100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 2e druk Bedrijfskunde Integraal (H6-H10) $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting 2e druk Bedrijfskunde Integraal (H6-H10)

 50 views  3 purchases
  • Module
  • Institution
  • Book

Gedetailleerde samenvatting 2e Bedrijfskunde Integraal (H6-H10)

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • Hoofdstuk 6 t/m 10
  • January 19, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Bedrijfskunde Integraal 2e druk (H6-H10)
Hoofdstuk 6 – Bedrijfsprocessen besturen
6.1 Sturing: vormen en criteria
Waarom besturen?
Via sturing houden bedrijven het organisatieproces onder controle. Er zijn verschillende redenen
waarom een bedrijf aan sturing moet doen:

1. Aanpassen aan gewijzigde omstandigheden met externe en interne metingen.
2. Verminderen van fouten en het voorkomen van een opeenstapeling van fouten.
3. Kunnen omgaan met complexiteit.
4. Minimaliseren van kosten.

Vormen van sturing
• Corrigerende of curatieve sturing: Een bedrijf kan achteraf constateren dat ze haar doelen
niet gehaald heeft en zal dan bijsturen.
• Preventieve sturing: Sturing waarbij het bedrijf vooraf probeert fouten of het niet halen van
de doelen te voorkomen.

De criteria voor de effectiviteit van sturing
Er zijn verschillende criteria voor de effectiviteit van sturingsmethoden. De volgende vragen kunnen
helpen bij het bepalen van de effectiviteit van de sturingsmethoden:

• Is er een duidelijk verband tussen de sturingsmethode en het gewenste resultaat (doel)?
• Wordt de juiste sturingsmethode gebruikt?
• Is de methode objectief?
• Is de methode compleet? Leidt ze tot het bereiken van alle gewenste resultaten?
• Is de methode snel genoeg?
• Is de methode accuraat?
• Wordt de methode door iedereen aanvaard?
• Ziet iedereen het nut van de methode in?

6.2 Sturing via een systeembenadering
De voorwaartskoppelende sturing
Op basis van planning wordt een bepaalde te bewerken invoer het bedrijf ingestuurd. Door nu deze
ingaande stroom al te meten voor ze het bedrijf bereik, kan het bedrijf vooraf controleren of de
procesgang goed zal verlopen. Klopt er iets niet, dan kan het bedrijf ingrijpen door middel van een
regelactie.

De achterwaartskoppelende sturing
Dit is een terugkoppelend proces. Hier wordt de uitvoer gemeten en vergeleken met de
planningsnorm. Als er afwijkingen van die norm worden geconstateerd, wordt er ingegrepen.

6.3 Sturing volgens Merchant
Kenneth Merchant (1985) onderscheidt drie vormen van sturing:

1. Resultatensturing: terugkoppelend sturingsproces. De resultaten die gerealiseerd zijn door
individuen of groepen worden vergeleken met de productiedoelstellingen.
2. Activiteitensturing: sturingsproces waarbij gestuurd wordt op het bevorderen van positieve
acties.

,3. Personeelssturing: hier wil de bedrijfsleiding bevorderen dat werknemers de gewenste
(beroeps)houding aannemen en daarmee het gewenste gedrag vertonen.

6.4 Sturing volgens De Leeuw
In zijn systeemmodel over besturing is er altijd sprake van een besturend orgaan en een besturend
systeem. De Leeuw stelt de volgende vragen om inzicht te krijgen in de kwaliteit van besturing:

1. Heeft het besturend orgaan (BO) een idee over de gewenste richting?
2. Heeft het BO voldoende en adequate informatie over de omgevingsinvloeden op BS?
3. Heeft het BO informatie over de toestand van het BS?
4. Heeft het BO inzicht in de werking van het systeem?
5. Heeft het BO zelf voldoende besturende maatregelen?
6. Heeft het BO voldoende capaciteiten om informatie te verwerken?

6.5 Financiële sturing
Zes elementaire elementen voor de beginnend bedrijfskundige:

Begroting
Een begroting geeft de herkomst en besteding van de verwachte middelen weer.

• Interne begroting: begroting voor mensen binnen het bedrijf
• Externe begroting: begroting voor belanghebbenden buiten het bedrijf
• Liquiditeitsbegroting: bewaakt de financieringsstructuur van het bedrijf
• Meerjarenbegroting: geeft het management inzicht in de gevolgen van het gevoerde en
voorgenomen beleid over een reeks van jaren.

De begroting heeft de volgende functies:

• Budgetteringsfunctie: een begroting is een middel om geld toe te wijzen aan de
verschillende onderdelen en processen in het bedrijf.
• Financieringsfunctie: een begroting dient aan te geven hoe alles dient te worden
gefinancierd.
• Beleidsfunctie: een begroting geeft aan op welke manier het beleid uitgevoerd gaat worden.
• Beheersfunctie: een begroting geeft de kaders aan van het te voeren beleid.
• Autorisatiefunctie: In een begroting wordt aangegeven wie voor welk bedrag welke uitgaven
mag doen.
• Informatiefunctie: Een begroting bevat informatie die is bestemd voor vele
belanghebbenden en belangstellenden.

De financiële planning-en-controlcyclus
1. Begroting
2. Goedkeuring begroting
3. Realisatie
4. Nacalculatie en jaarverslag
5. De volgende ronde in de cyclus

De financiële basis
Bezittingen: activa

• Vaste activa: Dit zijn bezittingen die voor langere tijd van het bedrijf zijn.
• Vlottende activa: betreffen voorraden die het bedrijf in bezit heeft.
• Debiteuren: klanten die nog moeten betalen.

