Een samenvatting voor het vak Somatiek, gegeven te Avans Hogeschool in het 4e leerjaar van de opleiding Sociaal Werk (Social Work).
In deze samenvatting komen de volgende thema's aan bod:
Thema 1: Het zorgstelsel in Nederland,
Thema 2: Algemene ziekteleer,
Thema 3: Psychiatrie,
Thema 4: G...
Somatiek thema 1: het zorgstelsel in Nederland, thema 2: algemene ziekteleer
Flashcards17 Flashcards
$3.180 sales
Flashcards17 Flashcards
$3.180 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Zorgstelsel:
Welke wet wordt hier omschreven?
\'Deze wet regelt dat ouderen, mensen met een beperking, psychische problemen of psychosociale problemen ondersteuning kunnen krijgen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen blijven doen in de maatschappij.\'
Answer: De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
2.
Zorgstelsel:
Welke wet wordt hier omschreven?
\'Deze wet regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening.\'
Answer: De Wet langdurige zorg (Wlz)
3.
Zorgstelsel:
Welke wet wordt hier omschreven?
\'Deze wet wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraar.\'
Answer: De Zorgverzekeringswet (Zvw)
4.
Algemene Ziekteleer, Diabetes:
Waar of niet waar?
Stelling 1: Bij een hypo is er te weinig suiker in het bloed (onder de 4 mmol/L)
Stelling 2: Bij een hyper is er te veel suiker in het bloed (boven de 10 mmol/L)
Answer: Beide stellingen zijn waar
5.
Algemene Ziekteleer , Diabetes:
Welk type diabetes wordt hier omschreven?
\'Het lichaam maakt geen insuline meer aan.\'
Answer: Diabetes type 1
6.
Algemene Ziekteleer, Diabetes:
Waar of niet waar?
Één van de mogelijke behandelingen van diabetes type 1 is het verbeteren van de gezondheid (bijvoorbeeld veranderen van dieet en meer bewegen).
Answer: Niet waar. Dit geldt wel voor diabetes type 2
7.
Algemene Ziekteleer, Reuma:
Noem drie vormen van reuma.
Algemene Ziekteleer, Reuma:
Welke vorm van reuma wordt hier omschreven?
\'Er is schade ontstaan aan het kraakbeen door een ongeluk. De pijn wordt erger bij bewegen en minder bij stilzitten\'.
Answer: Secundaire artrose
(doordat het een duidelijke oorzaak heeft zoals trauma, vervorming of infectie)
9.
Algemene Ziekteleer, Reuma:
Welke vorm van reuma wordt hier omschreven?
\'Een chronische auto-immuunziekte waardoor er ontstekingen ontstaan in gewrichten. De gewrichten zijn hierdoor warm en pijnlijk.\'
Verstandelijke Beperking:
Waar of niet waar?
Stelling 1: Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van maximaal 75.
Stelling 2: Een mogelijke verklaring voor een verstandelijke beperking is dat de hersenen niet goed gegroeid zijn tijdens de zwangerschap.
Answer: Beide stellingen zijn waar.
2.
Verstandelijke Beperking:
Van welke verstandelijke beperking worden hieronder de (uiterlijke) kenmerken omschreven?
\'Rond gezicht, korte nek, kleine oren, mond ledematen en handen, grote tong.\'
Answer: Syndroom van Down
3.
Verstandelijke Beperking:
Van welke verstandelijke beperking worden hieronder de (uiterlijke) kenmerken omschreven?
\'- Lang gezicht, grote oren, uitgesproken kin.
- Autistische trekjes (of bij mannen ADHD-achtig gedrag)
- Taal en spraakafwijkingen\'
Answer: Fragiele X Syndroom
4.
Verstandelijke Beperking:
Van welke verstandelijke beperking worden hieronder de kenmerken omschreven?
\'Door spierslapte kan de zuigeling niet zelf drinken en heeft een neussonde nodig. Het baby\'tje beweegt weinig en huilt niet of zwak.
Rond de kleuterleeftijd ontstaat er een enorme eetlust zonder een gevoel van verzadiging.\'
Answer: Prader-Willi Syndroom
5.
Verstandelijke Beperking:
Van welke verstandelijke beperking worden hieronder de kenmerken omschreven?
\'De baby heeft een schijnbaar normale ontwikkeling tijdens de eerste maanden na de geboorte. Vanaf een leeftijd van 6-18 maanden volgt een periode van stilstand en achteruitgang in de ontwikkeling met verlies van motorische vaardigheden.\'
Answer: Rett Syndroom
6.
Verstandelijke Beperking:
Welke verstandelijke beperking wordt hieronder omschreven?
\'Een aangeboren afwijking die ontstaat door een extra chromosoom. Van het 21e chromosoom is er eentje extra.\'
Answer: Syndroom van Down
7.
Verstandelijke Beperking:
Welke verstandelijke beperking wordt hieronder omschreven?
