De investeringsbegroting
Overzicht van de benodigde investeringen voor de start van bedrijf
Op een investeringsbegroting staan vaste activa en vlottende activa:
Vaste activa
Bedrijfsmiddelen langer dan een jaar in bedrijf aanwezig Bijvoorbeeld een gebouw,
computer, inventaris of een bedrijfsauto.
Vlottende activa
Bedrijfsmiddelen korter dan een jaar in bedrijf aanwezig. Bijvoorbeeld voorraden,
debiteuren of liquide middelen (geld).
Let op: Bij een start-up heb je aanloopkosten en dat zijn ook activa.
(=Vooruitbetaalde kosten bij vlottende activa)
De Financieringsbegroting
• Eigen vermogen bij eenmanszaak
• Eigen vermogen in de vorm van aandelen bij een BV
• Bankleningen -> vreemd vermogen
• Familielening -> vreemd vermogen
• Investeringsmaatschappij -> vreemd vermogen
• Crowdfunding -> vreemd vermogen
• Leverancierskrediet -> vreemd vermogen
Een overzicht waarin staat op welke manier er in de vermogensbehoefte wordt voorzien.
• Waar haal je het geld vandaan?
• Indien de vermogensbehoefte te hoog is kun je sleutelen aan de
investeringsbegroting.
De balans
• Een belangrijk instrument om de continuïteit te beoordelen!
• Momentopname van bezittingen en hoe deze gefinancierd zijn.
• De bezittingen noemen “activa”.
• Het eigen vermogen en de schulden noemen we “passiva”.
• Het eigen vermogen bereken je door van de bezittingen de schulden af te trekken.
Voorbeeld van een balans
, Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen lang
Vreemd vermogen kort
Totaal Totaal
Kosten en uitgaven
Dit zijn twee absoluut verschillende begrippen!
Twee bedrijfskundige principes:
Transformatie: het ene middel wordt omgezet in een ander zonder waardeverlies
Opofferen: een middel wordt daadwerkelijk opgeofferd en verliest daardoor waarde
Voorbeeld van transformatie: het kopen van een auto
35.000 euro wordt getransformeerd in een auto. De waarde is niet veranderd!
Voorbeeld van opoffering: een jaar lang in een auto rijden
Na een jaar lang met een auto te hebben gereden is deze minder waard
Als er sprake is van transformatie, dan is er sprake van uitgaven
Anders gezegd: als er geld wordt uitgegeven!
Als er sprake is van opoffering, dan is er sprake van kosten
Anders gezegd, als er waarde wordt opgeofferd
Voorbeeld: het betalen van de verzekeringspremie van 1.200 euro voor 1 jaar
Zijn dit kosten of uitgaven?????
Uitgaven: 1.200 euro wordt getransformeerd in het recht om een jaar lang verzekerd zijn!
Voorbeeld: een maand lang daadwerkelijk verzekerd zijn
Zijn dit kosten of uitgaven?????
Kosten: ik heb een maand verzekerd zijn opgeofferd en die waarde is nu weg!
Hoeveel kosten heb ik in een maand????
1. = 100 euro
Dit zijn ook weer twee verschillende begrippen
• Opbrengsten zijn altijd het gevolg van een transactie met een klant!
• Inkomsten zijn simpelweg inkomende geldstromen!
, Maar vaak betalen klanten niet meteen: op rekening verkopen!
Voorbeeld: de importeur van schoenen verkoopt en levert 100 paar schoenen aan een
schoenenwinkel en geeft een betalingstermijn van 30 dagen.
Op het moment van levering en facturering is er sprake van opbrengsten
• Er is een transactie met een klant. Anders gezegd er wordt een overeenkomst
gesloten die wordt nagekomen
Op het moment van betaling is er sprake van inkomsten
• Anders gezegd: er komt geld op de rekening binnen!
De omzetbelasting (BTW)
In Nederland zijn er vier mogelijkheden voor de btw:
Vrijgestelde producten en diensten
(financiële diensten & verzekeringen, gezondheidszorg, kinderopvang, scholing)
Producten en diensten met 0% btw
Voornamelijk export en internationaal transport
Producten en diensten met 9% btw
Voornamelijk Goederen en diensten die vallen onder de eerste levensbehoeften
(voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen)
Producten en diensten met 21% btw
Luxe goederen, dus vrijwel alle overige goederen
De BTW berekenen
Bedragen inclusief 21% btw
Bedrag incl. BTW x 21/121 = BTW-bedrag
Bedrag incl. BTW x 100/121 = bedrag excl. BTW
Bedragen inclusief 9% btw
Bedrag incl. BTW x 9/109 = BTW-bedrag
Bedrag incl. BTW x 100/109 = bedrag excl. BTW
Bedragen exclusief 21% btw
Bedrag excl. BTW x 0,21 = BTW-bedrag
Bedrag excl. BTW x 1,21 = bedrag incl. BTW
Bedragen exclusief 9% btw
Bedrag excl. BTW x 0,09 = BTW-bedrag
Bedrag excl. BTW x 1,09 = bedrag incl. BTW
Alle overzichten/bedragen in je financieel plan zijn exclusief de BTW behalve de
liquiditeitsbegroting.
De exploitatiebegroting
Onderdeel van het financieel plan
Geeft inzicht in de verwachte winst of verlies
Oftewel, geeft inzicht in de verwachte kosten en opbrengsten
Definitie van winst: totale opbrengst minus totale kosten!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller commercieleeconomiehogeschoolleiden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.