Ik heb voor het vak Forensische Psychopathologie van de minor 'Werken in het gedwongen kader'' een visuele samenvatting gemaakt, waardoor informatie is opgedeeld in blokken en het leren makkelijker wordt. In dit document behandel ik alle stof, zowel uit het boek als uit de lessen.
Psychiatrie: Medisch specialisme Forensische psychopathologie versus Criminologie:
3Psychologie: De leer van het menselijk gedrag Forensische psychopathologie: Welke invloed heeft de psychische
Psychopathologie: De leer van psychische ziekten stoornis gehad op het plegen van het delict.
Criminologie: daderprofiel, verloop en afname van criminaliteit.
Criteria voor psychopathologie
1. Vaak extreme uitersten van normaal gedrag, gevoelens en gedachtes
2. Gedrag belemmert ernstig dagelijks functioneren
3. Het is niet zelfstandig (meer) op te lossen
Doelen van Psychopathologie Doelen Forensische Psychopathologie
➔ Aanpassen van het afwijkende gedrag ➔ Verminderen risicofactoren van het delictgedrag
➔ Leren omgaan met de afwijking ➔ Focus op gevaarsprognose en recidive
➔ Ziekte acceptatie ➔ Beschermen van de samenleving
➔ Psycho-educatie ➔ Onvrijwillig, behandelaar of justitie bepaald.
➔ Vrijwillig en vraaggericht
Verschil forensische psychopathologie met ‘normale’ psychopathologie:
1. Pathologie in combinatie met recht
2. Combinatie met hulpverlening is niet vrijwillig
3. Niet de client, maar het wettelijke kader bepaald.
Criterium ‘aanzienlijk lijden’ is aanzienlijk verlicht in verband met het eventuele gebrek aan inzicht.
Strafrecht bij Psychopathologie
Besluitvorming van de rechter
1. Inschakelen van een deskundige die belangrijk is bij een goede beoordeling van de strafzaak.
2. Waarheidsbevinding: Informatie over de verdachte als persoon en besluitvorming in kader van een maatregel.
3. Beoordeling van de wilsvrijheid en de mogelijkheden tot strafuitsluitingsgronden: toerekeningsvatbaarheid en stoornis
perspectief: Een omschrijving van dysfuncties die uit de stoornis voortvloeien en een rol spelen bij delict. Invloed van
externe factoren op wilsvrijheid (zoals: psychische overmacht en noodweer) en het ontbreken van opzet.
4. Gedragsprognose: wettelijk gevaarscriterium: Is er causaal verband tussen stoornis en delict en is er een gevaar voor
anderen? Bij voorwaardelijk kader hoeft de betekenis van de stoornis niet onderzocht te worden en geen wettelijke regeling.
5. Gedragsinterventies: TBS en plaatsing psychiatrisch ziekenhuis: Behandeling van een stoornis met specifiek gevaren kans
voor een ander of zichzelf. Ook PIJ en ISD: Maatregelen waarbij wordt ingezet op opvoeding.
➔ 1. Diagnose: ➔ 2. Doorwerking in delict: ➔ 3. Prognose: Binnen
Objectiveren: Drie minimale eisen Individualisering: Drie principes individueel de gevaarprognoses
voor een diagnose onderzoek: wordt gebruik gemaakt
psychopathologie ● Gelijktijdigheidsverband: De stoornis deed zich van r isicotaxatie
1. Duidelijk afwijkend en abnormaal voor ten tijde van het delict. instrumenten.
gedrag ● Betekenisverband: De stoornis is van invloed op
2. Dat aanzienlijk (emotioneel) lijden gedragskeuzes.
veroorzaakt ● Direct causale verband: De stoornis en het
3. Afwijkend gedrag wordt ook door delict hebben directe invloed op elkaar.
andere als afwijkend gezien. - Methode van onderzoek door het
5-G-model.
,Onderdelen van diagnostiek
➔ Gesprekken: inventarisatie van anamnese en het non-verbale gedrag
➔ Afname testen: Intelligentie, neuropsychologisch en persoonlijkheid (Big 5, PCL-R)
➔ Observatie van gedrag: groep, sport etc.
