100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Diervoeding Paard en Voedergewassen - Deel Voedergewassen $7.52
Add to cart

Summary

Samenvatting Diervoeding Paard en Voedergewassen - Deel Voedergewassen

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Diervoeding Paard en Voedergewassen - Deel Voedergewassen

Preview 4 out of 40  pages

  • January 19, 2021
  • 40
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Diervoeding Voedergewassen
o Welke eigenschappen heeft het voedergewas?
o Wat gaat het dier eigenlijk ermee doen? -> verteringsfysiologie
o Wat is het praktische gevolg hiervan?
 Voedergewassen
o Basisprincipe: herbivoren
o Voederconversie: dieren selecteren op vlak van productie
 Gebeurt niet bij paardenµ
 Voeding paard
o Enorm afhankelijk van paard

Vragen uit praktijk kunnen beantwoorden!

Hoofdstuk 1: hoofdeigenschappen plantaardige voedermiddelen
 Plantaardig versus dierlijk
o Bepaald door % ruwe celstof
 Uitzonderingen: o.a. melasse -> komt van plantaardig materiaal, maar heeft
geen ruwe celstof
 Plant heeft celwand -> hoe meer stoffen in celwand, hoe meer ruwe celstof
(lignine, cellulose en hemi-cellulose)
o Dierlijke producten -> ruwvezelvrij (bv. biergist)
 Droge stof en water
 Organische stof zeer belangrijk voor voederwaarde, 2 de na water -> eiwit, vet,
suikers, zetmeel
o Van verse stof (droge stof + water) naar droge stof -> 80-85% water is 15-20% droge
stof
o Werken in rantsoenberekingen enkel met droge stof
 Verschillende voeders met elkaar op deze manier vergelijken
 Voedert meer kuil dan hooi om dezelfde ds-gehalte te krijgen
 Mager maar heet (fris) paard bij voordroog
 Want in voordroog zit veel meer energie, maar minder droge stof
 Ruwvoeder versus krachtvoeder
o Luzerne krachtvoeder of ruwvoeder?
 Ruwvoeder en krachtvoeder
o Ruwvoeder -> ruwe stof rijk, weinig vermalen en verkleind
 Veel vocht t.o.v. krachtvoeder
 Weinig ds waarvan veel RC
 Bv. luzernekorrels
 Economisch belang
o Basisvoeding paard en herkauwers
o Belangrijke bedrijfsrendabiliteit
 Transportkosten
 Teeltkosten
 Grote hoeveelheid
o Belangrijk kostenplaatje
o Belangrijk gezondheid en prestatie

,  Zeer teer darmstelsel
o Goedkoop = vaak slechte koop

Hoofdstuk 2: Ruwvoeders
Verse ruwvoeders
 Vers verstrekken = groenvoeders
o Op weide grazen, gras maaien
o Typisch bedrijfsruwvoeders -> versheid
o Gramineeën
 Grassen
 Snijgranen (bv. mais)
o Leguminosen/ vlinderbloemigen
 Klavers, luzerne
o Cruciferen (kruisbloemigen)
 Koolsoorten(?)
o Waterrijk
o Eiwitrijk
o Groen en vers vervoederd -> zeer eiwitrijk
o Samenstelling
 Afhankelijk seizoen en weersomstandigheden
 Eiwit
 RC
 Eiwit
 Ouder -> meer gelignificeerd en onverteerbaar -> jong gras <-> oud
o Minder bereikbaar, waarde daalt eiwit en lignine
 RC ongeveer gelijk aan 1/RE
o Blad -> eiwit
o Stengel -> RC
o Netto-energie groenvoeders
 EVPA-waarde bij paarden
 Energie die beschikbaar komt voor het dier voor onderhoud en productie
 Melkgift, topsport, …
 Niet herkauwers
 Eerder laag t.o.v. herkauwers
 Laag zetmeel en hoge RC-gehalte
 Afhankelijk verteringsfysiologie
 Herkauwers
 VEM
 Kunnen veel beter celwand verteren
 Lignificatiegraad (=ouderdom) -> energie daalt
 Maar DS-opbrengst/ha is groter met ouderdom
o Max VEM-opbrengst/ha
 Afhankelijk van oogstmoment
 GRAFIEKEN OP EXAMEN!!! Op slides, zet in kleurtjes
 Ouderdom binnen snede
o Eerste keer maaien -> 1ste snede

