Samenvatting omgevingsrecht
ruimte K4
Week 1
Een omschrijving van het begrip ‘ruimtelijk bestuursrecht’ geven;
Om de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen worden bepaalde
bestemmingen aan bepaalde gebieden verbonden. Het ruimtelijk bestuursrecht ziet
op de manier hoe de overheid de ruimte inricht. Hoe dit gebeurt, wordt in Nederland
geregeld via de Wro en daaruit afgeleid Bro (AMvB).
Er zijn twee functies terug te vinden in de wetten:
1. Waarborgfunctie De waarborgfunctie is voor de burger die tegengewicht moet
kunnen geven aan de ingrijpende overheid.
2. Instrumentele functie De instrumentele functie is voor de overheid, die
de ruimte moet kunnen inrichten.
De uitgangspunten van het ruimtelijk ordeningsrecht beschrijven;
Een van de uitgangspunten van de Wro is dat er een scheiding wordt gemaakt
tussen beleid, de normstelling en de uitvoering.
Structuurvisies (= indicatief) De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de
voorgenomen ontwikkelingen van dat gebied en de hoofzaken van het te voeren
ruimtelijk beleid. In de structuurvisie zal eveneens moeten worden aangegeven op
welke wijze de voorgenomen ontwikkelingen zullen worden verwezenlijkt (art. 2.1 t/m
2.3 Wro).
Structuurvisies worden vastgesteld ten behoeve van een goede ruimtelijke
ordening. Structuurvisies zijn niet-bindend(indicatief)
Bestemmingsplan (= normatief) In het bestemmingsplan worden de
gebruiksmogelijkheden van de juridische grond bindend vastgelegd.
Een ander uitgangspunt is dat de normstelling gescheiden dient te geschieden door
het meest geschikte overheidsorgaan. Dit is in beginsel het laagste overheidsniveau
(de gemeente). Wel zijn er centrale regels, want sommige aspecten kunnen namelijk
niet overgelaten worden aan de gemeenten. Wanneer het Rijk of de provincie iets
bepaald, dan moet de gemeente hier ook naar luisteren.
,De relatie tussen Wro/Bro en Wabo/Bor uitleggen;
Wro/Bro
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) staat hoe ruimtelijke plannen tot stand komen
en welke bestuurslaag voor wat verantwoordelijk is. Ook benoemt de Wro de
gemeentelijke instrumenten voor ruimtelijke ordening. Het gaat hierbij om de
structuurvisie, het bestemmingsplan, de beheersverordening en het afwijken van het
bestemmingsplan.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de nadere uitwerking van de Wro. In het Bro
is onder meer vastgesteld dat gemeenten rekening moeten houden met
cultuurhistorie bij het opstellen van bestemmingsplannen. Dat betekent dat
gemeenten onderzoek moeten doen naar de cultuurhistorische waarden van een
bestemmingsplangebied. Het gaat om een integrale beschouwing van cultuurhistorie:
een combinatie van gebouwd erfgoed, archeologie en cultuurlandschap.
Wabo/Bor
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis van het
vergunningsvrij bouwen.
Dit is verder uitgewerkt in het Besluit omgevingsrecht (Bor). De Bor bevat onder meer
een aanvullende lijst van vergunningplichtig activiteiten, een lijst met
omgevingsvergunningsvrije bouwactiviteiten, een afwijkende aanwijzing van het
bevoegd gezag, regels voor de wijze waarop de aanvraag om omgevingsvergunning
moet worden ingediend, voorschriften die aan een omgevingsvergunning kunnen
worden verbonden en regels voor de behandeling van de aanvraag.
Doel en inhoud van de structuurvisie weergeven;
Structuurvisie De gemeente De provincie Het Rijk
Verplicht Art. 2.1 lid 1 Wro Art. 2.2 lid 1 Wro Art. 2.3 lid 1 Wro
Facultatief Art. 2.1 lid 2 Wro Art. 2.2 lid 2 Wro Art. 2.3 lid 2 Wro
Wat is een structuurvisie?
Structuurvisies zijn indicatieve plannen waarin de hoofdlijnen van voorgenomen
ontwikkelingen worden opgesteld. Structuurvisies kunnen verplicht of facultatief zijn.
