Sociale economie
EXAMENPERIODE II
JANA DESCHUYFFELEER
,Sociale economie
Hoofdstuk 1 Determinanten van de loonvorming
1. Begrippen
Productie economische G&D tot stand in onderneming door inzet productiefactoren (natuur,
arbeid en kapitaal). Dit zijn vereiste middelen.
Natuur: leverancier van grondstoffen en energie. De nog beschikbare middelen van natuur
moet men zuinig aanwenden en milieuverontreiniging dringend terugdringen.
Arbeid: alle prestaties, fysiek als intellectueel. Geschoolde arbeiders belangrijker. Bijzondere
vorm intellectuele arbeid is leiden en coördineren van productieproces management.
Arbeid gericht op ondernemen d.w.z. het dragen van economische risico’s in bedrijf.
Arbeiders krijgen loon, bediende krijgen wedde.
Kapitaal: omvat reëel kapitaalgoederen d.w.z. geheel door mensen geproduceerde
productiemiddelen. Ze zijn indirect ie langs omweg bijdragen tot behoeftebevrediging.
Omwegproductie. Door dat kapitaal gevormd wordt door natuur en arbeid wordt gevormd
afgeleide productiefactor.
Factoren worden vergoed voor hun medewerking in proces: grond krijgt rente, kapitaal intrest
en arbeid loon. Loon is vergoeding die WG betaalt als tegenwaarde verkrijgen arbeidsprestatie
WN. Arbeidsinkomen ruimer omdat inkomen zelfstandige ook worden inbegrepen.
Hoofdberoep parttime ingeschreven als bediende (19u), bijberoep minder dan 19u
(zelfstandige basis is dan hoofd). Wanneer 30u zelfstandig dan is dit bijberoep, en 20u bediende
dan hoofdberoep: je kijkt altijd eerst of hij WN is. Inzake arbeidsloon onderscheid tussen:
Basisloon: loon zonder aanvullende vergoedingen of voordelen.
Bruto en netto loon:
Bruto loon (1)
-RSZ (13,05%)
= belastbaar loon
-bedrijfsvoorheffing (belasting op loon aan overheid)
= bruto loonkost (1)+(2)
Loonwig: verschil tussen loonkost werkgever en nettoloon werknemer
Loon: vergoeding voor prestatie van arbeider per uur (voornamelijk handenarbeid)
Wedde: vergoeding voor prestatie bediende per maand (voornamelijk geestelijke arbeid)
Salaris: vergoeding voor prestatie kaderleden
Nominaal loon: geldsom die loon vertegenwoordigt = bruto loon
Reëel loon: koopkracht van het loon hoeveel goederen kan je kopen met het ontvangen
nominaal loon. Om dit te bekomen nominaal loon relateren aan prijzen.
Reëel
index cijfer = nominaal
Conventioneel indexcijfer
loon: verwijst naar/ prijsindexcijfer * 100 = X onderhandeld
loonbarema’s waarover en dit in % plaatsen
wordt in sectorale
paritaire comités. In effectieve loon zit het bruto loon dat WG betaalt aangevuld met
elementen zoals premies, voordelen, …. In landen waar loonvorming gebeurt via collectief
, gecentraliseerd en/of sectoraal overlag wordt vaak verschil vastgelegd tussen conventionele
en effectieve lonen. In effectieve zitten bijkomende verhogingen toegekend binnen
onderneming. Dat verschil (baremaverhoging) samenhangen met verandering in
werkgelegenheidsstructuur of samenstelling beroepsbevolking. Verschil conventioneel en
effectief wage drift genoemd.
Salarispakket wedde + extra legale voordelen:
o 78 % wedde (cash)
o 10 % groepsverzekering
o 2 % maaltijdcheques (volledig vrijgesteld van belastingen en sociale
zekerheidsbijdrage, max 1520 euro/jaar)
Sociale voordelen: feestjes voor gehele personeel, …
Extra legale voordelen bedrijfswagen voor WN: geen RSZ, privégebruik, tankkaart
Voordeel bedrijfswagen voor WG: goedkoper dan gelijkwaardig loon.
Andere legale voordelen: groepsverzekering = aanvullend pensioen bestaat uit pensioen sparen
en hospitalisatie verzekering.
Pensioensparen = WG betaalt premies om kapitaal op te bouwen voor pensioen + WN
betaalt deeltje mee. Uitbreiding met gewaarborgd inkomen bij overlijden mogelijk.
Hospitalisatieverzekering = volledig betaalt door WG.
Cafetaria plan : zelf loonpakket samenstellen flexibel.
Oorzaak zwartwerk België ligt in grote verschillen brutoloon en nettoloon (loonwig). Ander
oorzaken:
Reglementering van tewerkstelling
Deeltijds werk flexibele uren, …
Belasting moraliteit
Pakkans (diploma)
Voordelen? Niet meer dan 3000 euro cash op rekening zetten zonder controle uitgave geld =
bloei economie
2. Loontheorieën
Onderscheiden van loonstelsels.
Loontheorie = tracht verklaring te geven voor loonevolutie in functie van bereiken van bepaald
sociaaleconomisch doel, bv. Volledige tewerkstelling, inkomensherverdeling, prijsstabiliteit, ….
Loonstelsel = methode om vergoeding prestaties WN te berekenen.
Lonen konden in de 19e eeuw boven peil van het levensminimum stijgen. Lonen in functie van
het levensminimum moeten noodzakelijk laag blijven en de reële lonen kleiner of gelijk aan
levensminimum. Onderhandeling op 3 niveaus:
Interprofessioneel of nationaal niveau: overleg in Nationale arbeidsraad (NAR) dit is paritair
samengesteld tussen WN- en WGorganisaties. Resultaten vastgelegd in collectieve
arbeidsovereenkomsten (CAO) die gelden voor hele economie, aantal sectoren of op 1
sector indien geen actief paritair comité bestaat. CAO ondergeschikt aan arbeidswetgeving.
Voorbeeld CAO is gemiddeld minimum maandloon, …
Professioneel of sectoraal niveau: sectorale CAO afgesloten in paritaire (sub)comité. Deze is
bevoegd voor bepaalde sector. CAO is bindend voor alle WG en WN in sector, zelf wanneer
WG niet behoort tot organisatie die CAO afsloot (afwijken van CAO). Als een CAO algemeen
verbindend wordt verklaard dan kan men niet meer afwijken. Voorbeeld CAO:
indexeringsregels loon.
Ondernemingsniveau: CAO afgesloten tussen 1 of meer erkende vakorganisaties en WG’ers
buiten de paritaire comités. Men spreekt van een bilateraal monopolie omdat ze tegenover
elkaar komen te staan. Indien noch op nationaal noch in paritaire commissie bedrijf tak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jd2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.