MODULE LEVENSLOOP
WAT BETEKENT OUDER WORDEN 1.1 C
Leerdoelen
• Nagaan wat belangrijke biologische, psychologische en sociale gevolgen van veroudering zijn.
• Inzicht in de (leer)doelen van het vak Zorgen voor Later.
We worden ouder. Dat komt bijvoorbeeld door een toename van hygiëne. Of nieuwe technologieën in de
gezondheidszorg. We worden ouderen omdat we betere middelen hebben.
In het ziekenhuis zijn er steeds
meer ouderen met chronische
ziekten. Die gebruiken ook heel
veel medicijnen. 1 keer per 5
seconden krijgen we een nieuw
geval van dementie erbij.
Genetica bepaald maar 25% van jouw proces van ouder worden.
,Factors influencing (quality of) life
- Genes
- Environmental
- Fate
- (Prevention and control of chronic) Disease
- Lifestyle
Veroudering is een dynamiek proces.
BIOLOGISCHE, SOCIALE EN PSYCHICSCHE ASPECTEN VAN VEROUDERING
1.2 BW
Nagaan wat belangrijke biologische, psychologische en sociale gevolgen van veroudering zijn.
Wat is er in maatschappelijk opzicht gebeurd waardoor er nu meer ouderen zijn dan een paar eeuwen terug? De
levensverwachting is de afgelopen decennia sterk toegenomen en daarmee het aandeel van ouderen in de bevolking.
Dat is ook te zien aan de opbouw van de Nederlandse populatiepiramide; je zou kunnen concluderen dat er sprake is
van een dubbele vergrijzing als gevolg van de epidemiologische en demografische transitie. De demografische
transitie is de overgang van een situatie met hoge geboorte- & sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte-&
sterftecijfers. De daling van de geboortecijfers treedt later op dan die van de sterftecijfers, omdat het enige tijd duurt
voordat mensen hun reproductiepatroon aanpassen aan de hogere overlevingskansen van kinderen. Met de
epidemiologische transitie wordt de verschuiving van het doodsoorzakenpatroon bedoeld; verbeterde hygiëne,
behandelingen en informatie hebben er onder andere voor gezorgd dat we ouder worden. Dat de
behandelmethoden verbeterd zijn en dat mensen steeds langer leven, heeft er ook voor gezorgd dat er meer
chronische patiënten zijn. Gevolg is dat gezondheidszorgkosten daardoor ook zijn toegenomen.
Noem een aantal biologische kenmerken van ouder worden.
• Leeftijd gerelateerde vermoeidheid (fatigue)
• Veranderingen in de lichaamssamenstelling; een toename van het percentage lichaamsvet en een afname van
de hoeveelheid plasmavolume, totaal lichaamsvocht en extracellulair body fluid.
• Sarcopenia (verlies van spiermassa). Vanaf we geboren worden tot we ongeveer dertig zijn groeien onze
spieren en worden ze steeds sterker, maar ergens tussen ons 30e en 40e levensjaar wordt deze trend omgebogen.
Over het algemeen verloopt dat proces sneller bij mannen dan bij vrouwen.
• Kyfose (kromming). Als gevolg van wervelfracturen kan het verlies in lengte verder toenemen in de tijd.
Wervelfracturen gaan soms gepaard met een episode van hevige pijn, die meestal in de loop van enkele weken tot
maanden verdwijnt. Naar schatting twee derde van de wervelfracturen wordt niet als zodanig opgemerkt. Wel leiden
ze tot een geleidelijke afname van de lichaamslengte en een verandering van het postuur. Dit kan bij een deel van de
betrokkenen secundair pijn en beperkingen in het dagelijkse functioneren veroorzaken, met een navenant verlies van
levenskwaliteit.
• Pathologie; kanker, artritis, hart- en leverziekten komen vaker voor naarmate de leeftijd toeneemt.
• Polyfarmacie. Het gebruik van ≥ vijf geneesmiddelen komt vaker voor op hogere leeftijd.