Verplichte structuurvisie: algemene structuurvisie met daarin de hoofdzaken van het
ruimtelijk beleid. Meer algemeen karakter, allerlei onderwerpen. De overheid moet
deze opstellen. Bv. Infrastructuur, rijkstructuur. (stelt)
Facultatieve structuurvisie: structuurvisie met betrekking tot bepaalde aspecten van
het ruimtelijk beleid. Gaat over enkel een onderdeel van het ruimtelijke beleid, bv
windmolens, woningbouw. Hij is niet verplicht maar kan wel. (kan)
Voorbeeld; art. 2.1 Wro
Lid 1: ‘stelt’ wijst erop dat het verplicht is voor de gemeenteraad om een
structuurvisie vast te stellen met daarin de hoofdzaken van het te voeren beleid. Dit
is een verplichte structuurvisie.
Lid 2: ‘kan’ wijst erop dat het hier gaat om een facultatieve structuurvisie. Het is dus
niet verplicht voor de gemeenteraad om deze te maken.
Lid 3: de structuurvisie moet weergeven/ kenbaar maken hoe ze het gaan doen
, De structuurvisie bevat beleid: hierin geeft de overheid aan wat ze met een ruimte
willen voor de komende jaren. De behoefte binnen een gemeente, de ontwikkelingen
en welke plannen ze hebben.
Denk aan: Is er bijvoorbeeld behoefte aan woningbouw? Zo ja, waar gaan we die
bouwen? Buitengebied of binnen de bebouwde kom? Wat dan met het buitengebied?
Evt. recreatie. Waar gaan ondernemers heen? Bijvoorbeeld leegstaande gebouwen.
De gemeente moet, als het gaat om een structuurvisie die ontwikkelingen omvat, op
grond van art. 2.1 lid 3 Wro de wijze waarop de gemeenteraad deze ontwikkelingen
wilt verwezenlijken omvatten (uitvoeringsparagraaf opnemen). Dit geldt ook voor de
provincie en het Rijk.
De structuurvisie, art. 2.1 Wro, heeft geen rechtsgevolg en is geen besluit in de zin
van art. 1:3 Awb. Dus er is geen mogelijkheid tot beroep, art.8:1 Awb en geen
voorafgaand bezwaar, art. 7:1 Awb. Eventuele zienswijze zijn ook niet mogelijk op
grond van art. 2.4 lid 2 Wro jo. 1.3.1 lid 2 sub b Bro. De structuurvisie is al
vastgesteld op het moment dat een belanghebbende het leest.
De totstandkomingsprocedure van een structuurvisie beschrijven;
De Wro kent geen verplicht voorbereidingsprocedure voor structuurvisies. Wel zal
van het voornemen om een structuurvisie vast te stellen overeenkomstig art. 3:12
Awb kennis moeten worden gegeven in de dag-, nieuws- of huis- aan huisbladen of
op een andere geschikte wijze. De kennisgeving van het voornemen tot het
vaststellen van een rijksstructuurvisie dient in ieder geval in de Staatscourant te
worden gepubliceerd. Bij de kennisgeving wordt vermeld of en op welke wijze
publieke participatie zal plaatsvinden.
Er is geen wettelijke basis voor inspraak op basis van de Wro, art. 2.3 Wro zegt niets.
Kijk naar de Bro; art. 1.3.1; hierin staat dat er een mogelijkheid kan worden gegeven
aan burgers of andere overheden om zienswijze in te dienen.
En kijk naar art. 2.1.1 Bro staat dat er in de structuurvisie moeten worden
aangegeven op welke wijze organisaties en burgers worden betrokken
Een structuurvisie van het Rijk mag bijvoorbeeld niet worden vastgesteld voordat de
Tweede Kamer daarover heeft beraadslaagd. De Tweede Kamer moet dus formeel
bij de totstandkoming van de structuurvisie betrokken worden o.g.v. art. 2.3 lid 4 Wro
(hij moet het overleggen aan de Tweede Kamer en dan gaat de kamer over tot de
formele behandeling). Onze Minister stelt de structuurvisie vast en legt deze voor
aan de Tweede Kamer.
Zowel in de Wro als in de Bro staan geen andere termijnen aangeven voor
structuurvisies. Een structuurvisie blijft dus altijd geldig.
Kan het college van B&W een structuurvisie vaststellen?
De gemeentelijke structuurvisie wordt door de gemeenteraad vastgesteld, art. 2.1
Wro. Op grond van art. 10:15 Awb mag er alleen gedelegeerd worden, indien dit
wettelijk is voorzien. Op grond van art. 2.1 lid 4 Wro kan de gemeenteraad een
structuurvisie vaststellen samen met de raden van andere gemeenten. De wet stelt
hier niet over delegeren en dus blijft de bevoegdheid tot het vaststellen van een
structuurvisie bij de gemeenteraad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rachelbrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.15. You're not tied to anything after your purchase.