, o 2de keer maaien -> 2de snede
o 3de keer maaien -> 3de snede
 Grasland ouder -> meer droge stof
o Maar in 1 kg droge stof daalt eiwit en energiegehalte, vooral
eiwit
o Aarvorming ideale oogstmoment bij koeien
o Liever later bij paarden
 Anders te veel energie en eiwit in het voer
 Liefst niet te straf eten geven
 Mineralen
 Grote verschillen
o Bodemtype, bemesting, weer, plant, (soort, deel leeftijd)
o Algemeen klavers en kruiden meer mineralen van grassen
o Sporenelementen sterk afhankelijk bodem (bemesting) en
pH
o Fe normaal nooit problemen
o Verontreiniging kan toxisch zijn: Mo, F en Pb

 VRAAG PRAKTIJK
o Paard op weide zonder krachtvoeder?
o Voederbehoefte paard afhankelijk en wat er op de weide
staat
o Als het paard geen arbeid verricht/ niet drachtig is/ geen
melk moet geven normaal gezien geen probleem
o Wel arbeid -> krachtvoer nodig
o Nooit bemest gekregen -> mogelijks te weinig
sporenelementen
 Vitaminen in groenvoeders
 Rijk aan Vit E, B, K
 Geen vit A, maar wel caroteen (=pro-vit a)
 Vit D -> zeer schaars, pas na het maaien opgenomen -> door UV
 Krijgt mijn paard voldoende vit D als het enkel gras eet?
o Buitenloop of op stal?
 Stal -> niet voldoende -> zongedroogd RV hooi of
voordroog of krachtvoeder bijgeven
 Vers gras niet geven als op stal, eerst vit D laten
opnemen -> anders problemen -> vit D nodig voor
opname calcium uit darm
 Buitenloop -> kan vit D zelf opnemen -> ok
o Grassen
 Zeer belangrijk
 Goedkoopste ruwvoeder
 Extensief uitgebate weides
 Gras + klaver + kruiden
 Intensief
 Uitsluiten grassen
o Hoge bemestingsgraden, vooral N

,  Vers gras
 Vnl. rijk aan Eiwitten en mineralen, zeker gemengd (klaver en
kruiden iets hoger Ei, Ca en Mg), rijk aan beta-caroteen + vit E
o Correct bemest -> voldoende Ca, P, Mg, Na
o Te veel K -> slappe mest
 Opname door dieren
o Afhankelijk kwaliteit, aanbod, samenstelling, weer, smaak,
kroonroest
 Groeistadia
o April-mei
o Tot augustus september
o 2 groeipieken (GRAFIEK)
 1 grote en 1 kleine
 Grote -> meeste al gegroeid-> 60% in eerste 6 weken
 Afhankelijk van weer!
o Afhankelijk weer (temperatuur en neerslag) en bemesting
 Vers groeiend gras
o EI-rijk en RC-arm
 Nauwe E/Ei verhouding (VEM/DVE)
 Relatieve overmaat EW
 Bijvoederen voedermiddelen hoge VEM/DVE
 Bv maïs
o Zeer belangrijk
o Kwaliteit en aanbod erg afhankelijk
 Tijdstip, weer, mest
 Intensief en extensief
 Verschillende beweidingsschema’s
 2 doelen
o Beperken belasting/schade grasland -> garanderen
voederwaarde
o Controle opgenomen hoeveelheid
 Standweide
o 1 enkele weide hele seizoen
o +- 1 mei tot 30 oktober
o Groeipiek al 4 weken bezig
 Te vroeg erop -> gras te rijk en dit si negatief voor
paarden
 Zijn ook korte grazers -> eten groeipunten op -> gras
zal nooit herstellen
o Overbegrazing
 Lessen paard
o Wormen
o Gestresseerd gras
 Gras maakt fructaan aan door zonlicht -> gebruiken
om te groei -> verschillende elementen -> 1 valt weg
-> grote opslag van suiker in plant -> te veel suiker
opnemen paard

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mathildesmet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.52
  • (0)
Add to cart
Added