Samenvatting van Maatschappijleer H3 Parlementaire democratie. Voor 4 VWO. Boek: Thema's Maatschappijleer VWO. Paragraaf 1 t/m 5 + 7.3 Ook in een bundel verkrijgbaar met alle hoofdstukken. Boek: Thema's maatschappijleer.
Politiek= Maken van keuzes die belangrijk zijn voor de hele staat.
- Efficiënt besturen Kijken naar doelmatig resultaat.
- Max. participatie Proces van democratische besluitvorming + afweging van belangen.
Soeverein= Staat die op gebied hoogste gezag uitoefent.
Democratie Het volk regeert (directe democratie, referendum, volksstemming).
Representatieve democratie= Volk kiest vertegenwoordigers die beslissingen nemen.
Dictatuur= Wetgevende/uitvoerende/rechtelijke macht in handen van een kleine groep mensen.
Kenmerken van een democratie:
- Onafhankelijke rechtsstaat zijn. (Rechters staan los van parlement/regering.)
- Er is individuele vrijheid. (vrijheid van meningsuiting)
- Gelden politieke grondrechten. (Burgers kiezen zelf vertegenwoordigers kiezen )
- Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden.
- Persvrijheid.
Representatieve democratie:
- Parlementaire stelsel= Gekozen parlement is het hoogste machtsorgaan.
o Constituele monarchie= Koning is staatshoofd, taken/bevoegdheden in grondwet.
- Presidentiële democratie= Bevolking kiest een parlement +president.
Regels in grondwet over democratie:
- Taken/bevoegdheden van de 3 politieke machten staan nauwkeurig omschreven.
- Alle Nederlanders vanaf 18 jaar hebben stemrecht.
- Regels voor de politieke besluitvorming zijn vastgelegd.
- De overheid laat de media vrij.
Kenmerken van een dictatuur:
- Beperkte individuele vrijheid.
- Geen politieke vrijheid (Politieke tegenstanders gevangen/gemarteld.)
- Veel overheidsgeweld.
- Geen onafhankelijke rechtspraak.
- Er is censuur.
Soorten dictaturen:
- Ideologische= Communistische partij heeft macht en burgers hebben geen tot weinig
individuele vrijheden. (Noord-Korea)
o Indoctrinatie: Bevolking krijgt de partij-ideologie met de paplepel ingegoten.
- Religieuze (theocratie): Godsdienst is verheven tot staatsideologie. (Iran)
- Militaire: leger heeft alle macht. (Na wo2 in Midden/Zuid Amerika).
, 2. Politieke stromingen
Ideologie= Samenhangend geheel van ideeen en de gewenste richting van de samenleving.
- Normen en waarden die voor iedereen zouden moeten gelden.
- Gewenste sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving.
o Links: Wil ongelijkheid verminderen (met goede uitkeringen/andere voorzieningen).
o Rechts: Wil weinig bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied.
o Politieke midden= Ideologie tussen links/rechts in.
Progressief= Vooruitstrevend, veranderingsgezind en gericht op de toekomst.
Conservatief= Behoudend en is gericht op verleden/heden.
Conservatieven= Willen dat situatie naar vroeger terugkeert.
Politieke ideologieën of stromingen:
- Liberalisme= Ieder individu moet optimaal kunnen ontplooien (Vrijheid, verantwoordelijkheid)
o Vrijemarkteconomie, rechts, VVD/D66
- Socialisme: Mogelijkheden om te ontplooien ongelijk verdeeld (wil gelijkheid).
o Wil geen armoede/ongelijkheid, links, PvdA/SP/GroenLinks
- Confessionalisme= Politieke opvattingen gebaseerd op geloofsovertuiging (solidareit/harmonie).
o Maatschappelijke middenveld moet regeren (welzijnsinstellingen, schoolbesturen).
o Het gaat om zorg voor kwetsbaren midden CDA/Christenunie/SGP
Andere politieke richtingen:
Pragmatische partijen= Hebben geen vaste uitgangspunten. Oplossing afhankelijk van probleem. D66
Ecologisme= Benadrukt wederzijdse afhankelijkheid van mensen en natuurlijke omgeving. Groenlinks
Populisme= Wil stem van wolk laten horen (nationalistische standpunten). PVV
Kosmopolieten= Wil het eigen land openhouden en meekomen in geglobaliseerde wereld.
Nationalisten= Zien globalisering juist als bedreiging voor de eigen banen, cultuur en identiteit en
willen de natiestaat daarom op meerdere gebieden afsluiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danevanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.