Toerekeningsvatbaarheid: ➔ Een inzicht missen (oorzaak en gevolg niet overzien, bij bijv. LVB)
In hoeverre is er correlatie tussen de ➔ Beïnvloed worden (impulscontrole-stoornis zoals bij brand of kleptomanie)
stoornis en het delict. Dit kan door: ➔ Rechtstreeks (bevelshalucinatie, paranoïde waan)
➔ Onderzoek aangevraagd door Rechter Commissaris, OvJ of cliënt zelf.
Toerekenbaarheidgaat over het delict, (On)toerekeningsvatbaarheid is een term die wordt gebruikt in het rechtssysteem.
toerekeningsvatbaarheidover de Ontoerekeningsvatbaarheid wordt behandeld in artikel 39 van het Wetboek van
persoon. Strafrecht (Sr): Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan
worden toegerekend. Ontoerekeningsvatbaarheid gaat over de beperkingen in de
wilsvrijheid als gevolg van een stoornis
Toerekeningsvatbaar Geen stoornis of geen correlatie tussen de stoornis en het delict.
Straf
Verminderd toerekeningsvatbaar Er is sprake van een ernstige stoornis met behoorlijke invloed op het delict
Straf + Maatregel
Ontoerekeningsvatbaar Delict vloeit voort uit stoornis.
Maatregel
In de rechtbank wordt soms gebruik gemaakt van gedragsdeskundigen. Dit zijn psychologen of psychiaters, soms zijn dit
getuigendeskundige van de reclassering. Zij geven aan of er sprake is van een stoornis tijdens het delict en of die stoornis heeft
doorgewerkt in het gepleegde delict
Pieter Baan Centrum(PBC) Onderzoek naar het levensverhaal, delictscenatio en
➔ 7 weken opname delictanalyse (5G’s) Gebeurtenis, gedachte, gevoel,
➔ Gesprekken, tests en observatie gedrag, gevolg. Delictgevaarlijkheid, recidivekans =
risicotaxatie.
Risicotaxatie: Gevaar van delinquent berekenen in de toekomst en in het nu met gevalideerd risicotaxatie
instrument.
Actuariële inschatting: Een risicotaxatie op grond van kansberekening, toegepast op een lijst van relevante factoren.
Klinische inschatting: Een risicotaxatie op basis van een oordeel van een clinicus (psycholoog of psychiater).
Structureel klinisch oordeel: Een combinatie van een actuariële en klinische inschatting.
Richtlijnen
Om te kunnen komen tot een goede risicotaxatie moeten modellen voldoen aan een aantal richtlijnen
1. Betrek gegevens uit meerdere informatiedomeinen 4. Geeft aanknopingspunten voor de behandeling
1. Meet naast risicofactoren ook beschermende factoren. 5. Normeringsgegevens (gegevens waaraan je een
- Risk factors-protective factors; individueel geval kan vergelijken).
- Stress factors-coping skills; 6. Betrouwbaarheid en validiteit.
- Draaglast-draagkracht; 7. Model Toetsing.
- Stoornissen-vaardigheden/steun. 8. Testscores moeten naast klinische gegevens
2. Leg naast de statische (onvervangbaar) ook dynamische worden gelegd.
(vervangbaar) factoren vast. 9. Standaardisering,samenwerkingen onderzoek op
3. Geeft een verklaring van het delict risico. nationaal niveau.
Meetinstrumenten (actuele inschatting) Verschillende meetinstrumenten:
Voordeel: De meetinstrumenten vormen een actuariële inschattingen. ● BSI-D (De Behavioral Status
Nadeel: Het gebruik van risicoschalen kan problematisch zijn omdat et registreren van
Index-Dutch): H
het ertoe kan leiden dat hulpverleners de dubbelzinnigheid van de verschillende gedragingen aan de hand
situatie uit het oog verliezen en de beslissing presenteren als objectief van vijf schalen die alle twintig vragen
en waardevrij. bevatten. De laatste schaal is een
risicoschaal om dagelijkse gedragingen op
➔ Questionable validity generalization: De vragenlijsten moeten te schrijven die verband houden met, of
een goed vergelijk geven tussen verschillende doelgroepen. potentieel voorspellend zijn voor agressief
➔ Rare Risk or protective factors: Een zeldzame gebeurtenis of gedrag.
een niet getoetste risico- of protectieve factor kan er alsnog ● VD (De Vragenlijst Delictgevaarlijkheid).
toe leiden dat iemand een delict pleegt. 47 items gevolgd worden door 2 items
waarmee om een directe inschatting wordt
Inschattingsmodellen (toekomstige inschatting) gevraagd van de kans dat betrokkene op
Voordeel: I nschattingsmodellen vormen een klinisch oordeel (door korte respectievelijk langere termijn een
psychologen of psychiaters). delict zal plegen.
