Samenvatting van Maatschappijleer H5 De Verzorgingsstaat. Voor 4 VWO. Boek: Thema's Maatschappijleer VWO. Paragraaf 1 t/m 6.
Ook in een bundel verkrijgbaar met alle hoofdstukken.
Hi, Max, what could have been improved about the summary?
Seller
Follow
danevanengelen
Reviews received
Content preview
H5 Verzorgingsstaat
1. Wat is een verzorgingsstaat?
Verzorgingsstaat= Overheid bemoeit zich actief met welvaart/welzijn van inwoners.
- Tussen planeconomie en vrijemarkteconomie in
- Gebaseerd op solidariteit en gelijke kansen.
Welvaart= Mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om behoeften te vervullen.
Welzijn= Mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Solidariteitsgedachte= Bereidheid in groep of samenleving om risico’s te delen.
Staat centraal in verzorgingsstaat.
Collectief belang= Je maakt gebruik van gezamenlijke voorzieningen
- Collectieve goederen= Goederen waarvan niemand uitgesloten kan worden.
- Kan lijden tot gedrag dat hiertegen is, free riders’ zijn mensen profiteren zonder iets te doen.
Functie’s van een verzorgingsstaat:
- Verzorgen= Zorg bieden voor fysieke en mentale aandoeningen.
- Verzekeren= Zekerheid geven dat je hulp krijgt wanneer er iets gebeurt.
o Socialezekerheidsstelsel= Verzekert mensen van een inkomen bij bijv. ziekte.
- Verheffen= Volk kans geven om talenten te ontplooien/ zich te ontwikkelen.
- Verbinden= Bindingen tussen mensen versterkt sociale cohesie.
In NL: sociale grondrechten=Verplicht voor overheid om na te streven, niet afdwingbaar van rechter.
Voldoende werkgelegenheid, bewoonbaarheid, goed onderwijs, voldoende woongelegenheid.
Ook plichten, zoals belasting betalen en leerplicht.
Planeconomie: Gebaseerd op gelijkheid
- Communistische staatsopvatting= Staat neemt totale verzorging van burgers op zich.
- Geen particulieren in economie, wel goed onderwijs
- In praktijk vaak mislukt Bijv. Sovjet Unie en China door vele geweld en onderdrukking.
Vrijemarkteconomie:Gebaseerd op vrijheid
- Overheid bemoeit zich niet met de economie
- Verzekeringen zijn particulier (individueel)
- Zorgkosten en kosten voor onderwijs zijn hoog
We onderscheiden drie typen verzorgingsstaten:
- De sociaaldemocratische verzorgingsstaat. Zweden, Finland (Scandinavisch)
o Gelijkheid is belangrijkste
o Hoge: sociale zekerheid, uitkeringen, kans op banen/ steun en collectieve lasten.
- De liberale verzorgingsstaat. Engeland, Vs (Angelsaksische)
o Eige verantwoordelijkheid, particulier initiatief
o Beperkte sociale zekerheid, markt erg vrij gelaten en lage collectieve lasten.
- De corporatistische verzorgingsstaat.
o Mengeling van twee voorgaande modellen
o Hoge sociale zekerheid (banen/ zorg gezinnen), samenwerking economie/overheid,
Vroeger was NL corporatisch, daarna verzorgingsstaat, nu veel privatisering. Verzorgingsstaat verandert.
, 2. Ontstaan verzorgingsstaat
In de 19e eeuw Nederland had vrijemarktprincipe (liberale grondslag) (geen minimumloon/ontslagen)
Tot 1850: Nachtwakersstaat= Staat waarin overheid vooral beperkt tot handhaven orde/veiligheid.
Zieken/ouderen geholpen door rijke burgers, kerk en particuliere liefdadigheidsinstellingen.
Vanaf tweede helft 19e eeuw kwamen eerste sociale wetten: eerste keer risico’s arbeid erkent/ regelingen.
Armenwet (1854), Het Kinderwetje van Van Houten (1874), de Veiligheidswet (1895) en meer.
Vanuit verschillende hoeken had men belang bij een verandering van de omstandigheden:
- Christenen Wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden.
- Sociaaldemocraten Wilden sterkere machtspositie/betere leefomstandigheden arbeiders.
- Liberalen Wilden minder criminaliteit als gevolg van de armoede.
20e eeuw, Overheid: - Zorgde voor collectieve goederen/diensten (scholing)
- Ontstaan gemengde markteconomie, overheid bemoeid met markt/ werk.
Na economische crisis is interventie overheid nodigzorgde steun overheidsingrijpen economisch gebied.
Na WOII vormden de katholieken (KVP) en de sociaaldemocraten (PvdA) de regering.
De KVP wilde werknemers/ werkgevers gingen samenwerken / de PvdA wilde meer inkomenszekerheid.
Gevolg: Nieuwe wetten voor werknemers (AOW, bijstandswet) en nieuwe overlegorganisaties.
In de jaren vijftig en zestig werden op drie terreinen de sociale voorzieningen uitgebreid:
- Meer risico’s werden gedekt, eerst alleen werknemers later voor iedereen.
- Aantal gerechtigden uitgebreid (niet alleen premiebetalers). Meer mensen recht op uitkering.
- Aantal sectoren dat gesubsidieerd werd, werd uitgebreid. (studiebeurzen, gezondheidszorg)
-
We noemen een aantal belangrijke ontwikkelingen:
- 1956: De invoering van de AOW (Algemene Ouderdomswet).
- 1957: De invoering van vaccinaties bij baby’s waardoor het aantal ziekten afnam.
- 1965: De invoering van de Bijstandswet, mensen krijgen recht op hulp.
- 1947-1985: De stijging van het aantal huurwoningen en de invoering van de huursubsidie.
- 1950-1970: Spectaculaire groei van aantal mensen dat na middelbare school verder studeerde.
De invoering van deze regelingen leidde ook tot maatschappelijk veranderingen:
- Kinderen uit lagere sociale klassen konden makkelijker stijgen op de maatschappelijke ladder.
- denkbeeld over levensstijl, politiek en maatschappij veranderde.
- Vrouwen werden onafhankelijker.
- Godsdienstbeleving nam af.
- Individualisering nam toe.
Dat staat voorzieningen treft heeft steun van drie politieke stromingen:
- LiberalenWillen vrijemarkteconomie. De collectieve uitgaven voor gezondheidszorg beperkt
zodat eigen verantwoordelijkheid wordt gestimuleerd.
- Sociaaldemocraten Willen gemengde markteconomie zodat sociale ongelijkheid verminderd.
- Christendom democraten Willen sterk maatschappelijk middenveld dat voor voorzieningen
zorgt (bijv. sociale partners)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danevanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.