100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bloktoets 4 (Levenscyclus 2) - TB Jaar 1 HAS Hogeschool $7.00
Add to cart

Summary

Samenvatting Bloktoets 4 (Levenscyclus 2) - TB Jaar 1 HAS Hogeschool

1 review
 80 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van blok 4 uit Jaar 1 Toegepaste Biologie. Alle PGO taken staan hier in!

Preview 4 out of 36  pages

  • January 18, 2021
  • 36
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jasminderksen • 3 year ago

avatar-seller
Blok 4 Levenscyclus 2
Taak 8: Zenuwen en spieren
Zintuigen
Een zintuig is een orgaan die in staat is specifieke prikkels te kunnen
waarnemen. Zintuigelijke waarneming: sensorische waarneming ->
intergratie -> motorische output
- Sensorische receptie en transductie: prikkel (stimulus)
wordt omgezet door een impuls in een zenuwcel. Een
zintuig zet een stimulus om in een reactie waardoor een
impuls ontstaat. Dit kan op 2 manieren. Neuronale
receptoren: uiteinde van zenuwcel is een zintuigcel. De
stimulus wordt hierbij direct omgezet in een impuls. Bij niet-
neuronale receptoren heb je een aparte zintuigcel waarin
een signaal-transductie-keten plaats vindt. De stimulus is
een receptie, vervolgens vindt een transactie plaats in de cel
waardoor een neurotransmitter vrijkomt. De
neurotransmitter gaat op een eiwitreceptor van een neuron
zitten waardoor een impuls ontstaat in de
zenuwcel.

Huid:
Neuronaal/niet-neuronaal?
- Drukreceptoren -> diepe receptoren
- Temperatuurreceptoren -> koude zintuigen en
warmte zintuigen.
- Pijnreceptoren -> diepe receptoren

Oor:
Twee zintuigen -> geluid en evenwichtsorgaan.
- Drukreceptoren -> trillingen veroorzaken
drukverschil waardoor het cochlearduct dmv
haartjes verschillende toonhoogtes kunnen
waarnemen. Hoe verder in het slakkenhuis, hoe
hoger de toon.
(Reptielen, vissen etc hebben enkel stijgbeugel. Hamer en
aambeeld zitten in kaak).

Oog:
Zorgt voor een beeld op het netvlies. Licht komt door de
pupil en lens heen. Een bolle lens zorgt ervoor dat licht
wordt afgebogen. Uitgangssituatie is een bolle vorm, door
ouderdom kan de lens minder bol worden.
Spieren om de lens trekken de lens plat. Een kringspier
zorgt ervoor dat de lens weer bol wordt. In de iris zitten spieren die zorgen dat er veel of weinig licht
in het oog valt.
Er ontstaat een omgekeerd beeld op het netvlies. De hersenen draaien dit beeld zelf om.
Het oog neemt elektromagnetische golven waar op het netvlies. Het oog heeft een hoornvlies,
vaatvlies en een netvlies. Het netvlies bestaat uit kegeltjes (kleur) en gevoeligere staafjes (licht en

,donker). Bipolaire cellen (doorgeefcellen) geven de signalen door vanuit de lichtreceptoren naar de
zenuwcellen van centraal zenuwstelsel. De zenuwen gaan naar de hersenen.




- Lichtreceptoren -> kegeltjes en staafjes (niet-neuronale receptor)
De signaal-transductie-keten begint met een
prikkel op een receptor. Deze receptor is
rhodopsine. Rhodopsine bestaat uit retinal en
opsine. Retinal reageert op licht. Wanneer licht op
retinal valt, verandert het van een cis-vorm naar
een trans-vorm. Enzymen keren dit proces daarna
weer om.
Depolarisatie stadium: er is een negatieve lading
van de cel ten opzichte van de omgeving. Wanneer
er licht op het rhodopsine valt, onstaat een signaal-transductie-keten. Het actieve rhodopsine zorgt
ervoor dat de stof transducine naar phosphodiesterase en deze wordt geactiveerd. Cyclisch-GMP
wordt omgezet tot GMP (= tweede boodschapper). Door het ontstaan van GMP gaat een Na+ kanaal
in de cel dicht. De negatieve lading in de cel wordt hoger en er ontstaat een hyperpolarisatie. Dit
zorgt voor een impuls in een zenuwcel. Dit is anders dan in een zenuwcel waarbij een signaal wordt
gevormd wanneer het membraanpotentiaal naar 0 gaat.

,(In het donker geeft een staafje de neurotransmitter glutamaat af. Dit leidt tot depolarisatie in een
bipolaire cel bij geen licht. Bij licht stopt de afgifte van glutamaat.
OFF-bipolaire cellen -> geven door dat er geen licht is. Geven signaal door depolarisatie.
ON-bipolaire cellen -> geven door dat er wel licht is. Geven signaal door hyperpolarisatie).
Om tot integratie te komen is een netwerk nodig waarbij verschillende signalen van de zenuwen
samen komen. Dit gebeurt in het zenuwstelsel.