Nadeel: Heeft een grote foutmarge. Clinici zijn meer accuraat naar ● Hcr-20 (historical clinical risk). In
mannen dan naar vrouwen toe. Nederland: HKT-30 (bestaat uit 30
vragen): Een vragenlijst die inzet op de
volgende items:
Verschillende inschattingsmodellen
- Historische items: Hebben betrekking
➔ Ongestructureerde klinische optie
op het verleden en zijn niet
Observatie op basis van wat een clinici ziet. Niet op basis van enig
vervangbaar.
format en daardoor subjectief en vrij onbetrouwbaar.
- Klinische items: Toestandsbeeld of
➔ Gestructureerd klinisch model
de persoonlijkheidskenmerken.
Een zelf opgestelde lijst van een clinici (dus niet empirisch -
- Toekomstgerichte items: Hebben
wetenschappelijk - onderbouwd) waarop hij beoordeelt.
betrekking op de situatie waarin de
➔ Anamnestisch
verdachte zal komen te verkeren.
De levensloop van een persoon wordt in kaart gebracht doordat de
clinici de cliënt probeert te laten reflecteren op zichzelf. ● PCL-R (De Psychopathy Check List
● Hetro: Reflecteren op wat iemand anders over een persoon revised).Onderzoek naar de psychopathie
zegt. op basis van twee factoren:
● Auto: Reflecteren op wat iemand over zichzelf zegt 1. De interpersoonlijke of affectieve kern van
➔ Empirisch de psychopathie (omvat: De emotionele
Gestructureerde klinische taxatie onthechting met arrogantie, misleiding en
Een reflectie van een clinici op een empirisch (wetenschappelijk) een gebrek aan affectieve ervaring)
vastgestelde lijst van beschermende- en risicofactoren. Subjectieve 2. De onstabiele en antisociale levensstijl
reflectie op een vaste lijst. De weging is niet cijfermatig, maar een (omvat: Het antisociale gedrag.)
interpretatie. Doordat verschillende clinici vanuit eenzelfde lijst een
klinisch oordeel maken is dit model wel toetsbaar.
➔ Klinisch bijgestelde actuariële risicotaxatie Binnen het analyseren van delicten wordt door
De toetsing wordt gedaan door middel van een empirische clinici veelal gebruik gemaakt van de
(wetenschappelijke) lijst waarop een direct resultaat komt. Bepaalde 5G-methode, waarbij het gaat om gedachten,
door de clinici belangrijk geachte items kunnen hierbij worden gedragingen, gevoelens, gebeurtenissen en
toegevoegd. gevolg.
➔ Pure actuariële risicotaxatie
De vragenlijst wordt ingeschat en er vindt geen klinisch oordeel plaats
,De RISc (Ricidive Inschattings Schalen).
➔ Geen psychologisch onderzoek, wel op basis van wetenschap d.w.z. betrouwbaar en valide).
➔ De twaalf schalen (die niet allemaal dezelfde zwaarte hebben) van de RISc zijn:
1. Delictgeschiedenis 7. Relaties met vrienden en kennissen
2. Huidige delict en delictpatroon 8. Drugsgebruik
3. Huisvesting en wonen 9. Alcoholgebruik
4. Opleiding, werk en leren 10. Emotioneel welzijn
5. Inkomen en omgaan met geld 11. Denkpatronen, gedrag en vaardigheden
6. Relaties met partner, gezins- en familieleden 12. Houding
Conclusie en advies:
➔ Toerekeningsvatbaarheid van verdachte
➔ Delictgevaarlijkheid
➔ Advisering over gewenste behandeling
Categorieen PCL-R: P sychopathy Checklist Revised Behandelmogelijkheden:
➔ Gladde prater/oppervlakkige charme ➔ Begeleiding bij de reclassering
➔ Pathologisch liegen ➔ Dagbehandeling
➔ Kil/gebrek aan empathie ➔ Verslavingskliniek
➔ APZ/FPZ zoals FPA, FPK.
