten – kosten
Soorten opbrengsten:
Operationeel: omzet, inkoopwaarde omzet en brutowinst
Financieel: opbrengsten uit het aanhouden van onroerende goederen, effectenwaarden, vorderingen
of andere activa (vloeien niet direct uit operationele activiteiten)
Uitzonderlijk: reorganisatiekosten
Incidenteel: opbrengsten met een eenmalig karakter (verkoop gebouw)
Soorten kosten:
Inkoopwaarde omzet: grondstoffen, halffabricaten, personeelskosten (direct herleidbaar aan omzet/
directe kosten)
Algemene kosten: kosten voor realiseren omzet, zoals afschrijvingen (niet specifiek aan een deel van
de omzet/ indirecte kosten)
Interestkosten: rentekosten betaald aan de verschaffers van het vreemd vermogen
Belastingen: alle kosten die voortvloeien uit fiscale wet- en regelgeving
(inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting)
Soorten winst:
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde omzet
Winst uit operatie (EBIT): maatstaf voor operationele kosten van een onderneming vóór aftrek rente
en belasting.
Nettowinst: geld dat overblijft nadat alle kosten van een onderneming in mindering zijn gebracht.
Winstverdeling: hoe wordt de winst over de aandeelhouders van het eigen vermogen verdeeld?
Overwinst: nettowinst na aftrek belastingen en een redelijke vergoeding over het eigen vermogen en
geïnvesteerde kapitaal.
,Verkoopkosten +
Totaal algemene kosten –
Winst uit operatie (EBIT)
Interestkosten -
Nettowinst
Opbrengsten uit effecten +
Opbrengsten uit verkoop pand +
Reorganisatiekosten -
Niet operationele kosten en opbrengsten -
Bedrijfsresultaat
Belastingen -
Netto bedrijfsresultaat
Omzet: totaalbedrag van verkopen van een bedrijf in een bepaalde periode
Omzet =verkoopprijs x afzet
KASSTROOMOVERZICHT
Kasstroomoverzicht gebruiken voor:
Liquiditeit & Solvabiliteit: bepalen of de organisaties over voldoende liquide middelen beschikken om
uitgaven op korte en lange termijn te kunnen betalen.
Waardering ondernemingen: ondernemers gebruiken het overzicht om de waarde van de organisatie
te bepalen, de stromen zijn moeilijker te manipuleren dan opbrengsten en kosten.
Jaarrekening: kasstromen geven meer dan winst- en verliesrekening inzicht in de financiële
gezondheid.
Cash is King: financiële gezondheid van een organisatie niet bepalen door hoogte van winst, maar door de
kasstromen die de organisatie in- en uitgaan. Gaat om de feitelijke inkomsten en uitgaven.
Kasstroomoverzicht: inkomsten en uitgaven zijn inzichtelijk gemaakt, de veranderingen in de liquide middelen
zijn in kaart gebracht die het logisch vervolg zijn van inkomsten en uitgaven die zijn gedaan.
Liquiditeitsbegroting: ontwikkeling van de liquiditeitspositie van een organisatie, waarvan de
solvabiliteitspositie afgeleid kan worden. (in combinatie met andere balansposten)
3. EBIT (bedrijfsresultaat) berekenen: brutowinst – operationele kosten
4. Nettowinst voor belastingen: EBIT - rente
5. Belastingen berekenen: winstbelasting % van EBIT
6. Nettowinst na belasting: Nettowinst voor belastingen - belastingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RomyMaria. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.