Belastingdienst/bezwaar en beroep/kantoor Maastricht
Terra Nigrastraat 10
6216 BL Maastricht
Inzake: Bezwaarschrift tegen navorderingsaanslag ex art. 7:1 Awb en boete vanwege het
opzettelijk doen van een onjuiste aangifte Inkomstenbelasting 2018, namens Daan Dijkstra,
Bogenstraat 2, 6017 AV Thorn.
Bijlage:
I. Machtiging vertegenwoordiging op grond van art. 2:1 lid 2 Awb
II. Navorderingsaanslag inkomstenbelasting
Geachte heer/mevrouw,
Hierbij maak ik namens Daan Dijkstra (‘belanghebbende’ ex art. 26a lid 1 sub a Awr) bezwaar
tegen in aanhef genoemde aanslag en boete met aanslagnummer 4567.45.456.H.07. Hierbij
is een kopie van deze aanslag bijgesloten.
Het bezwaar richt zich tegen het navolgende:
De navorderingsaanslag die door de inspecteur is opgelegd, is een navordering op grond van
artikel 16 AWR. Op grond van artikel 16 Awr heeft de inspecteur de bevoegdheid om een
aanslag die onterecht achterwege is gelaten of tot een lager bedrag is vastgesteld te
corrigeren. Dit recht heeft de inspecteur zodra er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Als grondbeginsel geldt dat de inspecteur voor een navordering een ‘nieuw feit’ nodig heeft.
De beantwoording van het vraagstuk of aan het vereiste van een nieuw feit is voldaan eist
een beoordeling van de feiten en omstandigheden van de situatie. De inspecteur is niet
bevoegd tot het opleggen van een navorderingsaanslag ingeval het feit bekend was of
redelijkerwijs bekend had kunnen zijn bij de fiscus. Dit geldt niet in de gevallen opgesomd in
lid 2 van artikel 16 AWR of in het handelen te kwader trouw. Uit uw motivering blijkt dat u
de navorderingsaanslag heeft opgelegd op grond van een nieuw feit, te weten zijn
spaarrekening bij de bank op Ibiza en het vakantiehuis met de verhuurinkomsten. De
informatie volgt uit de gegevens die bij de fiscus per toeval bekend zijn geworden vanuit de
bank op Ibiza. De inspecteur had naar mijns inziens redelijke vermoeden kunnen hebben in
het geval van mijn cliënt. Het feit had redelijkerwijs bekend kunnen zijn, zodra de inspecteur
betere onderzoek had verricht. De informatie die de inspecteur over de spaarrekening had
verkregen werd ‘per toeval’ ontdekt. Door de Common Reporting Standard regeling deelt
Spanje gegevens met betrekking tot spaarrekeningen en andere financiële rekeningen met
, i6232520
de Nederlandse fiscus. De inspecteur kon over de spaarrekening in Spanje beschikken. Wat
betreft het huis op Ibiza en de verhuurinkomsten herhaalt mijn cliënt dat hij in Spanje daar al
belasting over heeft betaald. Er is dus geen sprake van een nieuw feit net zomin als een van
de gevallen die opgesomd staan in artikel 16 lid 2 AWR. Tevens is er geen sprake van het
handelen te kwader trouw van mijn cliënt, aangezien hij zich heeft laten informeren door de
BelastingTelefoon over hoe hij correct dient te handelen. Dit maakt duidelijk dat er geen
grond bestaat voor het opleggen van een navorderingsaanslag. Er is sprake van een
ambtelijk verzuim.
De situatie van mijn cliënt laat blijken dat er met vooringenomenheid is gehandeld. De wet
geeft aan dat dit niet toegestaan is. Op grond van artikel 2:4 Awb ligt hier een verbod op.
Een bestuursorgaan hoort zijn taak te vervullen zonder vooringenomenheid. Verder geeft
artikel 3:3 Awb aan dat een bestuursorgaan niet de bevoegdheid tot het nemen van een
besluit mag gebruiken voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Zodra
de inspecteur deze regelingen schendt, dan schendt hij de Algemene Beginselen van
Behoorlijk Bestuur. Inspecteur Degens zag dat voor het bedrijf van mijn cliënt een
boekenonderzoek gepland stond. Zij gaf de controlerend ambtenaar mee dat er goed
gecontroleerd moest worden in de gegevens van het bedrijf van mijn cliënt. Het bleek dat de
gegevens niet klopten. Terwijl mijn cliënt wilde verklaren hoe hij handelt en hoe zijn bedrijf
in elkaar steekt, zei de controlemedewerker al snel dat hij weet dat DJ’s niet graag belasting
willen betalen. Tevens gaf de controlemedewerker aan dat de sportauto die voor de zaak
staat niet betaald kan worden door wat pannenkoeken te bakken. De opmerkingen werden
niet onderbouwd en bleven enkel bij subjectieve argumenten. Voordat mijn cliënt kon
verklaren dat de sportauto niet zijn eigendom is, vertrok de controlemedewerker met de
opmerking dat de waarheid zal worden achterhaald. Dat dit de inspecteur dreef tot
uitnodigen van een gesprek laat een vorm van vooringenomenheid zien. Er werd tijdens het
gesprek vragen gesteld met betrekking tot de spaarrekening op Ibiza en het vakantiehuisje.
De inspecteur had alvorens het gesprek alle informatie hierover kunnen hebben. Mijn cliënt
probeerde de vragen te verklaren, maar de inspecteur gaf geen gehoor aan de argumenten.
Hij had zijn conclusie al getrokken. Het enige wat de inspecteur aangaf is dat mijn cliënt over
het jaar 2018 een flinke navorderingsaanslag kon verwachten. De argumenten van de
inspecteur waren niet objectief en het feit dat de inspecteur al een conclusie trok, duidt erop
dat hij met vooringenomenheid heeft gehandeld. De procedure waaruit de
navorderingsaanslag tot stand is gekomen, is onjuist uitgevoerd.
Verder is het vertrouwensbeginsel geschonden. Mijn cliënt heeft foute informatie gekregen
van de medewerkster van de BelastingTelefoon. In oktober 2014 heeft mijn cliënt contact
genomen met de BelastingTelefoon. Hij had zijn situatie concreet uitgelegd met betrekking
tot de workshop pannenkoeken bakken. Mijn cliënt heeft gevraagd of er over de inkomsten
van de individuele workshops pannenkoeken bakken inkomstenbelasting verschuldigd is. De
medewerkster van de BelastingTelefoon gaf duidelijk aan dat dit niet nodig is, zolang hij de
inkomsten van de groepsworkshops meeneemt bij het bepalen van de winst uit
onderneming. Bovendien heeft mijn cliënt geen kennis in het lezen van belastingwetten.
Hieruit kan worden afgeleid dat mijn cliënt niet had kunnen verwachten dat de informatie
die hij heeft gekregen vanuit de BelastingTelefoon onjuist was. Hij had erop mogen
vertrouwen dat de informatie van de BelastingTelefoon juist was. Mijn cliënt heeft verder
een spaarrekening op Ibiza die gelden bevat die hij heeft ontvangen nadat hij op luxe feesten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilias0505. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.