Training voor het nieuwe examen met historische contexten
Dit is een samenvatting van Hoofdstuk 5 van het eindexamenkatern vanaf paragraaf 3 met tijdlijnen en de belangrijkste informatie uit het hoofdstuk. Ideale voorbereiding op het eindexamen
Hoofdstuk 5 Verlichtingsideeen en de democratische revoluties 1650-1848
3 De Franse revolutie
Indirecte oorzaken van de Franse revolutie:
Standensamenleving, verdeeld (vanaf de middeleeuwen) in geestelijken (eerste stand),
edelen (tweede stand) en gegoede boeren en gegoede burgers in steden
De arme bevolking in steden en op het platteland werden hierin niet meegerekend
De ongelijkheid in land en privileges
De kerk bezat ongeveer 10% van het land in Frankrijk, terwijl de geestelijken slechts 1% van
de bevolking vormden, de kerk betaalde geen belasting, maar het volk betaalde belasting
aan de kerk; De
adel bezat ongeveer 20% van het land in Frankrijk maar 1,5% van de bevolking was van adel
Edelen betaalden bijna geen belasting
Edelen kregen belangrijkste functies in de kerk, het leger en in het bestuur van het land
Ontevredenheid onder andere bevolkingsgroepen
80% van de bevolking was boer. Zij wilden meer grond, eerlijkere belasting en geen werk in
de vorm van herendiensten 2%
van de bevolking werkte in de nijverheid. Zij vonden dat ze te lang en te hard moesten
werken in te slechte, onveilige en ongezonde omstandigheden met een te laag loon.
De stedelijke burgerij waren het niet eens met de belangrijke functies van de edelen in het
bestuur, leger en kerk; en dat de edelen weinig belasting betaalden. Ze wilden ook vrijheid
van meninguiting en drukpers
Slecht bestuur
Frankrijk had grote schulden vanwege de oorlogen die Franse koningen voerden
Hoge functies werden gekocht door mensen met veel geld, maar weinig kennis en ervaring
De rechtspraak was oneerlijk; De derde stand werd veel zwaarder gestraft voor dezelfde
vergrijpen dan mensen uit de andere 2 standen De
koning deed hier weinig tegen
Groene tekst: cahiers des doleances (1789)
In elke gemeente kozen bewoners hun afgevaardigde voor de Staten-Generaal, maar zij maakten
ook hun klachten en wensen kenbaar in bezwaarschriften (cahiers des doleances) die mee werden
genomen naar de Staten-Generaal. Deze schriften kwamen van alle standen, maar de meesten van
de derde stand; zij klaagden over de voorrechten van de geestelijkheid en adel en over de
belastingen, en zij wensten een eerlijke manier van stemmen voor de Staten-Generaal.
Deze schriften werden later wel het testament van de oude Franse samenleving genoemd. Ze geven
een beeld van de meningen en verwachtingen en droegen bij aan politieke bewustwording.
Verloop van de Franse revolutie:
De derde stand komt in verzet tijdens de Staten-Generaal en sticht de nationale vergadering
De koning wilde meer belasting vragen van de adel en geestelijkheid tegen de financiële crisis; de
edelen weigerden en zeiden dat er toestemming moest komen van de Staten-Generaal. De koning
riep voor het eerst sinds 1614 de staten generaal bijeen. (hiervoor werden de bezwaarschriften
opgesteld)
,In de staten generaal werd per stand gestemd. De edelen dachten te kunnen winnen met steun van
de geestelijkheid, maar de derde stand riep zich uit tot de Nationale vergadering en vergaderde
apart
De nationale vergadering besloot dat Frankrijk een grondwet moest krijgen, met minder macht voor
de koning en vastlegging van burgerrechten en plichten
Zij kregen steun van lage geestelijken en een aantal edelen
Het verbod van de nationale vergadering leidt tot de bestorming van de Bastille en de eerste
revolutie
De koning was woedend en verbood de Nationale vergadering bijeen te komen, maar de Derde
stand negeerde dit. De koning trok het verbod in maar liet troepen naar Parijs trekken.
De Parijse bevolking was bang voor deze troepen en bestormde de Bastille
Boeren raken door geruchten in paniek en plunderen adellijke landgoederen. De edelen vluchten het
land uit.
Een menigte Parijse burgers trok naar Versailles om de koning en nationale vergadering naar Parijs
het halen. Het gebeurde.
