100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek klinische neuropsychologie $8.62   Add to cart

Summary

Samenvatting boek klinische neuropsychologie

3 reviews
 114 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze uitgebreide samenvatting worden alle hoofdstukken uit het boek van Klinische Neuropsychologie van Roy Kessels (et al.) uitgebreid behandeld, behalve hoofdstuk 24, 26 en 27.

Preview 4 out of 106  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 23, 25
  • January 18, 2021
  • 106
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: merelvdberk • 2 year ago

review-writer-avatar

By: lisatelisa • 2 year ago

review-writer-avatar

By: netelishka • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Klinische Neuropsychologie
2020/2021
Hoofdstuk 1 – Klinische neuropsychologie: een historische schets

Inleiding

• Klinisch neuropsycholoog: psycholoog werkzaam in gezondheidszorg op gebied van diagnostiek en
behandeling van problemen die samenhangen met hersenaandoeningen
• Klassieke Oudheid: al samenhang tussen hersenen en gedrag
o Hippocrates (400 v.Chr.): (afwijkend) gedrag en gevoel komt voort uit werking hersenen
o Grieken en Romeinen: geneeskunde; menselijk lichaam is samenstel elementen water, vuur,
bloed en slijm —> Claudius Galenus (129-217)
• Renaissance: opbloei wetenschap en geneeskunde
o René Descartes (1596-1650): ziel is ongedeelde, zelfstandige maar immateriële eenheid, ziel zit
in pijnappelklier/epifyse
o Franz Joseph Gall (1758-1828): groot aantal mentale organen in grijze schors —> frenologie
▪ Clinicoanatomische methode: men bestuurde patiënten met hersenletsel, na hun
dood werd plaats van de laesie gerelateerd aan aard functionele stoornis

De celtheorie

• Lokalisatie(vraagstuk): waar moeten we de ziel of geest lokaliseren, hoe werkt de geest op het lichaam
en welke organen spelen hier een rol?
o Grieken kenden 3 zielen
1. Overleving: via voedselopname, plant
2. Activiteiten organisme in relatie tot omgeving: zoals bij dier
3. Hogere ordeziel: onderscheid tussen goed en slecht —> psychikon hegemonikon, later
spiritus animalis
• Filosofen ontdekten holtes (vroeger ‘cellen’) in de hersenen, de hersenventrikels, hierin werd de ‘ziel’
geplaatst
o Cel 1, sensus communis: hier zouden zintuigen binnenkomen
o Cel 2: hier werd beeld geïnterpreteerd
o Cel 3, memoria: hierin werd het beeld opgeslagen
• Celtheorie is tot op heden basis voor cognitieve psychologie: algemeen systeem voor
informatieverwerking
o Theorie gaat ook niet in op individuele verschillen
o Cognitieve modellen: beschrijven werking van mentale processen in het algemeen
• Fysiognomie: interpretatie van het gelaat

Descartes: een ongedeelde geest

• Trok alles in twijfel; ‘ik denk dus ik ben’
• Mens kon worden ingedeeld in 2 substanties:
o Res extensa: het lichaam, soort bestuurder
o Res cogitans: de geest, niet materieel, maar wel in de epifyse/pijnappelklier
• Zenuwen gaven via het lichaam berichten over de buitenwereld
o Op basis van herinneringen (volgens Descartes opgeslagen in het weefsel van de hersenen)
werden boodschappen teruggestuurd waardoor ledematen konden bewegen —> idee van de
reflex

Gall en het lokalisatievraagstuk

• Gedrag is gevolg van de werking van de hersenen —> gedrag aflezen uit gelaatstrekken (Lavater) is dus
niet logisch



1

, • Frenologie ontstond, enkele principes bleken correct
o Cortex is cruciaal en bepaalde functies kennen wel degelijk een strikte lokalisatie
• Zijn ideeën vormen basis van hedendaagse cognitieve neurowetenschappen
• Alle psychologische functies waren volgens Gall aangeboren
o Al deze functies waren een eigenstandig orgaan
o Dus GEEN algemeen informatieverwerkende geest
• Functies volgens Gall niet ergens midden in de hersenen, maar aan de buitenkant, de cortex
• Belangrijkste stelling: sprake van onafhankelijke functies
o Volledige breuk met oude idee van ziel en ongedeelde geest
• Betere functie? Beter georganiseerd en groter in omvang —> hier omheen vormt de schedel zich en
vertoont een knobbel
• Jean Pierre Flourens (1794-1867): experimenten die aantoonden dat het niet om de plaats van een
laesie maar om de omvang van een beschadiging ging

