In dit document is alles samengevat wat je nodig hebt om de landelijke kennisbasis taal toets te halen.
De inhoudsopgave kun je bekijken. Alle kwadranten zijn samengevat en duidelijk omschreven.
, 8.1.5 (1.3.7, 2.3.5) Taalvariatie.........................................................................................................20
8.3.2 Taal..........................................................................................................................................21
8.3.4 Morfologie...............................................................................................................................21
8.3.5 Syntaxis....................................................................................................................................21
8.3.6 semantiek................................................................................................................................21
8.3.7 Pragmatiek...............................................................................................................................21
8.3.8 Orthografie..............................................................................................................................22
8.3.9 Metalinguïstisch bewustzijn....................................................................................................22
8.3.10 Schoolgrammatica.................................................................................................................22
8.3.11 Nut van grammaticaonderwijs...............................................................................................22
8.3.12 Taalverandering.....................................................................................................................23
Spelling.................................................................................................................................................23
9.1.1 elementaire spellinghandeling................................................................................................23
9.1.2 spellingstrategieën..................................................................................................................23
9.1.6 spellingcategorieën..................................................................................................................24
9.1.7 de schrijfwijze van de werkwoorden.......................................................................................24
9.3.3 principes Nederlandse spelling................................................................................................24
Luistervaardigheid
1.1.3 Luisterdoelen
De luisterdoelen:
- Iets te weten willen komen
- Een bepaald gevoel willen ondergaan
- Zich een mening willen vormen
- Een bepaalde handeling willen uitvoeren
- Een spel mee willen spelen
1.1.4 Luisterstrategieën
Manieren van luisteren:
3
, - Globaal luisteren à grote lijn volgen
- Intensief luisteren à details ook belangrijk vinden
- Gericht luisteren à specifieke informatie oppikken
- Kritisch luisteren à mening vormen
Strategieën inzetten tijdens het luisteren:
- Oriënteren op het luisterdoel: Hoe kun je het best luisteren
- Oriënteren op het onderwerp en de eigen kennis daarvan
- Oriënteren op soort luistertekst
- Oriënteren op de spreker
- Reflecteren op de luistertaak
- Monitoren van de luistertaak
- Evalueren van de luistertaak
1.1.5 Spreekdoelen
De spreekdoelen:
- Amuseren à de ander vermaken
- Informeren à feiten vertellen
- Instrueren à iemand een instructie geven
- Overtuigen à betogen
1.1.6 Spreekstrategieën
De spreekstrategieën:
- Oriënteren op het doel van de spreektaak
- Oriënteren op het onderwerp en de eigen kennis daarvan
- Oriënteren op soort spreektaak
- Oriënteren op gesprekspartner(s) of het publiek
- Reflecteren op de spreektaak
- Monitoren van de spreektaak
- Evalueren van de spreektaak
1.1.8 Sociale taalfuncties
De functies:
- Zelfhandhaving à zichzelf verdedigen of bezit beschermen
o Vb. Ik wil limonade. Kijk eens wat ik kan!
- Zelfsturing à eigen handelingen met woorden ordenen of plannen aankondigen
o Vb. En nu zet ik er nog een blokje op.
- Sturing van anderen à beïnvloeden van gedrag van anderen
o Vb. En toen was jij de politieagent. Nu moet jij wat zeggen.
- Structurering van het gesprek à vb. mag ik even wat zeggen
1.1.9 Cognitieve taalfuncties
De cognitieve taalfuncties (rangschikking op mate van complexiteit):
= functies inzetten om taal te verwijzen naar betekenissen en concepten.
- Rapporteren à verslag doen van iets wat in de werkelijkheid voorkomt.
- Redeneren à beschrijving waarin een extra denkstap wordt verwoord.
o Chronologisch ordenen, concluderen, oplossen van een probleem, etc.
- Projecteren à verplaatsen in de gedachten en de gevoelens van iemand anders
1.3.2 Taalverwerving
In het taalontwikkelingsproces leren kinderen de regels voor:
4
, - Taalinhoud à semantische aspect
- Taalvorm à fonologie, morfologie en syntaxis
- Taalgebruik à pragmatiek
Theorieën over taalverwerving:
- Creatieve constructietheorie
o Kinderen zijn creatieve bouwers die niet simpelweg imiteren maar beschikken over
een taalleermechanisme.
- Interactionele benadering
o Creatieve constructietheorie + het taalaanbod van en de interactie met
moedertaalsprekers speelt een grote rol bij het leren van een taal.
1.3.3 Taalontwikkelingsfasen (op volgorde kunnen zetten)
Prelinguale of preverbale fase (0-1):
- Huilen (eerste 6 weken)
- Vocaliseren (6-20 weken)
- Vocaal spel (4-6 maanden)
- Brabbelfase (7 maanden)
Linguale of talige fase:
- Vroeglinguale periode (1-2,5 jaar)
o Eenwoordzin, tweewoordzin, meerwoordzin
- Differentiatiefase (2,5-5 jaar)
o Explosieve ontwikkeling waarin reeds verworven aspecten worden uitgebouwd en
verfijnd, nieuwe aspecten komen aan bod.
- Voltooiingsfase (5 jaar en ouder)
o Kind bezit de bouwstenen, puntjes worden op de i gezet.
1.3.4 Tweedetaalontwikkeling
Simultane ontwikkeling à twee talen min of meer gelijktijdig verwerven. Voor het 3 e levensjaar van
een kind.
Successieve tweetaligheid à tweede taal verwerven na het 3e levensjaar. Wordt in feite op dezelfde
manier verworven als de eerste taal.
Verschillen tussen eerste en tweedetaalverwerving:
- Taalkennis à kennis van de eerste taal wordt ingezet om de tweede taal te leren.
- Tijd à bij een normale eerste taalverwerving speelt de ontwikkeling zich af binnen vaste,
voorspelbare tijdsgrenzen. Bij tweedetaalverwervers kan dit sterk verschillen.
Interferentiefouten à fouten die tweedetaalverwervers maken waar de kennis van de eerste taal een
rol in speelt.
- Vb. Turks sprekend iemand gebruikt in het Nederlands spreken geen lidwoorden, omdat die
er in het Turks niet zijn.
1.3.6 Communicatieve competentie
De communicatieve deelcompetenties:
- Grammaticale competentie à de taalgebruiker beschikt over fonologische en syntactische
vaardigheden en over een adequate woordenschat.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarazaaijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.