De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Jenny Gerbecks Sociale ongelijkheid
College 1 – Introductie
Wie heeft wat en wie niet? Ongelijkheid van verdelingen (stratificatie)
Wie krijgt wat en wie niet? Ongelijkheid van kansen (mobiliteit)
Inkomensratio: rj; inkomen van individu J (Xj) gedeeld door gemiddeld inkomen
Gini-coëfficiënt: vergelijkt inkomen van grope j met het inkomen van alle andere groepen. Formule:
Hoe hoger de inkomensratio, hoe belangrijker voor de ongelijkheid
Berekeningen: (alles voor j1)
Pj = N/totaal 10/215.00
Inkomensratio = Xj / (Xj*Pj totaal) 10000/488.97
qj = 1 – pj
(voor alles vanaf 2 geldt 1 – pj1 – pj2, etc…)
Qj = 0+pj(n-1)
(voor 1 is Qj=0, voor 2 is Qj 0+0.05 voor 2 0+0.05+0.09, etc…)
qj – Qj spreekt voor zich neem ik aan… 0.95 - 0.00 = 0.95
pjrj(qj-Qj) = spreekt ook voor zich 0.05 * 20.45 * 0.95
Gini = pjrj(qj-Qj)1 + pjrj(qj-Qj)2 + etc.
Laatste kolom dus gewoon optellen
Inkomensongelijkheid in de wereld
Ig = Ib + Iw
Ig = inkomensongelijkheid wereld
Ib = ongelijkheid tussen landen
Iw = ongelijkheid binnen landen
Firebaugh & Goesling (2004)
Aggregatieparadox:
globale inkomensongelijkheid is toegenomen tussen 1800 en 1950.
Laatste (twee) decennia is de globale inkomensongelijkheid afgenomen wordt tegenwoordig
voornamelijk bepaald door de ongelijkheid tussen landen.
o De recente afname wordt niet veroorzaakt door een afname in ongelijkheid binnen landen,
want deze neemt juist eerder toe!
komt doordat de ongelijkheid tussen landen is afgenomen kan veroorzaakt worden door:
o Verschillen in bevolkingsgroei tussen landen
o Verschillen in inkomensgroei tussen landen
Verschillen in industrialisatie/post-industrialisatie, want:
1
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Jenny Gerbecks Sociale ongelijkheid
o Gemiddeld inkomen van de rijke landne is sneller gestegen dan gemiddeld
o Gemiddeld inkomen van de armste landen is langzamer gestegen dan gemiddeld
o Bevolking in de armste landen is het sterkste toegenomen
o waarom dan geen toename in ongelijkheid, maar afname?
Doordat het inkomen van zeer grote en relatief arme landen sneller steeg dan
gemiddeld!
Inkomens vergelijkbaar maken:
Mobiliteitstabellen. relatie tussen twee personen die worden gekarateriseerd door hetzelfde kenmerk ( bv
beroep vader en beroep zoon) geeft adequaat beeld van de mate van sociale mobiliteit
300+300 = 600 immobiele personen
100+300 = 400 mobiele personen
300 opwaarts mobiel (laag ouders, hoog kinderen)
100 neerwaarts mobiel (hoog ouders, laag kinderen)
Totale mobiliteit = structurele mobiliteit + circulatiemobiliteit
Structurele mobiliteit = |600-400| + |400-600| = = 0,4 * 100 = 40%
Ofwel; (| totaal hoog kind – totaal hoog ouders | + | tot laag kind – tot laag ouder |) / totaal
Circulatiemobiliteit = absolute mobiliteit – structurele mobiliteit
Absoluut was (600/1000) * 100 = 60%
Circulatiemobiliteit is dus 60 – 40 = 20%
Openheid in samenleving: vaststellen via odds ratio berekening
(a/b)/(c/d) = (300/100) / (300/300) = 3
Odds ratio van 1 duidt op gelijk kansen (maximale circulatiemobiliteit); naarmate de odds ratio groter
is, is de circulatiemobiliteit kleiner en zijn de kansen ongelijker.
Micro-verklaringen = individuen, macro-verklaringen = contexten.
Waarom is soc ongelijkheid in de ene context sterker dan in de ander econtext?
multiniveau-probleem: kenmerken van contexten beïnvloeden individueel gedrag, om ze al dan niet als
restrictie werken.
Macro-verklaringen gana meestal over historische ontwikkelingen of over internationale vergelijkingen.
Wat observeren we?
2
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jehnnycash. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.53. You're not tied to anything after your purchase.