HOOFDSTUK 21: RESTORATION, REFORM AND REVOLUTION,
1814-1848
RESTORATION AND REACTION, 1814-1830
The Congress of Vienna, 1814-1815
Na de val van Napoleon kwamen de grootmachten - Oostenrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en
Rusland - bij elkaar in 1814 bij het Congres van Wenen om een vredespact te sluiten.
Nieuwe grenzen werden getrokken, gebieden werden verdeeld en enkele monarchen kregen
hun macht terug.
Tijdens het congres werd Piëmont-Sardinië gecreëerd, België aan Nederland toegevoegd,
Pruisen vergroot en de grenzen van Frankrijk versterkt. Hoofdpersoon in het congres was de
Oostenrijkse Minister van Buitenlandse Zaken, prins Clemens von Metternich.
Ondanks dat Frankrijk oorspronkelijk de vijand was voegde ze zich uiteindelijk bij de
grootmachten. Deze vijf grootmachten stonden ook wel bekend als het Concert van Europa.
Restored Monarchs in Western Europe
In Frankrijk kwam de familie Bourbon aan de macht en keerde de tijd terug naar een
constitutionele monarchie, onder Louis XVIII. Hij begreep dat er een parlement moest zijn
om het volk in elk geval tijdelijk tevreden te houden.
Groot-Brittannië had een voor die tijd acceptabele grondwet en een parlementaire overheid.
Na een lange tijd oorlogen gevoerd te hebben verhoogde ze de tarieven op geïmporteerd
graan met de Graanwetten (Corn Laws) in 1815. Hiermee konden Britse producenten van
graan hogere prijzen vragen, maar dit leidde tot onvrede. In augustus 1819 verzamelden
zesduizend mensen zich in Manchester om onder andere universeel stemrecht te eisen
maar werden ontmoet met zoveel geweld dat de confrontatie werd omgedoopt tot het
“Peterloo Massacre”. Het parlement voerde de Zes Acten in, waarmee o.a. vrijheid van
meningsuiting sterk beperkt werd.
Eastern Europe
Nationale en revolutionaire ideeën en gevoelens werden zoveel mogelijk onderdrukt in
Oostenrijk en de Duitse staten. Pruisen werd overheerst door een koning en aristocraten die
veel land in bezit hadden. Toen studenten zich inzetten voor een verenigd rijk voerde
Metternich de Besluiten van Karlsbad door, die restricties legden op de pers en
universiteiten.
Rusland was bij uitstek het meest autocratisch onder tsaar Alexander I. Hij gaf Polen een
liberale grondwet zonder hetzelfde te doen voor zijn eigen volk, wist het lijfeigenschap niet af
te schaffen en werd steeds meer autoritair toen men in opstand kwam.
Toen hij stierf in 1825 was er discussie over wie hem zou opvolgen. De
Decembristenopstand vond plaats toen aanhangers van Alexanders oudere broer
Constantijn hem op de troon wilden plaatsen in plaats van de jongere broer Nicolaas I. Deze
faalde, en Nicolaas verbande zijn tegenstanders naar het buitenland.
Spain and Its Colonies
Spanje had in 1812 onder Napoleon een democratische grondwet opgesteld, maar in 1814
keerde Ferdinand VII, de koning die door Napoleon van de troon was gestoten, terug. Hij liet
liberalen arresteren en hij versterkte zijn macht over koloniën in Amerika. Dit ging echter niet
als gepland en tegen 1825 waren ze allemaal afhankelijk.
, IDEOLOGICAL CONFRONTATIONS
Conservatism
Conservatisme was de ideologie en stroming van mensen die de monarchie, aristocratie en
de bestaande staatsgodsdienst steunden en geen voorstanders waren van verandering.
Velen wilden terug naar het Ancien Régime of het huidige bestuur behouden. Het werd ook
beïnvloed door het romanticisme.
Romanticism
Het Romanticisme was de cultuurstroming die zich afzette tegen het rationalisme van de
Verlichting en in plaats daarvan zich focuste op de verheerlijking van het verleden.
Gevoelens, natuur en sentiment waren erg belangrijk.
Nationalism
Nationalisme is de overtuiging dat een groep mensen zijn identiteit ontleent aan hun staat en
loyaal horen te zijn aan deze staat. De eisen voor een staat zijn meestal een gedeelde taal,
religie en politieke autoriteit, naast tradities en gedeelde geschiedenis. In de eerste helft van
de 19e eeuw voelden mensen vooral sterkere affiniteit voor de mensen in hun directe
omgeving, maar na nationale propaganda veranderde dat.
Liberalism
Het algemeen liberalisme staat voor het minimaliseren van invloed van de overheid. Het
benadrukt individuele vrijheid.
Economic Liberalism
Het doel van economisch liberalisme was zo min mogelijk interventie van de overheid in de
economie; een vrije markt; de mogelijkheid om zelf prijzen te bepalen. Laissez-faire is een
Franse term die staat voor het vrij kunnen reguleren van de economie.
Political Liberalism
Hier gold eveneens zo min mogelijk interventie van de overheid in de privésfeer. Een
stroming die het hier minder mee eens was, was het utilisme van J.S. Mill, die vond dat de
overheid mocht ingrijpen als dat beter was voor het volk.
Vele liberalen waren echter tegen democratie uit angst dat het “gewone” volk makkelijk
beïnvloed kon worden door een demagoog.
Socialism
Socialisme was een economische, sociale en politieke doctrine en stond voor eerlijke
verdeling van eigendom.
Early Socialist Thinkers
Franse denkers begonnen tijdens de Franse Revolutie en daarna bij te dragen aan
socialistische ideeën. Ze geloofden dat de staat moest zorgen voor het welzijn van het volk,
en dat het volk beter kon samenwerken.
Meerdere mensen probeerden socialisme op hun eigen manier vorm te geven, allemaal met
het idee dat samenwerking en eerlijke verdeling essentieel waren voor een goede
samenleving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isawissink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.