De clinicoanatomische methode

• Clinicoanatomische methode: werkwijze om lokalisatie-ideeën te toetsen door bij patiënten met een
focaal hersenletsel de specifieke uitvalsverschijnselen in kaart te brengen
• Paul Broca: vond het gebied van Broca, en volgde Bouillaud in de interpretatie van de functie die daar
gelokaliseerd zou zijn
o Niet de taal in het geheel, maar alleen het mechanisme om woorden uit te spreken
o Specifiek mechanisme: niet zomaar klanken produceren maar om een sequentie van klanken
die past bij een woord
o Onderzocht het principe van ongelijkheid van de twee hersenen
• Werd koppeling gelegd tussen asymmetrie in lokalisatie van taal en handvoorkeur bij de mens
• Werden meer mensen met taalstoornissen gezien, idee ontstond dat taal gezien kon worden als een
geheel van functies: voor productie, maar ook voor opname
o Modellen met centra voor te onderscheiden deelfuncties
• Wernicke: apart centrum voor het herkennen van woordbeelden (gesproken woord!)
o Lokalisatie in de temporaalkwab (want eindpunt gehoorbaan)
• Verbindingsbaan tussen woordproductiecentrum van Broca en woordbegripcentrum van Wernicke
o Stoornis wanneer laesie ontstond in een centrum of de verbindingsbaan (disconnectie)
• Wernicke beschouwde de hersenen als een instrument waarin sensorische prikkels werden gekoppeld
aan motorische reacties —> associationisme
• John Locke: voorstander van het empirisme; geloofde niet in aangeboren eigenschappen en kennis
o Alles wordt aangeleerd en verloopt via het beschreven principe van de associatie (Aristoteles)



Holisme

• Rond 1900 in Europa een verzet tegen de lokalisatiebeweging
• Pierre Marie: geloofde in slechts één stoornis van de taalfunctie, sommige patiënten hadden daar
bovenop nog extra problematiek
• Constantin von Monakow: samenhang van zenuwstelsel is veel sterker dan lokalisationisten ons doen
geloven
• Kurt Goldstein: een goed functioneren van de hersenen is vooral van belang om te kunnen reflecteren
op binnenkomende stimuli, in plaats van daar direct op te reageren
o Abstracte attitude

Luria: een globaal model

• Synthese maken van op dat moment bestaande neuro(psycho)logische feiten en theorieën, en
integreerde die met zijn talloze eigen klinische waarnemingen
o Zocht evenwicht tussen holistische en lokalisationistische opvattingen




2

, • Hersenen-als-geheel is één complex functioneel systeem, waarbinnen diverse subsystemen een eigen
bijdrage aan de gezamenlijke activiteit leveren
o Buitengewoon flexibel en adaptief
• Luria omvatte de functionele architectuur van de hersenen samen aan de hand van 3 globale
indelingen:
o Drie voortdurende interacterende functionele eenheden (units); gerelateerd aan
respectievelijk subcorticale, posterieure en anterieure hersengebieden
▪ Respectievelijk activatie, input en output
▪ Regulatie van waakzaamheid en aandacht
▪ Stoornissen: letsel in hersenstam, diëncefalon en mediale gebieden grote hersenen
o Drie hiërarchische geordende niveaus van verwerking; gerelateerd aan de primaire, secundaire
en tertiaire ‘zones’ in de hersenen
▪ Cognitieve informatieverwerking; waarneming, verwerking en opslag van informatie
▪ Stoornissen: letsel achter centrale fissuur, posterieure gebieden van de laterale
cortex
o Gedrag dat wel of niet gereguleerd wordt door taalprocessen; gerelateerd aan respectievelijk
de linker- en rechterhemisfeer
▪ Organisatie van gedrag; planning, regulatie en monitoring van doelgerichte
activiteiten
▪ Stoornissen; letsel in de gebieden vóór de centrale fissuur; motorische,
premotorische en prefrontale cortex
• Primaire zones: projectiegebieden van zintuigen en motoriek
o Modaliteitsspecifiek occipitaal gebied (visueel) —> eerste eenheid
o Temporaal gebied (auditief) —> eerste eenheid
o Postcenrtale gebieden (sensibel) —> tweede eenheid
o Precentrale gebied (motorisch) —> derde eenheid
• Secundaire zones: grenzen aan de primaire zone en zijn eveneens nog grotendeels modaliteitsspecifiek
o Tweede eenheid; verdere verwerking van, en betekenisverlening aan de binnenkomende
informatie
o Derde eenheid; voorbereiding van motoriek
• Tertiaire zones: overblijvende gebieden, met name het temporo-pariëto-occipitale overgangsgebied en
de prefrontale cortex
o Meest-specifieke menselijke structuren
o Noodzakelijk voor multimodale en cognitieve integratie (door de tweede eenheid)
o Vormen van intenties en plannen en evalueren van eigen gedrag (derde eenheid)