➔ Impulsiviteit ➔ TBS maatregel bij een FPC
Zeer hoog recidivecijfer bij seksueel delict
➔ Gedwongen opname: IBS en RM
DSM ontwikkeld door APA om specifiek Door criteria op te stellen tot een juiste diagnose te komen:
psychopathologie in kaart te brengen ➔ Symptomen
➔ Ernst, duur
➔ Etiologie
Voordelen: Nadelen:
➔ We spreken dezelfde taal ➔ Stigmatisering
➔ Meer inzichten in behandelmogelijkheden ➔ ‘Hokjes denken”
➔ Weinig cultuur variatie
➔ Tijdsgeest: Homoseksualiteit heeft er ook in gestaan
Welke stoornissen zijn er allemaal?
➔ Stoornissen die ontstaan in de jeugd ➔ Angststoornissen
➔ Cognitieve stoornissen bij het ouder worden ➔ Seksuele stoornissen
➔ Verslaving en afhankelijkheid ➔ Stoornissen in de impulsbeheersing
➔ Schizofrenie en andere psychotische stoornissen ➔ Eetstoornissen
➔ Stemmingsstoornissen ➔ Slaapstoornissen
➔ Dissociatieve, somatoforme of nagebootste ➔ Persoonlijkheidsstoornissen
stoornissen
,Tot 1970 Medisch perspectief: Biologisch perspectief:
Aangeboren Psychische stoornissen zijn als lichamelijke Gebeurtenissen/ervaringen zorgen voor verbindingen in
ziekten hersenen. Hoe meer emotie, des te sterker verbindingen Bij
➔ Werd behandeld door artsen een negatieve emotie (angst, afkeer, walging) zijn de
➔ Operatie gemaakte verbindingen sterker dan bij positieve emoties.
➔ Medicatie Soms maakt het brein de verkeerde verbindingen aan
waardoor een stoornis ontstaat.
➔ Emotieregulatie = brein
➔ Onze emoties zijn aangeboren
➔ Het reguleren van onze emoties veelal aangeleerd
1970 - 1990 Psychodynamisch perspectief: Sociaal perspectief:
Aangeleerd Psychische stoornissen zijn het gevolg van Psychische stoornissen zijn gevolg van interactie met de
innerlijke, onbewuste conflicten omgeving.
➔ Freud stelt dat mensen driften hebben, ➔ Gezin en socialisatie spelen een grote rol
denk bijv. aan geweld en seks. ➔ Kinderen kopiëren gedrag van hen die zij belangrijk
➔ Hechtingsstijlen van Bowlby vinden.
➔ Id, Ego en Super Ego. ➔ Mens is een sociaal dier
➔ Systeemtheorie
1990 - nu Behavioristisch perspectief Cognitivistisch perspectief
Combinatie Gedrag is aangeleerd door verkeerde Gedrag heeft te maken met denkprocessen: begrip, kennis,
verbindingen in brein en af te leren door straffen herinneringen en geheugen, probleemoplossend en
en belonen. informatieverwerking.
➔ Afleren verkeerd gedrag en aanleren ➔ Psychische stoornissen: pathologische
juist gedrag d.m.v. gedragstherapie: denkprocessen (ik ben slecht, ik kan het niet)
door straffen en belonen ➔ Cognitieve gedragstherapie: Ombuigen gedrag
gedragsveranderingen teweeg brengen helpt beter te functioneren in dagelijks leven
➔ Gedrag dat veel aandacht krijgt versterkt
Stoornissen in jeugd en adolescentie
➔ Ongeveer 13% jeugd heeft psychische problematiek
➔ Onderscheid geïnternaliseerdeen geëxternaliseerde p
roblemen
Gedragsproblemen: Adolescentenproblematiek die van voorbijgaande aard is, zoals:
(Antisociale) normoverschrijdende gedragsstoornis: Oppositionele opstandige
Sadisme: Pesten, sarren, agressie, pathologisch liegen, stelen, problemen met stoornis: Driftig, ruzie zoeken, niet
gezag, ‘voor mij gelden andere regels’ luisteren, verzet, alles is ‘nee’ (let wel:
ernstiger dan passend bij de
Mondt nogal eens uit in een persoonlijkheidsstoornis. Stoornissen in de leeftijdsontwikkeling, bij een vierjarige kan
ontwikkeling mag echter niet als voorspeller worden gezien; meestal komt het wel dit gedrag normaal zijn maar
goed. De relatie met delinquentie lijkt hier evident; corrigeerbaar)
Externaliseren: Internaliseren: Temperament:
Weinig controle over de emoties en Er is een overcontrole over de Neiging tot emoties of gedragingen
worden deze uitgeageerd. Vaak emoties; ze worden naar binnen ● Verschillen in temperament zijn
conflicten met andere mensen of met gericht en leiden tot innerlijke onrust. genetische variaties, dus het is
de maatschappij. Typische Typische internaliserende problemen aangeboren
externaliserende problemen zijn zijn sociale teruggetrokkenheid, angst, ● Opvoeding kan ongunstig
agressie, overactief gedrag en depressie en psychosomatische temperament corrigeren, maar ook
ongehoorzaamheid klachten verergeren.