, • Liquide middelen: de kasbank- en girosaldi van het bedrijf.

Schulden: passiva

• Eigen vermogen: het vermogen van de eigenaars dat permanent ter beschikking staat.
• Vreemd vermogen: langlopende en kortlopende schulden (vlottende passiva).
• Crediteuren: leveranciers waar het bedrijf nog aan moet betalen.

Beoordeling balans

1. De verhouding tussen de vermogensbronnen (passiva): de vermogensstructuur.
2. De verhouding tussen de kapitaalgoederen (activa): de kapitaalstructuur.
3. De verhouding van bepaalde bestanddelen van het kapitaal tot het vermogen.

De winst-en-verliesrekening
Doel van een winst-en-verliesrekening is om inzichtelijk te maken hoe een bedrijf kostenpost voor
kostenpost afwerkend van de omzet tot de uiteindelijke netwinst komt.

• Netto-omzet: bestaat uit de opbrengsten die over zijn gehouden aan de verkopen van
goederen en diensten.
• Bruto-omzet: netto-omzet – bepaalde kosten als grondstoffen, diensten, personeel etc.
• Operationele: De verkoop- en algemene beheerskosten die het bedrijf heeft moeten maken
om de omzet mogelijk te maken (reclamekosten, personeelsadministratie).
• Bedrijfsresultaat: Netto-omzet – bruto-omzet – operationele kosten
• Bijzondere baten: opbrengsten en kosten die niet uit de normale bedrijfsactiviteiten
voortkomen.
• Winst voor interest en belastingen = brutowinst
• Interest: rente
• Winst voor belasting & belasting
• Nettowinst: het bedrag wat overblijft na het aftrekken van al deze begrippen

Beoordeling van bedrijven door de bank
Om een bedrijf te beoordelen kijkt een bank vooral naar:

1. De kasstromen van een bedrijf
2. De balans van een bedrijf
3. De winstgevendheid van een bedrijf

De balanced scorecard
De prestatie van een bedrijf wordt vanuit vier verschillende invalshoeken bekeken:

1. Het financiële perspectief: Hoe staat het met de waarde van het bedrijf?
2. Het interne perspectief: Waar wil het bedrijf goed in zijn en waar meet het dat aan af?
3. Het perspectief van de klant: Hoe ziet de klant het bedrijf? Het beeld van de klant
4. Het innovatieve perspectief: Wat doet het bedrijf om zich te verbeteren en waar meet het
bedrijf dat aan af?

Deze genoemde perspectieven worden omgezet in indicatoren waarmee het bedrijf de score op dat
vlak kan aflezen. De kern van de balanced scorecard is dat het een minicockpit van het bedrijf vormt.

Managementkengetallen
Kengetallen zijn getallen die een aantal gemeten grootheden met elkaar in vooraf gedefinieerd
verband brengen. Managementkengetallen zijn die kengetallen die managers gebruiken voor het

, meten van de prestaties van het bedrijf en de sturing van die organisatie. Parmenter (2010)
onderscheidt de volgende kengetallen als stuurinformatie voor het management:

1. Key Result Indicators (KRI’s): indicatoren van belangrijke resultaten
2. Performance Indicators (PI’s): indicatoren van belangrijke prestaties (richtinggevend)
3. Key Performance Indicators (KPI’s): indicatoren van kritieke succesfactoren (KSF’s)

Drie belangrijke criteria bij de beoordeling van bedrijven zijn productiviteit, effectiviteit en efficiëntie.

• Productiviteit: de verhouding tussen het bereikte resultaat en de daarvoor gebrachte offers.
Het niet bereiken van de maximale productiviteit kan aan twee factoren liggen:
1. Het resultaat is minder dan het maximaal haalbare
2. De gegevens offers waren meer dan de minimaal benodigde

Deze twee oorzaken van een productiviteit die lager is dan de maximaal haalbare, wordt uitgedrukt
in verhoudingsgetallen die effectiviteit en efficiëntie genoemd worden.

• Effectiviteit: de verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het normresultaat
(resultaat dat je had moeten halen). Geeft aan in welke mate een bedrijf erin slaagt de
gestelde doelen te bereiken.
• Efficientie: de verhouding tussen de normoffers die je had mogen brengen en de werkelijk
gebrachte offers. Offers die het bedrijf heeft moeten brengen in een poging de gestelde
doelen te bereiken.

Een type managementkengetallen betreft de financiële managementkengetallen. Deze kengetallen
zijn in te delen naar hun nut voor de:

• Solvabiliteit: De mate waarin het bedrijf, in geval het ophoudt te bestaan, in staat is aan alle
schulden te voldoen.
• Liquiditeit: De mate waarin het bedrijf in staat is op korte termijn op tijd zijn kortlopende
schulden te voldoen.
• Activiteit: De mate waarin het bedrijf in staat is zijn bezittingen doelgericht en doelmatig te
gebruiken.
• Rentabiliteit: De mate van winstgevendheid van het in het bedrijf gebruikte vermogen.

Management bij Objectives
Management bij Objectives is een cascade van doelstellingen van groot op bedrijfsniveau naar klein
op individueel werknemersniveau waarmee de organisatie voornamelijk bestuurd wordt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janthenieuwenhuis1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.82  3x  sold
  • (0)
  Add to cart