Handelsrecht
Inleiding
Vroeger:
1804 : Burgerlijk Wetboek
1807 : Wetboek van Koophandel
Hierin werd een burger omschreven als iedereen wie geen handelaar was.
Een handelaar werd omschreven als al wie daden van koophandel stelde.
De daden van hoophandel werden beschreven in een lijst.
Ambachtsman = persoon die herstellingen uitvoert op goederen of diensten van een
handelaar.
Vrije beroepen = juridische- en medische beroepen en ook architecten.
Dienstverlenende intellectuele beroepen, die al dan niet daden van koophandel
waren = boekhouder, vastgoedmakelaar, landmeter.
Wanneer een onderneming daden van koophandel stelt valt deze onder het handelsrecht. Wanneer
deze dit niet doet valt deze in het gewone burgerlijkwetboek.
Nu:
Onderneming = als je economische activiteiten uitoefent. Deze vallen onder het
ondernemingsrecht. Ook alle ambachtsmannen, landbouwers, vrijeberoepen en
dienstverlenende intellectuele beroepen en vennootschappen met daden van koophandel.
Handels recht (bestuderen van statuten van handelaar) wordt dus nu ondernemingsrecht
(bestuderen van ondernemingen die zowel natuurlijke als door rechtspersonen worden
uitgevoerd).
In het economisch recht gaat het om alle rechtsregels die in het economische leven moeten worden
nageleefd. De regels betreffen zowel ondernemingen als consumenten. Dikwijls worden de relaties
tussen ondernemingen onderling ook aangeduid als B2B (business to business) en de relaties tussen
ondernemingen en consumenten als B2C (business to consumer)
In het ondernemingsrecht wordt het geheel van rechtsregels over de oprichting, organisatie en
werking van onderneming bij uitoefening van haar economische activiteiten behandeld.
Het marktrecht omvat meer bepaald het geheel van de regels die door de ondernemingen moeten
worden gerespecteerd bij het verdelen van de goederen en diensten op de markt.
Insolventierecht = faillissementsrecht: geheel van regels ter zake het niet voldoen van een debiteur
aan zijn financiële verplichtingen. BV.: Wanneer een onderneming geen winsten beoogt wordt het
failliet verklaard.
Economisch recht = regelt hoe activiteiten moeten uitgeoefend worden :
1) Marktrecht = hoe moeten ondernemingen met elkaar omgaan (mededingingsrecht)
2) Consumentenrecht = regelt de samenwerking tussen ondernemingen en consumenten.
,Het economische recht wordt gebundeld in het Wetboek van het Economisch Recht. Het wordt
beschouwd als een bijzonder en afwijkend recht.
Afwijkend wil hierbij zeggen dat de regels verschillen met de overeenstemmende regels in
het burgerlijk wetboek.
Bijzonder wil zeggen dat het toepassingsgebied niet algemeen is maar specifiek is voor
ondernemers en hun activiteiten.
De bijzondere en afwijkende economische rechtelijke regels genieten van voorrang op de algemene
bepalingen uit het burgerlijk recht.
Fundamentele elementen van het economische recht:
de bronnen van het economisch recht
Ook hier gelden de 4 klassieke rechtsbronnen:
1) Wetgeving
Nationale wetgeving: hier gaat het in hoofdzaak over het wetboek van economisch recht (WER).
Daarnaast is er vennootschapswetgeving hiervoor zijn er losse wetten waarbij we spreken over
het wetboek van vennootschappen en verenigingen. Ook moet er rekening worden gehouden
met de regionale wetgevingen (de decreten en besluiten van de gemeenschappen en gewesten).
Internationale wetgeving: hier gaat het over rechtsregels uitgevaardigd door supranationale
instellingen (Europa). Het is het recht van de Europese unie. De Europese raad en het Europees
parlement zijn de wetgevende organen. Het initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen berust
bij de Europese commissie. Er zijn 3 wetgevende instrumenten:
Verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten. Ze hebben een algemene draagwijde en zijn ook van toepassing
op de burgers.
