College 1: Introductie:
Psychische stoornis en
diagnostiek
Donderdag 03-09-2020
Van alle delinquenten heeft 60% een psychische stoornis, 60% een verslaving, 80%
een uitkering/ geen werk, 57% schulden en 35% een lichtverstandelijke beperking.
Hoe verder in de strafrechtsketen hoe meer gestoorden percentueel
Verband tussen stoornis en delict gedrag/ gevaar?
o Kan niet door onderzoek worden gefundeerd
o Mensen met een psychische stoornis hebben een even grote kans om met
geweldsdelinquentie te maken te krijgen als mensen in de normale populatie.
Begripsbepaling
o Psychiatrie: Neurologie: De hersenen.
o Psychiatrie: Psychologie: Sociale wetenschap. Gedrag.
o Forensische psychiatrie: Stoornis. Ten dienste aan het recht.
o Dokter van de geest Psychiatrie
o (Psycho)pathologie: Leer van ziekten. Leer van geestesziekten.
o (Psycho)diagnostiek
o Nosologie: Het classificeren van stoornissen.
Ziekte, stoornis, afwijking.
o Ziekte: Lichaam
o Psychische ziekten: Stoornis
o Aardig, het is meer hoe er vanuit sociale wetenschapen wordt gekeken,
afwijking van de normaal: Afwijking (Psychologen meer dan psychiaters).
o Psychische functies: Denken, voelen, willen, handelen, eigenschappen.
o Syndromen: Vaste verzamelingen van symptomen (klachten).
Hoofdpijn is een symptoom
Koorts is een symptoom: Kan symptoom zijn van syndroom griep,
maar hoeft niet.
Verschil psychiatrische, psychologische diagnostiek
Normaalverdeling
o Psychologen: Vragenlijst
o Psychiater: Praten, anamnese, uitvragen.
Persoonlijkheidsstoornis
o Overlap psychiatrie en psychologie
Bepaalde syndromen die te maken hebben met een extreme
persoonlijkheid, dit noemen we een stoornis.
7 visies op psychiatrische stoornis:
, 1. Pathofysiologische afwijking
2. Verlies van betekenis
3. Schadelijke disfuncties: Iets gaat niet goed in het denken of voelen (emotie).
- VB: Depressieve stemming. Pas als dit schadelijk wordt, je kunt niet meer
naar je werk of maatschappelijk functioneren. Dan is het een stoornis.
4. Sociaal construct
5. Onvermogen om het ‘goede leven’ te leiden
6. Leed
7. Beperkingen waar mensen zelf niet mee kunnen omgaan
Kortom: Afspraken
Poll: Welk stoornisbegrip resoneert bij u?
Geschiedenis van de psychiatrische classificatie
o Emil Kraepelin (1856 – 1926)
Dementia Praecox Schizofrenie
Naamgeven: Afgebakende ziekte/stoornis. Dat helpt de wetenschap om het te gaan
onderzoeken.
- Subgroepen maken
- Classificeren
DSM: Zit er een DSM-diagnose aan ten grondslag?
- Verzekeraars.
- Wat wij geestesziektes vinden, veranderd in de tijd.
o Andere plaatsen op de wereld
o Ook in verschillende tijden kijken we er anders tegen aan
Homofilie als stoornis vroeger.
Stoornissen in de mode: ADHD (werd vaak vastgesteld)
Omdat werd ontdekt dat een bepaald middel (speed,
ritalin) hielp om drukke mensen rustiger te krijgen.
Beperkingen van/ kritiek op de DSM:
Atheoretisch
o Nergens echt een stoornis verklaard: Alleen beschreven
Positivistisch/ reductionistisch
o Schizofrenie: Je kijkt ernaar en er staan allemaal symptomen.
Als iemand 10/20 heeft, kun je ervan spreken.
Als iemand de andere 10/20 heeft, hebben ze precies dezelfde
aandoening maar lijken ze totaal niet op elkaar.
o Je reduceert ze tot iets wat verder eigenlijk iets heel weinig over hun zegt.
o Positivistisch: Heel erg gekeken naar de buitenkant en veel minder naar de
ervaring (fenomenologisch).