Neus:
De neus maakt gebruik van chemoreceptoren. Het reukepitheel is het weefsel dat verantwoordelijk is
voor het waarnemen van reukstoffen. Het bedekt slechts een klein deel (5 cm2) van de binnenkant
van de neus. Het reukepitheel wordt door de zogenaamde reukvezels (filia olfactoria) verbonden met
de reukzenuw (bulbus olfactorius). Via de reukkernen wordt verbinding gemaakt met de reukcentra
van de grote hersenen (temporale cortex), waar de reukperceptie plaatsvindt en het limbische
systeem, die de geur koppelt aan een emotionele beleving. Het reukepitheel bestaat uit zenuwcellen
(neuro-epitheliale cellen), steuncellen en slijmproducerende cellen. De zenuwcellen hebben een
uitloper met meerdere haarvormige uitsteeksels, de cilia. Deze cilia steken uit in de slijmlaag, die
door de slijmproducerende cellen wordt geproduceerd. In de lucht zwevende geurstoffen kunnen de
reukcilia alleen stimuleren als ze zijn opgelost in de slijmlaag en zijn gebonden aan speciale eiwitten,
de zogenaamde Olfactory Binding Proteins (OBP’s).

Zenuwstelsel:
Centraal zenuwstelsel (CZS) -> ligt binnen de beschermende botten van de schedel en de
wervelkolom. Bestaat uit hersenen (grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam) + ruggenmerg =
neuronen met cellichamen en kern (drm is oog (netvlies) centraal zenuwstelsel)
Perifeer zenuwstelsel (PZS) -> verbindt het centraal zenuwstelsel met de organen. Bestaat uit de
hersenzenuwen, ruggenmergzenuwen, de grensstreng en
sensorische en motorische zenuwcellen.

Integratie is het goed op elkaar afgestemd zijn van de
organen en gebeurt zowel door het somatische zenuwstelsel
als het animale zenuwstelsel.
Het autonome zenuwstelsel:
- werkt onwillekeurig, buiten de wil om;
- bestaat uit twee delen met een antagonistische
werking: het sympathische zenuwstelsel (actief bij
actie van het lichaam) en het parasympathische
zenuwstelsel (actief bij rust van het lichaam).
Het somatische zenuwstelsel:
- verzorgt de integratie tussen lichaam en omgeving
door middel van communicatie en gedrag;
- werkt willekeurig, onder invloed van de wil.

Typen neuronen:
- Sensorische neuronen -> geleiden impulsen van zintuigcellen naar het centrale
zenuwstelsel. Een sensorische zenuwcel heeft een lange dendriet een kortere axon.
- Motorische neuronen -> zijn zenuwcellen die impulsen van het centraal zenuwstelsel naar
de dwarsgestreepte spieren geleiden. De impulsen gaan via het axon van de zenuwcel via het
ruggenmerg of buiten het ruggenmerg om naar de betreffende spier, waardoor deze
samentrekt of klier.
- Schakelneuronen -> een zenuwcel die aan beide einden verbonden is met andere
zenuwcellen. Schakelcellen dienen voor informatieoverdracht door middel van
een actiepotentiaal en spelen een grote rol bij het creëren van een impulspatroon.

, De algemene functies van het zenuwstelsel zijn:
- Ervoor zorgen dat organen in hun werking goed op elkaar afgestemd zijn zodra het lichaam in
actie komt (bijvoorbeeld fietsen, praten);
- Regulatie en coördinatie van de werking van de vegetatieve stelsels (bijvoorbeeld
spijsvertering, ademhaling);
- Het bewust kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt, door verwerking van de
waarnemingen (bijvoorbeeld hard wegrennen bij gevaar);
- Coördinatie van de psychische functies (bijvoorbeeld herinneren, je kunnen beheersen,
fantaseren).

Zenuwen:
Een neuron heeft vele vertakkingen genaamd dendrieten,
samen met het cellichaam ontvangen dendrieten signalen
van andere neuronen. Een neuron heeft één axon, een
verlenging langer dan de dendrieten die signalen overdraagt
aan andere cellen. De kegelvormige basis van een axon is
waar de signalen worden gegenereerd. Aan het andere eind
verdeelt het axon zich in vele vertakkingen. Elke vertakking
geeft aan het eind van een axon geeft informatie door aan
andere cellen bij een knooppunt, een synaps. Bij de meeste
synapsen brengen chemische messengers genaamd
neurotransmitters informatie van het neuron naar de
ontvangende cel. De afgevende cel is de presynaptische cel,
de spier- of kliercellen die het signaal ontvangen zijn post-
synaptische cellen.

Synaps:
Bestaat uit een presynaptisch membraan en een post-synaptisch membraan.
1. Een actiepotentiaal komt aan bij de synaps
2. Voltage-gestuurde calciumkanalen reageren op impuls door een receptor op het kanaal.
Wanneer een actiepotentiaal de synaps bereikt, openen de calciumkanalen en stroomt er
calcium (2+) het presynaptisch membraan binnen. Een transductieketen zorgt ervoor dat
blaasjes met neurotransmitters versmelt met het membraan (exocytose).
3. De neurotransmitters komen in de synaptische spleet en binden aan kanaaltjes van de post-
synaptische cel. Dit zijn ligand-gestuurde ionkanalen die reageren op een stof. De kanaaltjes
kunnen opengaan waardoor kalium naar buiten stroomt en natrium naar binnen. Het verschil
zorgt weer voor een impuls
(depolarisatie). Wat ook kan
gebeuren is dat er kanalen
open/dicht gaan waardoor
er een signaal wordt
onderdrukt
(hyperpolarisatie).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjespeelman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.00  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added