Welke factoren kunnen van invloed zijn op (de kwaliteit van) leven? Voor 25% zijn de genen bepalend voor de
levensduur. Daarbuiten zijn de omgeving, (preventie en controle van chronische) ziekten en levensstijl (dieet, fysieke
activiteit, plezier) belangrijke factoren. Dat de kwaliteit afhangt van meerdere factoren, blijkt ook uit de heterogeniteit
van leeftijd; zo kunnen sommige 80-jarigen nog prima functioneren, terwijl anderen amper meer kunnen bewegen.
Juist het bewegen is belangrijk, aangezien ook fysieke activiteiten van invloed zijn op gezond ouder worden.
Wat wordt bedoeld met de vijf geriatric giants?
• Cognitieve aandoeningen (intellectuele achteruitgang). Met cognitieve functies worden functies bedoeld die te
maken hebben met het verwerken van informatie, zoals waarneming, concentratie, geheugen, oriëntatie en
taalgebruik Stoornissen in 1 ≥ cognitieve functies kunnen aanleiding geven tot problemen in het dagelijks leven.
• Instabiliteit: vallen is bij ouderen vaak multifactorieel bepaald. Oorzaken als evenwichtsstoornissen,
bewegingsbeperking, slechte visus en geheugenproblemen kunnen een rol spelen.
• Polyfarmacie (al besproken) en immobiliteit. Immobiliteit wordt gekenmerkt door een beperking in zelfstandigheid,
doelgerichte fysieke bewegingen van het lichaam, of van één of meer ledematen. Immobiliteit kan zorgen voor pijn,
verdere beperkingen en een verminderde kwaliteit van leven.
,• Incontinentie. Er wordt geschat dat 50% van de mensen van 65 jaar en ouder last heeft van urineverlies. De
gevolgen die dat heeft kunnen behoorlijk ingrijpen op het welbevinden en functioneren van mensen. In veel gevallen
kunnen de klachten met een gerichte behandeling en advies worden verminderd of verholpen.
LEEFTIJD OF KWETSBAARHEID? 1.3 TG
Leerdoelen
• Beschrijven wat onder kwetsbaarheid verstaan wordt;
• De mate van kwetsbaarheid van ouderen met verschillende profielen analyseren;
• Uitleggen welke relatie leeftijd en kwetsbaarheid hebben met gezondheidsuitkomsten.
Verplichte literatuur (voor tentamen)
• Hanneke Schuurmans, Nardi Steverink, Siegwart Lindenberg, Nynke Frieswijk, Joris P. J. Slaets 2004. Old or frail: what tells us more? J
Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2004 Sep; 59(9): M962–M965 (Links to an external site.).
• van Campen, C. Kwetsbare ouderen. Februari 2011 (Hoofdstuk 1, 2, 3) (Links to an external site.).
• Steverink, N. (2009). Gelukkig en gezond ouder worden: welbevinden, hulpbronnen en zelfmanagementvaardigheden Tijdschrift voor
Gerontologie en Geriatrie. 40: 244 (Links to an external site.). https://doi.org/10.1007/BF03088518 (Links to an external site.);
Leeftijd of kwetsbaarheid: Wat vertelt ons meer?
Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten
in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname,
overlijden). De mate van kwetsbaarheid van een oudere persoon blijkt een betere voorspeller van ongewenste
gebeurtenissen zoals opname in een ziekenhuis of verpleeghuis en vroegtijdig overlijden dan leeftijd. Dit is van
belang om te bepalen hoeveel en welk type zorg of behandeling nodig is en om een inschatting te maken van de
gezondheidsrisico’s en de daarmee samenhangende zorgbehoefte. Door de mate van kwetsbaarheid vast te stellen
kan bepaald worden wie extra aandacht of zorg nodig heeft.
