In dit document vindt je alle aantekeningen van de kennisclips van het vak Onderneming & Overheid.
Week 1: Dataprotectie: juridische en feitelijke bescherming
Week 2: Auteursrecht
Week 3: Octrooirecht
Week 4: Bescherming van software
(Week 5: collegebrij)
Week 6: Merkenrecht
Week 7: Handel...
(week 1) – Dataprotectie: juridische en feitelijke bescherming
Kennisclip 1 - Dataprotectie
Dataprotectie – Belang
- Belang ondernemer
- Bescherming know-how & techniek
- Juridische bescherming
- Feitelijke bescherming (beveiliging op orde? Risicoanalyse? Beschermingsniveau en
handhaving? Bewustwording)
- Feitelijke bescherming
- Informatiebeveiliging
- Bv. virusscanner
- Interne en externe risicoanalyse. Interne: iedereen die voor je werkt.
Externe: concurrenten, klanten, leveranciers en eventueel andere derden.
- Beschermingsniveau: bepalen en implementeren. Ook moet hierop worden
gehandhaafd, anders heeft het geen zin.
- Bewustwording: wachtwoorden die niet rondslingeren, niet iedereen kan bij alle
gegevens. Beperken van locaties en apparaten van waar kan worden ingelogd.
- Rol AVG
Kennisclip 2 – Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb)
Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb) – Belang
- Richtlijn 2016/943/EU: bescherming
- Bedrijfsgeheimen, art 1 Wbb
- Uiterlijk juni 2018 nationale omzetting
- Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen: 23 oktober 2018
- Definitie bedrijfsgeheimen, art 1 Wbb
a. zij is geheim niet algemeen bekend en niet gemakkelijk toegankelijk
b. zij bezit handelswaarde, omdat zij geheim is
c. ondernemingen (rechthebbende) treffen redelijke maatregelen om deze geheim te
houden
Bv. werknemer instrueren dat de informatie geheim is, werken met
geheimhoudingsclausules. Of bijvoorbeeld een (beschermd) bedrijfsterrein.
- Belang vastleggen definitie als er aan de voorwaarden is voldaan dan is er sprake van
een vermogensrecht van art. 3:6 BW.
- Inbreuk op dit recht? 6:162 onrechtmatige daad.
- Geen sprake van een bedrijfsgeheim dan moet je aantonen dat er sprake is van een
wettelijke plicht of een ongeschreven norm. Dit is lastiger.
,- Voordeel Wbb: het object staat centraal, niet de handeling. En meer gelijkwaardigheid van
procespartijen (bv. werknemer vs. werkgever).
- Handhaving van bedrijfsgeheim art. 5 e.v. Wbb.
Wbb – Juridisch kader
- Vermogensrecht (3:6 BW)
- Eigendom (art. 1 Protocol 1 EVRM)
- Procedures ter bescherming van bedrijfsgeheimen
- Processuele waarborgen Richtlijn 2016/943/EU (art. 10 Wbb)
- Bescherming vs. behoud van vertrouwelijkheid
Kennisclip 3 – Introductie IE
Introductie IE-recht en belang
Intellectueel eigendomsrecht: bescherming van prestaties en onderscheidingstekens. Denk
aan technische uitvindingen (octrooirecht), inhoud van een boek (auteursrecht) of het
gebruik van een handelsnaam (handelsnaamrecht).
Catalogusvragen:
1. Wat is de aard van het object en op welk terrein moet dat object liggen?
2. Aan welke inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
3. Welke procedure moet worden doorlopen?
4. Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht?
5. Waaruit bestaat dat uitsluitend recht?
6. Hoe kan men munt slaan uit het uitsluitend recht?
- IE-rechten beperken de concurrentie, er ontstaat een tijdelijk monopolie. Verklaarbaar:
- Billijkheidsargument: als jij iets hebt bedacht, dan mag je daar ook de vruchten van
plukken
- Doelmatigheidsargument: als jij niets terugkrijgt voor je investeringen van
ontwikkelingen, dan wordt er niks ontwikkeld want je verdient er niks aan.
- Beginsel van vrije mededinging
- Ordening concurrentiestrijd:
- Publiekrechtelijk gaat het bv om mededingswet, prijzenwet en warenwet (blijven
buiten beschouwen).
- Privaatrechtelijk (geschreven en ongeschreven) IE-wetten, art. 6:162.
- Rechtvaardigingsgronden IE-rechten
Introductie IE – Juridisch kader
- IE en EU
- Vrij verkeer: art. 34 en
36 VWEU
- Mededingingsrecht: art.
101 en 102 VWEU
, (week 2) – Auteursrecht
Kennisclip 1
Inleiding
- Territorialiteitsbeginsel: betekent dat deze wet alleen van toepassing is op gevallen waarin
een auteursrechthebbende zijn recht in Nederland wil handhaven.
- Het HvJ is de hoogste rechter.
De catalogusvragen hieronder kort beantwoord. Nadere uitwerking in de rest van de sheets.
1. Wat is de aard van het object en op welk terrein moet dat object liggen?
Het moet gaan om een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. art. 1 Aw
2. Aan welke inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
Het moet gaan om een creatieve prestatie met een eigen oorspronkelijk karakter en een
persoonlijk stempel van de maker.
3. Welke procedure moet worden doorlopen?
Schepping van het werk is voldoende.
4. Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht?
De maker.
5. Waaruit bestaat dat uitsluitend recht?
Bestaat uit het openbaar maken en het verveelvoudigen van het werk.
6. Hoe kan men munt slaan uit het uitsluitend recht?
Handhaving door middel van o.d., of een verbod met dwangsom, schadevergoeding,
winstafdracht etc.
Auteursrecht – materiele vereisten (vraag 1 en 2)
- Art. 1 Aw: werk van letterkunde, wetenschap of kunst. 5 elementen:
- Maker
- Werk art. 10 Aw (niet-limitatieve opsomming), art. 11 geeft uitzonderingen.
- Openbaar maken
- Verveelvoudigen
- Beperkingen
- HvJ EU 13 november 2018, C-310/17, ECLI:EU:C:2018:899 (Levola/Smilde)
- Een voortbrengsel moet nauwkeurig en objectief kunnen worden geïdentificeerd en
dat is met een smaak volgens het Hof niet mogelijk omdat deze hoofdzakelijk rust op
smaakbeleving en smaakervaring en deze zijn subjectief en variabel. Want die zijn
bijvoorbeeld afhankelijk van leeftijd of voorkeur van voedsel. En daarom kan een
smaak dus geen werk zijn. Daarmee kan ook worden gezegd dat geur geen werk is.
- Auteursrechtelijke bescherming (eisen) / ‘werk’toets:
1. Voor nauwkeurige en objectieve menselijke waarneming vatbaar (geweest).
2. EOK & PS (= eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SBRZ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.