Uit angst keurde de koning alle besluiten van de Nationale vergadering goed. Deze werden
grotendeels opgenomen in de grondwet van 1791, zo kwam er
- afschaffing van de voorrechten van edelen en geestelijken
- openstelling van alle ambten in regering, kerk en leger
- toestemming aan rijke burgers en boeren om grond te kopen die van de kerk afgenomen
was
- sterke beperking vd macht vd koning
- invoering van de trias politica
- invoering van beperkt kiesrecht voor gegoede burgers
Al in 1789 had de Nationale vergadering in een verklaring van de rechten van de mens en de burger
verlichtingsideeen vastgelegd, deze werd nu inleiding van de grondwet
Groene tekst: hoe verlicht was de wet ‘le chapelier’ uit 1791
Deze wet door Jacobijn Le Chapelier was een economisch verlichte wet die vrijheid van ondernemen
invoerde en alle organisaties zoals gilden verbood toegang tot een beroep te belemmeren. Een
ander artikel verbood burgers behorend tot dezelfde beroepen onderling te overleggen en
overeenkomsten te sluiten. Het artikel hield ook een verbod in voor arbeiders om zich te verenigen
en of gezamenlijk te staken tegen hun werkgever.
Tweede revolutie: Franrkijk wordt een republiek en de radicalen verslaan hun vijanden
Op 20 juni 1791 probeerde Lodewijk XVI met Marie Antoinette en hun kinderen uit het buitenland te
vluchten,
Ze werden onderweg herkend en gevangen genomen.
, Op 10 augustus 1792 werd Lodewijk afgezet, nadat een menigte zijn verblijfplaats in Parijs had
bestormd. Dit wordt wel de tweede revolutie genoemd.
De revolutionaire regering wist dat andere landen de revolutie niet gunstig gezind waren, zo
verklaarden ze in april 1792 de oorlog aan Oostenrijk, wat steun kreeg van Pruisen.
Na het afzetten van Lodewijk werd in september 1792 de republiek uitgeroepen.
Met een zeer kleine meerderheid werd Lodewijk in januari 1793 veroordeeld tot de doodsstraf.
Er kwam een conflict tussen gematigde Girondijnen en radicale Jacobijnen. De Girondijnen vonden
de verandering genoeg, de radicalen wilden oa stemrecht voor iedereen, verhoging van de lonen en
verlaging van de prijzen.
In juni 1793 omsingelden 80.000 gewapende Parijzenaren het parlementsgebouw, zij wilden 29
girondijnen gevangennemen.
Onder leiding van Robespierre begonnen de Jacobijnen de terreur. In totaal werden hierbij 35.216
burgers gedood.
De Jacobijnen kwamen met maatregelen zoals een wet die maximumprijzen invoerde voor eerste
levensbehoeften, en voerde als eerste land in de geschiedenis de dienstplicht in, waarbij je alleen
officier kon worden als je geschikt was.
Ze wilden een nieuwe grondwet met kiesrecht voor iedereen, recht op onderwijs voor iedereen en
overheidszorg voor de armen, maar die kwam niet.
Er kwam een opstand tegen de terreur omdat niemand meer veilig was, en de leiders werden zelf
onthoofd. (juli 1794)
Groene tekst: Het proces van burger Capet (1792)
Lodewijk werd berecht door het in september 1792 nieuwe gekozen parlement (de Nationale
Conventie). Hij werd aangesproken als burger Louis (=Lodewijk) Capet, een voorouder van hem, en
beschuldigt van landverraad en samenzwering tegen de staat. Het proces duurde van 10 tot 26
december. 2 dingen werden besloten: afschaffing van het koningschap en doodstraf voor Lodewijk.
Het proces had weinig met rechtspraak te maken, want de parlementsleden waren aanklager,
getuige, jury en rechter; er werd niet anoniem gestemd, dus de leden stonden onder grote druk (de
leden die tegen executie waren); Hij werd veroordeeld voor zijn daden als koning, maar vanuit de
grondwet waren zijn ministers verantwoordelijk; Het parlement hield zich niet aan de regel dat er
een driekwart meerderheid voor moest zijn; Het pleidooi van de advocaat van Lodewijk was
indrukwekkend, dus het vonnis werd uitgesteld om het pleidooi te vergeten én er was geen hoger
beroep mogelijk
Het directoire, een periode van onrust en chaos
Na de terreur kregen de gematigden weer de macht.
In november 1795 kregen 5 personen, directeuren genoemd, de leiding, waarvan jaarlijks een werd
vervangen. Deze periode, van 1795 tot 1799, wordt het directoire genoemd. In deze periode gingen
veel van de democratische ideeen verloren, omdat de directeuren tot de rijke burgers behoorden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikedikkerboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.