Bespreken van het tentamen.
Punten vaak laten liggen in de hele redenering opschrijven. Vraag goed lezen, hele redenering
afmaken! Gebruik theorie/ begrippen.
Theorie/ begrippen – waarom werkt het zo? – koppel theorie/ begrip + waarom werkt het zo
aan de vraag.
Bestudeer de slides en kijk naar literatuur + literatuuropdrachten. Er wordt vaak 1 vraag per week
gesteld.
Vragen + antwoorden sociale ongelijkheid.
1. Toegenomen inkomensongelijkheid, geef 2 verklaringen:
Globalisering – handel is toegenomen, productie naar lage loonlanden:
laaggeschoolde arbeiders vaak niet meer aan het werk, zij hebben minder geld.
Terwijl de hoogopgeleiden wel werk hebben – ongelijkheid neemt toe.
Veranderende gezinsvorming – meer echtscheidingen, meer
eenpersoonshuishoudens. Deze hebben minder inkomen dan
tweepersoonshuishoudens. Lager opgeleiden scheiden vaker dan hoogopgeleiden
waardoor laag opgeleiden vaker minder inkomen hebben, ongelijkheid neemt toe.
(Homogeniteit kan ook, koppels met dezelfde kenmerken zoeken elkaar op).
Algemene uitleg + wat betekend dit? + specifiek gekoppeld aan deze situatie.
Eufuncties en dysfuncties van sociale ongelijkheid:
Eufuncties: door ongelijkheid zien mensen dat wanneer je goed je best doet je wordt
beloont, werkethos. Mensen zullen harder werken/ beter hun best doen: dit leidt tot
meer innovatie en ontwikkeling.
Dysfuncties: dit zijn er heel erg veel. Bijvoorbeeld minder sociale cohesie, veel stress,
meer criminaliteit. Benadruk de relatie met sociale ongelijkheid + waarom is het
negatief.
2. Drie manieren om sociale klassen te bepalen (meten): objectief, subjectief, reputationele
manier. Uitleg: objectief = objectieve feiten, gegevens verzamelen: schoonmakers lager
opgeleid, verdienen minder, lagere klasse. Hoogleraren, hoger opgeleid, meer verdienen,
hogere sociale klasse. Subjectief = je vraagt mensen zelf in welke klassen zij behoren.
Schoonmakers vinden zichzelf in lagere klassen, bijvoorbeeld omdat zij minder verdienen.
Hoogleraren andersom. Er is sprake van een bias = mensen vinden zichzelf in middenklassen.
Reputitionele = aan mensen vragen (random mensen) waar plaats je iemand? Inschatting
maken op basis van aanzien/ reputatie/ opleidingsniveau/ inkomen ect.
Verklaring voor toegenomen sociale mobiliteit:
Technologie vooruit, werkgevers opzoek naar mensen met meer human capital. Een
opleiding is daardoor belangrijker. Meer mensen volgen een opleiding, mobiliteit
komt daarom vaker voor.
We leven steeds meer in een meritocratie: op eigen inzet en verdiensten beloont
worden, meer mensen krijgen de kans om een opleiding te volgen en zich te
ontwikkelen. Hierdoor is meer sociale mobiliteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudErasmusUniversiteitRotterdam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.61. You're not tied to anything after your purchase.