, Neurobiologische ontwikkelingsstoornis: Stoornis ontstaan in (vroege) jeugd. Verdwijnt niet altijd bij het
bereiken van volwassen leeftijd en leidt tot gevoeligheid voor delinquent gedrag. Denk aan ASS en AD(H)D.
Psychose ➔ Schizofrenie (0,3%)
➔ Waanstoornis (0,2%)
➔ Verstoorde realiteitsbeleving ➔ Kortdurende psychotische stoornis (5-9%)
➔ Realiteitstoetsing vaak grotendeels afwezig ➔ Schizofreniforme stoornis (0,3%)
➔ Suïcidaliteit hoog ➔ Schizoaffectieve stoornis (0,2%)
➔ Schizotypische persoonlijkheidsstoornis (0,6%)
➔ Cultuurgebondenheid
Psychosen als symptoom van andere
Kortdurende psychose: eenmalig, volledig herstel stoornissen:
● Stemmingsstoornis: manische- of depressieve
Een psychose is niet te voorkomen, maar door snel in te psychose met respectievelijk grootheids- of
grijpen kun je de impact en de kans op terugvallen wel nihilistische wanen
beperken. Een eerste psychose duurt meestal zo’n 3 ● PTSS: herbelevingen
maanden, maar het sociale herstel duurt vaak een jaar. Na ● Middelenstoornis: intoxicatie- of
een psychose is tijd nodig om te herstellen onttrekkingspsychose
Hallucinaties Wanen
Zintuiglijke ervaringen zonder dat dit daadwerkelijk plaatsvindt Overtuigingen die niet vatbaar zijn voor feiten en daarmee
(Horen, zien en voelen) in tegenspraak zijn.
● Waarnemingsfouten ● Realistische en bizarre wanen
● Auditieve hallucinaties (meest voorkomend) ● Denkfouten
● Bevelshallucinaties ● Achtervolgingswaan
● Betrekkingswaan
● Grootheidswaan
● Wanen en hallucinaties worden door de patiënt als zeer realistische ervaren
● Wanen en hallucinaties zijn overwegend zeer beangstigend en ontregelend
● Als een patiënt al onderkend dat hij last heeft van symptomen is het volgende probleem dat het moeite kost
de werkelijkheid van ziekteverschijnselen te onderscheiden
Behandeling: Aandachtspunten in begeleiding
➔ Betrekken sociale omgeving
➔ Medicatie (antipsychotica) ➔ Terugvalpreventie (leren herkennen van signalen
➔ Gezinsinterventies die een voorbode zijn van een nieuwe psychose)
➔ Psycho-educatie ➔ Zo min mogelijk isolatie/separatie
➔ Cognitieve gedragstherapie / sociale vaardigheidstraining ➔ Medicatietrouw is vaak slecht door cognitieve
➔ ACT (assertive community treatment): Outreachend achteruitgang en door bijwerkingen. Ook wel: als
werken, waarbij multidisciplinaire teams en het een tijdje goed gaat. Stoppen met medicijnen ->
ervaringsdeskundige, actief betrokken zijn rondom de terugval
cliënt. ➔ Vermijden van spanning en stress (niet hetzelfde
als prikkelarme omgeving)
➔ Meegaan in de waan…of niet?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mikxha. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.