Vegetatieve Vermeerdering Blok 1
Signaal-transductie ketens
Receptoren zijn specifiek die reageren op een bepaalde stoffen en beiden een andere werking
hebben. De receptoren zitten op het plasmamembraan tegen de celwand aan.
Van buitenaf komt een hormoon of milieustimulus (omgevingsfactor). In de cel vindt een transductie
plaats vanaf de celwand naar de celkern toe. De respons is vaak de productie van een eiwit of andere
stof. De receptor kan ook in de plantencel zelf liggen (bv chloroplasten of phytochrome).
Planten moeten zich goed kunnen aanpassen aan hun omgeving.
Beweging:
Gravitropie (geotropie) -> groeien onder invloed van de zwaartekracht. Positieve gravitropie ->
naar beneden (wortel) en negatieve gravitropie -> naar boven (stengel)
In de wortelcellen zitten onderin kleine bolletjes met zetmeel (statolieten) doordat deze dmv
zwaartekracht naar beneden ‘vallen’. Deze bolletjes zorgen ervoor dat de plant naar beneden
groeit.
Fototropie -> groeien in de richting van het licht zodat de plant zo gunstig mogelijk fotosynthese
kan uitvoeren.
De top van de stengel neemt licht waar waarbij het een mobiel stofje produceert wat naar de
rest van de stengel wordt getransporteerd. Deze stof heet auxine en is een plantenhormoon.
Auxine wordt zo verdeeld dat het of rechts in de plant terecht komt en de plant naar links afbuigt
of andersom. Het heeft effect op de cellen net onder de top van de stengel. Op de plek van
auxine gaat de stengel strekken, waardoor deze dus schuin gaat groeien.
Thigmotropie -> klimplanten hebben ranken waarmee ze zichzelf vast kunnen grijpen wanneer
deze iets aanraken.
Gravitropie is sterker dan fototropie
Hoofdstuk 1
Weefselkweek -> het kweken van planten of plantdelen op een kunstmatige voedingsbodem onder
steriele omstandigheden. Dit wordt ook wel in vitrocultuur genoemd (cultuur in glas)
Gebruikt kan worden:
- Zaden - Brokjes mergparenchym
- Zaadknoppen - Stukjes bol of knol
- Embryo’s - Okselknoppen
- Endosperm - Helmhokjes
- Meristemen - Stuifmeelkorrels
- Stengel- of bladstukjes - Losse plantencellen
3 biologische processen zijn belangrijk om de weefselkweek processen te gebruiken:
1. Delen van planten en zelfs geïsoleerde plantencellen hebben het vermogen uit te groeien tot
een complete plant. Dit heet ook wel totipotentie.
2. Groei en ontwikkelingsprocessen in vitro moeten gecontroleerd en gestuurd worden.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van groeiregulatoren. Deze groeiregulatoren zijn de
natuurlijke plantenhormonen of synthetische verbindingen met een analoge werking. Zeer
efficiënt in het vormgeven van de ontwikkeling in vitro
3. De ontwikkeling van het explantaat is op te vatten als een lange serie van
celdelingen(mitose) die uiteindelijk moet leiden tot een eindproduct. Theoretisch verandert
door een mitose niets aan het erfelijk materiaal waarvan wordt uitgegaan. In de praktijk blijkt
dat toch vaak sprake is van genetische instabiliteit.
, Totipotentie
In de levenscyclus van elke plant komt een fase voor waar de plant een eencellig stadium doorloopt.
Vanuit deze ene cel wordt dan de hele volwassen plant gemaakt. Die eerste cel bezit alle informatie
die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van grote aantallen weefsel type.
Meristimatische cellen produceren complete stengels of wortel ook ontstaan geslachtcellen uit
meristemen. Deze cellen zijn dus ook totipotent.
Somatische cellen (lichaamscellen of vegetatieve cellen) lijken hun totipotentie opgeofferd te hebben
op te specialiseren in het orgaan waar ze voorkomen. Deze cellen zijn echter wel ontstaan uit
meristematische cellen die wel totipotent zijn. Somatische cellen zijn toch totipotent dit komt door
een bepaald principe. Tijdens het differentiatieproces blijft het genetische programma geheel intact
alleen wordt een groot deel geblokkeerd en alleen de specifieke dingen blijven geactiveerd. Deze
blokkering kan echter worden opgeheven als de juiste omstandigheden gecreëerd kunnen worden
Groeiregulatoren
Groeiregulatoren spelen een zeer essentiële rol in de plantaardige weefselkweek omdat ze zeer
efficiënt de groei kunnen stimuleren. Ook kunnen ze de ontwikkeling sturen.
In DNA van de celkern liggen verschillende ontwikkelingsmogelijkheden beschreven. Om deze in
werking te stellen is er alleen een prikkel nodig. Deze taak wordt vervuld door hormonen die van
nature in de plant voorkomen. Er bestaan synthetische verbindingen (chemische verbindingen) die
een analoog effect (hetzelfde effect als de hormonen hebben) omdat dit geen natuurlijke stoffen zijn
mogen we dit geen plantenhormonen noemen. Daarom wordt de term groeiregulatoren gebruikt
zodat zowel de planthormonen en organische regelstoffen worden omvat.
Er zijn 5 groepen groeiregulatoren:
- Auxine
- Cytokininen.
- Gibberllinen
- Abscine zuur
- Ethyleen
Ze worden op specifieke plaatsen samengevoegd en vervolgens in bepaalde richting getransporteerd
om daar een specifiek effect uit te oefenen op het weefsel die gevoelig zijn. Elke groeiregulator
wordt door receptor op celmembraam of receptor in het cytoplasma waargenomen. De gevoeligheid
van het weefsel hangt samen met de aanwezigheid van de receptoren.
Het herkennen van groeiregulatoren leidt in verschillende plantenweefsel tot het in of uitschakelen
van een genetische programma’s.
Een plant groeit harmonisch. Er bestaat een wisselwerking tussen de verschillende organen van de
plant. Als uit de plant een explantaat wordt gesneden zijn de natuurlijke verhoudingen verstoord. De
invloeden van overige plantdelen zijn weggevallen.
- Auxines
Geproduceerd in de plantentop (apicale meristemen)
Betrokken bij:
Stengel verlenging: auxine wordt geproduceerd in het cytoplasma wat ervoor zorgt dat protonen
(H+) de celwand in worden gepompt dmv actief transport. Hierdoor wordt de celwand zuur
waardoor de cellulose microfibrilen (polysachariden) los van elkaar komen. Hierdoor ontstaat er
rek en beweging in de celwand. Daarna knippen enzymen (cell wall-loosening enzymes) in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjespeelman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.