Alle college aantekeningen voor het vak Hersenen en Gedrag voor de premaster (forensische) orthopedagogiek aan de UvA. Semester 1 periode 3. Eindcijfer: 6,8 (enkel met deze samenvatting en zelf zonder de colleges)
Het brein
Mensen hebben een brein om te communiceren met en te kunnen reageren op de omgeving. Communicatie
bestaat uit de volgde paden:
• Van mens naar zijn omgeving.
- Input (zintuigelijk) → verwerking (taal) → output (spreken).
- Zintuigen → blackbox → motoriek.
• Van hersencellen met elkaar.
• Van hersencellen naar het lichaam.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit:
1. De hersenen.
2. Het ruggenmerg.
Het periferie zenuwstelsel geeft verdere signalen door aan de spieren.
Overzicht van de cellen
• Lichaamscellen:
Bestaan uit de volgende gebieden:
1. Celmembraan: Hier wordt de inhoud van de cel afgescheiden waardoor uitwisseling plaatsvindt met
de omgeving door kanalen en poriën.
2. Celkern: Hier ligt het genetisch materieel (genen liggen op chromosomen).
3. Mitochondriën: Energievoorziening (verbranden van glucose uit voedsel, waardoor energie vrijkomt).
4. Ribosomen: Maken eiwitten.
• Hersencelen:
1. Neuronen: Zenuwcellen.
o Een speciale lichaamscel.
o Informatieverwerker: Een neuron is speciaal uitgerust om te kunnen communiceren.
Bestaat uit:
a. Dendrieten (uitlopers):
▪ Ontvangen de informatie van andere neuronen.
▪ Veel per cel.
▪ Regelen de input.
1
, b. Soma/cellichamen.
▪ Integreert de informatie (telt alles bij elkaar op).
▪ Regelt de putput.
c. Axonen
▪ Vervoeren zenuwimpulsen.
▪ Er is één axon per cel.
▪ Kunnen lang, maar ook kort zijn.
▪ Regelen de throughuput.
d. Presynaptische terminal
▪ Een axon splitst helemaal aan het einde door een soort “eindknopjes” (presynaptische
terminal). Synaps: Het contact tussen twee verschillende cellen.
▪ Hier wordt de informatie afgegeven aan de dendrieten van de volgende cel.
▪ Regelt de output.
Dus het proces is als volgt: Dendriet (input) → Soma (putput) → Axon (throughuput) →
Presynaptische terminal (output).
2. Gliacellen: Steuncellen.
o Ondersteunen de functies van neuronen (hebben geen axonen).
▪ Rol in de afweer tegen virussen en schimmels (microglia).
▪ Produceren hersenvloeistof.
▪ Zorgen voor de aan/afvoer van stoffen via het bloed; geven voedingstoffen uit.
→ Atrocyte maakt contact met een bloedvat en een neuron.
▪ Myeline (stof om de cel heen (vergelijkbaar met een plasticdraadje om de oplader van een
telefoon), waarmee het de informatie in de axon beschermt).
→ Oligodendrocyte is een gliacel die myeline maakt.
o Omvat de helft van het hersenvolume.
▪ Geven letterlijke steun, doordat de puddingachtige massa letterlijk de hersenen opvullen.
o Beïnvloeden de communicatie- en informatieverwerking.
o Rol bij de ontwikkeling van de hersenen
2
,Het brein en zijn omgeving
Voor de communicatie zijn de volgende begrippen belangrijk:
• Afferent: Voert informatie aan
Voorbeelden:
▪ Zintuigen → hersenen.
▪ Visueel gebied → hersenen.
• Intrinsiek: De dendrieten en axon liggen in dezelfde structuur.
Voorbeeld:
▪ Doorvoer binnen het ruggenmerg.
• Efferent: Voert informatie af (te herkennen aan de E van exit).
Voorbeeld:
▪ Hersenen → Spieren.
▪ Geheugen → Planningsvermogen.
Sensorische neuron
• Afferent:
1. Dendrieten onder de huid vangen prikkels op (zoals: druk, warmte, kou).
2. Vervolgens loopt er een stroompje van de dendriet naar het cellichaam.
3. Bij voldoende informatie gaat dit via de axon lopen en wordt het afgegeven aan het centrale zenuwstelsel.
• Efferent:
1. Wanneer iemand je kriebelt op je hand.
2. Loopt er een informatiestroom van het centraal zenuwstelsel naar de spier.
3. Vanuit de dendrieten wordt informatie ontvangen → via het cellichaam → naar de axon → waarna de
synaps informatie doorgeeft aan de spier.
4. De spiercellen trekken zich samen, waardoor de hand beweegt.
• Reflex:
- Bij een reflex wordt er direct gereageerd.
- De informatie wordt niet tot in de hersenen opgenomen, maar loopt gelijk via het ruggenmerg.
3
, Bloed-hersenbarrière
Hersencellen worden niet opnieuw aangemaakt. Om die reden is er een beschermingsmechanisme: de bloed-
hersenbarrière. Deze regelt:
• De toelating van voedingstoffen.
• Het niet toelaten van schadelijke stoffen.
De hersenen worden als het ware beschermd door een wand van bloedvaten die schadelijke stoffen
buitenhouden.
Het volgende kan door de bloed-hersenbarrière Het volgende kan niet door de bloed-hersenbarrière
heen: heen:
• Kleine moleculen. • Schadelijke stoffen.
• Vet oplosbare stoffen (sommige vitamine). • Virussen (het lichaam kan dit beter bestrijden
• Ongeladen stoffen (zuurstof (in) en CO2 (uit)). dan de hersenen).
• Water. • Medicijnen (ook nadelig, bijv. bij Parkison).
• Via actief transport (een soort pomp dus dit kost
energie om in de hersenen te krijgen):
- Glucose.
- Aminozuren (bouwstenen van eiwitten).
- Sommige vitamine
- IJzer
De bloed-hersenbarrière kan stuk gaan, waardoor de hersenen in gevaar komen, bijvoorbeeld door:
hersenvliesontsteking, infecties, straling, trauma.
College 2: Communicatie door elektrische prikkels en synapsen
Mechanisme voor de informatieverwerking: In cellen gaat de communicatie met elektrische prikkels
tussen cellen door chemische processen.
1. Elektrische prikkels (neurale signalen): Informatieoverdracht binnen cellen
Informatieoverdracht in neuronen d.m.v. elektrische prikkels gaat via ionen (positief/negatief geladen
deeltjes).
- De negatieve deeltjes onderling en de positieve deeltjes onderling willen bij elkaar vandaan.
- Negatieve en positieve deeltjes trekken elkaar aan.
A. Rustpotentiaal
o Potentiaal: Een ladingverschil tussen binnen- en buitenkant van de cel.
De binnen kant van een cel negatiever (-) dan de buitenkant van de cel (+),
daartussen zit het celmembraan dat de deeltjes weglaat. Daardoor is er een
potentiaal (= ladingsverschil).
o Rust: Er wordt actief door de cel een ladingsverschil (van -70 millivolt) instant
gehouden door actief deeltjes weg te pompen (zonder dit proces zouden
positieve deeltjes de cel inlekken en het rustpotentieel verstoren; dit kost
energie).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nsangers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.50. You're not tied to anything after your purchase.