Richtlijnen bevatten een aantal rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten
verplicht moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving. Ze moeten door
deze regels resultaten bereiken, maar mogen zelf de vorm en middelen kiezen. In België
worden de bepalingen van de richtlijnen in de federale wetgeving opgenomen via
wetsontwerpen. Door deze wetten wordt de Belgische wetgeving aangepast aan de inhoud
van de diverse richtlijnen. De belangrijkste soort zijn de harmonisatierichtlijnen: richtlijnen
die worden uitgevaardigd om de inhoudelijke verschillen tussen de wetgevingen van de
lidstaten geleidelijk aan weg te werken. Ook deze hebben een algemene draagwijde.
Besluiten bevatten bijzondere besluiten die enkel op de uitdrukkelijke aangeduide
bestemmeling (staten, ondernemingen of personen) van toepassing zijn. Bijvoorbeeld het
dwingen van een dwangsom omdat ze een overtreding hebben begaan.
2) Rechtspraak
Het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges. Het is juridisch niet
bindend, ze vormen een precedent waarnaar rechters kunnen teruggrijpen bij hun beoordeling.
, Vooral de uitspraken van de ondernemingsrechtbank en van de hoven van beroep en het Hof van
Cassatie van belang. Vonnis is eerste aanleg, een arrest is in beroep.
3) Gewoonte
Of gebruiken. Ze zijn gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die algemeen
verbindend worden aanvaard. BV.: in het ondernemingsrecht is het vermoeden van passieve
hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers die contractueel verboden zijn ten overstaan van
hun schuldeiser. (schuldeiser mag 1 schuldenaar aanwijzen die schuld betaald. Schuldenaar mag
nadien bij andere schuldenaars zijn deel terugeisen. Insolventierecht = het kan zijn dat deze niet
kunnen terugbetalen). Bij het burgerlijk recht moet het altijd in het contract worden opgenomen.
Gewoonten worden toegepast waar er geen wetgeving is en het kan niet tegen wetteksten
ingaan.
4) Rechtsleer
Het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden. Het wordt in juridische tijdschriften
opgenomen, hierin bekritiseren ze te wetgeving.
Fundamentele elementen van het economische recht:
de ondernemingsrechtbank
de werking van de speciale ondernemingsrechtbanken is vastgelegd in het Gerechtelijk wetboek.
Naast de algemene regels bepaald deze de specifieke bevoegdheden en regels voor de verschillende
hoven en rechtbanken. De ondernemingsrechtbanken en hun hoven zijn terug te vinden via een
website.
Samenstelling:
Er zijn 9 ondernemingsrechtbanken, waarvan sommige ook lokale afdelingen hebben. Zo is er in elk
ambtsgebied een hof van beroep (Antwerpen, Gent, Bergen en Luik) en in Brussel zijn er 4. Verder is
er nog 1 in Eupen. In de afdeling telt de ondernemingsrechtbank, afhankelijk van de grootte van de
afdeling, meerdere kamers. Elke kamer bestaat uit een voorzitter (beroepsmagistraat, niet
uitsluitend beroepsrechters) en 2 lekenrechters (ondernemers) deze laatste moeten geen juridische
opleiding hebben.
Bevoegdheden:
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen ondernemingen. En alle niet
ondernemingen die een vordering tegen een onderneming instellen. Wil een onderneming een
procedure opstarten tegen een niet-onderneming moet hij naar de vrederechter of rechtbank van
eerste aanleg. Verder is de ondernemingsrechtbank bevoegd voor specifieke geschillen, bijvoorbeeld
bij geschillen tussen een vennootschap, met betrekking tot wisselbrieven of deze die ontstaat uit een
faillissement.
Procedure:
De gewone procedure kent 3 kernmomenten: de dagvaarding (eiser brengt verweerder voor
rechtbank) , openbare terechtzitting (partijen bepleiten hun zaak) en het vonnis (rechter oordeelt).
Hiernaast zijn er ook verkorte procedures en buitengewone. Bij spoedeisende zaken kan voorzitter in
kortgeding maatregelen treffen (procedure waarin leverancier wordt verplicht alvast levering te doen
die hij inhoudt). Tevens kan rechter optreden als in kortgeding (bij vordering tot staking).
Vrederechter ondernemingsrechtbank hof van beroep Hof van Cassatie (oordeelt of er
schending is van de wet).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jd2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.