Kwetsbaarheid is goede maatstaf voor zorg die nu nodig is of zorg die binnenkort nodig is. Het kan ook helpen om
interventies beter op te zetten. Leeftijd zegt dus niet alles. Het gaat om kwetsbaarheid.
In literatuur: ouderen zien afhankelijk zijn als kwetsbaarheid. Artsen zien dit als mensen met de meest fysieke
problemen.
Artikel Schuurmans: leeftijd is geen goede indicator over hoe iemand in het leven staat, daarom is een
selectiecriterium nodig dat beter werkt dan leeftijd, een concept dat ons meer vertelt over het verouderingsproces,
waarbij verliezen optreden in verschillende domeinen van functioneren, een hoger risico op chronische
aandoeningen, een hoger risico op overlijden, enzovoort. Chronologische leeftijd is slechts een proxy voor veel
negatieve processen. Kwetsbaarheid, het risico op nadelige resultaten als gevolg van verliezen in verschillende
domeinen van functioneren, houdt rechtstreeks verband met deze nadelige processen.
Kwetsbaarheid is een verlies van middelen in verschillende domeinen van functioneren, wat leidt tot een afnemende
reservecapaciteit voor het omgaan met stressoren. → Kwetsbaarheid vergroot de kans op negatieve
gezondheidsuitkomsten.
De meeste medische interventies richten zich op deze verloren middelen, zoals mobiliteitsverlies of een specifieke
ziekte, maar ze richten zich primair op afzonderlijke middelen. Ouderen ervaren echter vaak tegelijkertijd verlies van
verschillende middelen; dat wil zeggen dat ze in algemene zin brozer worden.
Als je een groep op leeftijd selecteert zullen er veel meer mensen inzitten met een lage kwetsbaarheid. Als je een
groep selecteert op kwetsbaarheid zal die veel kleiner zijn en zullen er ook mensen inzitten met een lagere leeftijd. Dit
, laat zien dat kwetsbaarheid een geschikter selectiecriterium is dan leeftijd wanneer zelfmanagementcapaciteiten als
belangrijkste uitkomstmaat worden gebruikt. Als kwetsbaarheid is toegevoegd als indicator zal chronologische leeftijd
nog weinig toevoegen want die zal niks zeggen over bijvoorbeeld iemands zelfredzaamheid.
1. Wat is disability paradox en hoe kan je dit koppelen aan het begrip kwetsbaarheid? (Schuurmans)
Het verschil in interpretatie tussen arts en patiënt. Ouderen zien afhankelijk zijn als kwetsbaarheid. Artsen zien dit als
mensen met de meest fysieke problemen. Je kunt een aandoening hebben maar geen klachten of symptomen
hebben, dan ben je ziek terwijl iemand zelf zegt dat die nergens last van heeft. Het objectieve label “iemand heeft een
aandoening” betekent niet meteen dat iemand dat ook ervaart. De arts kijkt dus anders tegen iemand aan dan hoe
diegene zichzelf ziet. Mensen zien zichzelf dan niet als kwetsbaar terwijl de arts dat wel ziet.
2. Hoe zouden jullie kwetsbaarheid meten? (van Campen)
In gesprek gaan met ouderen en kijken wat hun behoeftes zijn. Ook de omgeving bekijken is belangrijk. Je stelt dan
indicatoren op zoals traplopen, koken, boodschappen doen, zelf kunnen eten, douchen, heb je sociale steun, kun je
zelf naar de dokter gaan, dus kan je zelf je dagelijkse activiteiten doen? Ouderen hebben het er nooit over of ze
kwetsbaar zijn, ze kijken naar hun kwaliteit van leven. Verlies van gezondheid en relaties en de angst voor dit verlies
zouden hun kwaliteit van leven sterk aantasten.
kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in
het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functie- beperkingen, opname,
overlijden).
Zoals je kan zien in dit model kijk je ook aar psychische en sociale kwetsbaarheid. Maar dit model is breder dan van
Campen, daar kijken we later een keer naar in het college.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinehaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.44. You're not tied to anything after your purchase.