Een eerste aanzet: de testbatterij

• Franz: inhoudelijke vraagstukken, afasie en lokalisatie
o Gebruikte klinische tests om eventuele stoornissen in waarneming, geheugen en taal te
detecteren
• Halstead: verrichtte onderzoek naar het effect van hersenletsel, met name frontale laesies, op
intelligentie
o Ontwikkelde allerlei kleine proefjes
• Vervolgens: Halstead-Reitan-testbatterij; conceptuele onderbouwing ontbreekt, meer een
screeningsinstrument

De neuropsychologie als zelfstandige discipline

• Norman Geschwind: schreef groot en invloedrijk artikel over disconnecties, en ging op zoek naar
dubbele dissociaties
• Roger Sperry: onderzocht de effecten van de split-brain operaties bij epilepsie
o Epilepsie kwam onder controle en negatieve effecten waren eigenlijk niet zo groot
• Snelle ontwikkeling van onderzoek naar taalstoornissen en hemisfeerverschillen zorgde ervoor dat de
neuropsychologie een eigenstandig specialisme werd




3

, Cognitieve neuropsychologie

Modules
• Module: vergelijkbaar met een subroutine van een computerprogramma; subroutine kan snel en
efficiënt bepaalde informatie opnemen, verwerken en het resultaat weer teruggeven
o Onderscheid tussen representatie: informatie die door een module verwerkt kan worden of als
output wordt opgeleverd
o Proces: berekeningen, computations of transformaties die op de representaties worden
uitgevoerd
• Een module moet voldoen aan een aantal kenmerken volgens Fodor:
o Domain specific: kan alleen bepaalde informatie verwerken
o Innateness: is aangeboren
o Encapsulated: doet zijn werk ongeacht wat andere processen doen, wat wil zeggen dat andere
processen de werking van de module niet kunnen beïnvloeden
o Fixed neural structure: een module is een computationeel autonoom en beschikt over zijn
eigen neurale structuur, hetgeen betekent dat een module geen aandachtscapaciteit,
geheugenprocessen of andere processen deelt met andere modules
• Cognitieve neuropsychologie: analyseert systematisch effecten van hersenbeschadiging op cognitieve
functies, vooral door naar de aard van de fouten te kijken
• Marr: bij een cognitieve functie gaat het om de omzetting van informatie van een bepaalde soort nar
een andere soort
o Seriële verwerking: omzetting van informatie naar een volgend niveau van representatie
▪ Maar er kan ook parallelle verwerking plaatsvinden
▪ Distributed: object in het geheugen is niet op een specifieke plaats gelokaliseerd,
maar bestaat uit elementen die wijd verspreid in het netwerk (de hersenen) kunnen
liggen

Neurale netwerken
• Neurale netwerken: computersimulaties die bepaalde cognitieve functies nabootsen
o Systeem bestaat uit grote verzameling knopen (cellen) die met elkaar verbonden zijn (door
dendrieten)
o Door leerprocessen worden bepaalde verbindingen versterkt
o Ook wel connectionistiche modellen
• Emergente eigenschap: eigenschap die als vanzelf naar voren komt
• Graceful degradation: door beschadiging valt niet de hele functie uit, maar wordt een deel van de
informatie niet meegewogen
• Content addressability: bij neurale netwerken kan een klein deel van de informatie al het gehele
geheugenspoor activeren

Neurobeeldvorming
• Bijvoorbeeld CT-scan, MRI, ERP: kunnen functionele eigenschappen van het brein meten en niet per se
de anatomische structuur
• Sommige technieken maken een zeer nauwkeurige analyse van processen in de tijd mogelijk, andere
juist om de precieze plaats ervan in beeld te brengen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahvanrhoon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62  8x  sold
  • (3)
  Add to cart