- Geweldsmonopolie: alleen de overheid mag geweld tegen burgers gebruiken om de orde te
handhaven of criminaliteit op te sporen.
- De politie heeft meerdere bevoegdheden om de orde te handhaven (handhavingstaak) en
criminele activiteiten op te sporen (opsporingstaak).
1. Staande houden: politie vraagt naar persoonsgegevens en verblijfsadres, er moet wel een
reden zijn voor de staandehouding.
2. Aanhouding (arresteren): er is een redelijk vermoeden van schuld dat iemand de wet heeft
overtreden, de politie mag gebruik maken van geweld.
- De politie voert samen met andere diensten de geweldsmonopolie uit.
- We spreken van een staat als een overheid macht en gezag uitoefent over een bepaald volk
op een bepaald grondgebied.
- In een rechtsstaat is deze staat verbonden met het recht: het geheel van geldende
rechtsregels
- Rechtsregels worden door de wetgevende macht voor de hele samenleving gemaakt en
gelden dus voor iedereen, ze bevatten de rechten en plichten van burgers.
- ‘Oorlog van allen tegen’, daar zou sprake van zijn als mensen niet in toom werden gehouden,
zonder hogere macht zouden mensen alleen aan hun eigen belang denken, ‘de mens is een
wolf voor zijn medemens’.
- Mensen ruilen hun vrijheden in bij de hogere macht en krijgen hier orde en veiligheid in de
samenleving voor terug. Deze uitruil is een sociaal contract tussen de burgers en politiek.
- Overheidsdiensten hebben integrale aanpak bij de bestrijding van georganiseerde
criminaliteit, ze zoeken hierbij naar verbanden.
- De officier van justitie moet toestemming geven om een bepaalde opsporingstechniek te
mogen gebruiken, daarna gaat de leiding naar de politie.
- Alle officieren van justitie heten bij elkaar het Openbaar Ministerie (OM).
- Het OM doet ook onderzoek naar de inzet van politiegeweld bij twijfel.
- Voor de politie handige informatie wordt onbruikbaar als blijkt dat de politie de informatie
onrechtmatig heeft verkregen.
- Elke keuze die de politie maakt moet verklaarbaar zijn.
- Een rechtsstaat moet voldoen aan vier met elkaar samenhangende kenmerken
(tegenovergestelde rechtsstaat = politiestaten -> handelen naar machthebbers).
1. Aanwezigheid van grondrechten: beschermen de burgers tegen machtsmisbruik door de
overheid, burgers kunnen zich beroepen op de grondrechten.
2. Legaliteitsbeginsel: biedt burgers rechtszekerheid over 2 dingen:
1. Alles wat de overheid doet moet gebaseerd zijn op de wet
2. Je kunt alleen gestraft worden voor hetgeen wat op dat moment strafbaar is
3. Machtenscheiding: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtelijke macht moeten elkaar
controleren en in balans houden.
4. Onafhankelijke rechtspraak: rechters moeten onafhankelijk en onpartijdig zijn, het recht
wordt in drie rechtsgebieden verdeeld: burgerlijk recht > tussen burgers,
bestuursrecht > tussen burgers en overheid, strafrecht > verdacht van strafbaar feit.
, - Rechtsbescherming: burgers worden door de overheid beschermd tegen willekeur en
machtsmisbruik van de overheid.
- De overheid heeft met het geweldsmonopolie de opdracht gekregen om het recht te
handhaven.
- Iedere burger is schuldig tot het tegendeel bewezen is, iedere burger is voor de wet gelijk.
- De overheid moet afwegen of de rechtsbescherming of de rechtshandhaving zwaarder
weegt.
Paragraaf 2.2:
- Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en wettelijk verboden.
- Preventief fouilleren is wel toegestaan en dit betekent dat de politie mensen die (nog) niet
verdacht zijn aan hun kleiding mogen onderzoeken. De officier van justitie moet hier wel
toestemming voor geven.
- Er mag alleen preventief gefouilleerd worden in een door de burgemeester aangewezen
veiligheidsrisicogebied (of tijdens een evenement).
- De politie maakt bij het fouilleren keuzes, dit is selectief preventief fouilleren.
- Er geldt een identificatieplicht voor alle burgers die 14 jaar of ouder zijn.
- De klassieke grondrechten zijn op 3 manier in te delen.
1. Gelijkheidsrechten: allen die in Nederland zijn worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
2. Politieke rechten: bijvoorbeeld stemmen en zich verkiesbaar stellen.
3. Vrijheidsrechten: bieden burgers bepaalde vrijheden, hierdoor hebben burgers de
mogelijkheid om hun mening kenbaar te maken.
- Naast de klassieke grondrechten bevat de Grondwet ook sociale grondrechten. De overheid
heeft bij deze rechten alleen een inspanningsverplichting, ze moet zorg besteden aan
onderwijs, huisvesting, volksgezondheid en bestaanszekerheid.
- Klassieke grondrechten zijn niet grenzeloos.
- Censuurverbod: je hoeft vooraf aan niemand toestemming te vragen voordat je iets zegt of
publiceert -> vrijheid van meningsuiting.
- Als grondrechten botsen, is het aan de rechter om te bepalen welk recht zwaarder weegt.
- De ingewikkelde procedure om de Grondwet te wijzigen, voorkomt dat een nieuwe
regeringscoalitie snel de grondrechten kan aanpassen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willystouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.