Schijn van validiteit
o De validiteit van deze noemers is niet heel erg hoog.
Grenzen onderling
, o (NAO (niet anderzijds omschreven) en tenzij beter verklaard door andere
stoornis)
o We willen het wel gestoord noemen, maar eigenlijk past het niet ergens bij.
Grens met normaliteit
Comorbiditeit
o Je kunt allemaal dingen door elkaar heen hebben.
Cultuurgebondenheid
o Zaken die afwijken van de normaal Dit verschilt per tijd en plaats
Belangen?
o De farmaceutische industrie De meest winstgevende industrie
Belangrijke vinger in de pap.
Psychische stoornis volgens DSM 5
Klinisch significante symptomen in psychische functies
Disfunctie in psychologie, biologie, ontwikkeling
Significante lijdensdruk, beperkingen in functioneren op sociaal op beroepsmatig
gebied
o Belangrijkste 2!
o Je kunt ook niet echt lijden, maar wel enorm beperkt worden
Reactie op stressor of verlies, passend binnen cultuur valt er niet onder
o Wanneer wordt die rouw pathologisch?
Als het heel lang blijft aanhouden
Sociaal deviant gedrag (politiek, religieus, seksueel) niet
Conflict individu met maatschappij niet, tenzij gevolg van individueel disfunctioneren
Tenminste zoveel van deze symptomen om het te kunnen hebben.
Disclaimer voor juridisch gebruik
o Bv: Als het gaat om toerekeningsvatbaarheid
Het niet zo dat je als je een bepaalde stoornis hebt, dat je
ontoerekeningsvatbaar bent.
Geschiedenis van de persoonlijkheidsleer
o Hippocrates (±400BC)
o Galenus (±150BC)
Temperamentenleer
o Flegmatisch (slijm)
Onverschillig
o Cholerisch (Gele gal)
o Sanguinisch (bloed)
o Melancholisch (Zwarte gal)
Depressieve stemming
Smiley’s
, Linksboven: Flegmatisch
Rechtsboven: Sanguinisch
Linksonder: Cholerisch
Rechtsonder: Melancholisch
Carl Jung (1875-1961)
Typologie
o Introvert
o Extravert
Van typen naar trekken (Eysenk)
o Niet 1 benaming voor een hele persoonlijkheid
Er zijn allerlei dimensies (trekken)
o Trekken:
Emotionaliteit
Extraversie
Openheid
Altruïsme
Op anderen gericht, tegenover egoïsme
Consciëntieusheid
Nauwgezet, heel zorgvuldig (niet losjes).
Projectieve testen (Bijv. Rorschach test (vlekkentest)
o Wat zie je in de inktvlek?
Psychodynamische theorie
o Id
De drift
o Ego
Wil zich manifesteren in de samenleving. Het realiteitsprincipe.
o Superego
Het geweten, je ideaal ik.
Afweermechanismen: Rationaliseren, splitsen (borderliners: Iets is alleen maar zwart
of wit) werkelijkheid is grijs, maar door splitsen krijg je er voor je gevoel makkelijker
grip op. Sublimeren: Je driftleven uiten op een manier die maatschappelijk
geaccepteerd is.
o Reactieformatie: Je uit precies het tegenovergestelde in de buitenwereld dan
wat je van binnen ervaart.
Overdreven antireactie: Politieagent dood man die opkomt voor
homo’s, omdat hij zelf homoseksuele gevoelens heeft.
Geschiedenis van de relatie: Psychiatrie en recht
Verschil tussen ‘mad’ en ‘bad’ (slecht of ziek)
o Demonologie: Doorbroken Johannes Wier 16e eeuw
o Tijd van de verlichting: Primaat van de rede: Manie (redeloosheid)
o Pinel: Manie sans délire’ (razernij zonder verstandsafwijking)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mkruiter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.50. You're not tied to anything after your purchase.