\'Een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door een verstandelijke beperking en bepaalde gedragskenmerken zoals op autisme lijkend gedrag.\'
Answer: Fragiele X Syndroom
8.
Verstandelijke Beperking:
Welke verstandelijke beperking wordt hieronder omschreven?
\'Een aangeboren zeldzame aandoening met uiteenlopende kenmerken waaronder spierslapte, vertraagde verstandelijke ontwikkeling en gedragsproblemen.\'
Answer: Prader-Willi Syndroom
9.
Verstandelijke Beperking:
Welke verstandelijke beperking wordt hieronder omschreven?
\'Een zeldzame neurologische ontwikkelingsstoornis die in de meeste gevallen veroorzaakt wordt door een spontane mutatie in het gen MECP2.\'
Answer: Rett Syndroom
10.
Verstandelijke Beperking:
Noem 3 mogelijke oorzaken of verklaringen voor een verstandelijke beperking.
Answer: 1. het zit in de familie (het is erfelijk),
2. je hebt een syndroom of stoornis (bijvoorbeeld Down) waarvan een verstandelijke beperking een van de gevolgen is,
3. je hersenen zijn niet helemaal goed gegroeid tijdens de zwangerschap (je moeder rookte, dronk alcohol of werd ziek),
4. je hebt tijdens de bevalling tijdelijk geen zuurstof gehad,
5 je hebt een ziekte (bijvoorbeeld hersenvliesontsteking) of ongeluk gehad (NAH).
Content preview
SOMATIEK
DATUM: JANUARI, 2021
AANTAL WOORDEN: 3840
Opleiding: Avans Hogeschool, AVD Social Work
Leerjaar: 4 (Blok 1), Uitstroomprofiel zorg
Student: Suzan Doornbusch
Studentnummer: 2133205
,INHOUDSOPGAVE
Thema 1: Het Zorgstelsel In Nederland ........................................................................................................................................ 3
Positieve Gezondheid ............................................................................................................................................................................... 3
Het Stelsel Van Wetten en Financiering.................................................................................................................................................. 3
Zorgverzekeringswet (Zvw) ................................................................................................................................................................. 3
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) .................................................................................................................................. 3
Wet Langdurige Zorg (Wlz) ................................................................................................................................................................. 3
Thema 2: Algemene Ziekteleer .................................................................................................................................................... 4
Diabetes.................................................................................................................................................................................................... 4
Hypo ..................................................................................................................................................................................................... 4
Hyper.................................................................................................................................................................................................... 4
Diabetes type 1 (1 op de 10 mensen) ................................................................................................................................................ 4
Diabetes type 2 (9 op de 10 mensen) ................................................................................................................................................ 4
Decubitus (doorligwonden) ..................................................................................................................................................................... 4
Reuma....................................................................................................................................................................................................... 5
Reumatoide Artritis ............................................................................................................................................................................. 5
Primaire (Idiopatische) Artrose .......................................................................................................................................................... 5
Secundaire Artrose.............................................................................................................................................................................. 5
Longziekten .............................................................................................................................................................................................. 5
Astma ................................................................................................................................................................................................... 5
COPD .................................................................................................................................................................................................... 5
Kanker....................................................................................................................................................................................................... 6
Dysplasie: (De weg van gezond naar kanker) .................................................................................................................................... 6
Hartinfarct ................................................................................................................................................................................................ 6
Epilipsie ..................................................................................................................................................................................................... 7
Verloop ................................................................................................................................................................................................ 7
Absences (Petit Mal) ........................................................................................................................................................................... 7
Tonisch-clonisch (Grand Mal) ............................................................................................................................................................. 7
Thema 5: Mensen met een licht verstandelijke beperking .......................................................................................................... 13
PAGINA 1 VAN 14
,Thema 6: Mensen met een verstandelijke beperking.................................................................................................................. 13
Algemeen................................................................................................................................................................................................ 13
Down Syndroom ..................................................................................................................................................................................... 13
Fragiele X Syndroom .............................................................................................................................................................................. 14
Prader-Willi Syndroom ........................................................................................................................................................................... 14
Rett Syndroom........................................................................................................................................................................................ 14
PAGINA 2 VAN 14
,THEMA 1: HET ZORGSTELSEL IN NEDERLAND
POSITIEVE GEZONDHEID
Positieve Gezondheid is de uitwerking in 6 dimensies van de bredere kijk op gezondheid. Met die bredere benadering draag je bij
aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel
mogelijk eigen regie te voeren.
HET STELSEL VAN WETTEN EN FINANCIERING
De overheid heeft de afgelopen jaren het stelsel van wetten en financiering in de zorg drastisch gewijzigd. Waar voorheen alle
langdurige zorg voor ouderen uit de AWBZ werd gefinancierd, zijn er nu drie wetten die uitkeren – afhankelijk van de cliëntvraag.
ZORGVERZEKERINGSWET (ZVW)
Iedereen die in Nederland woont of werkt, is wettelijk verplicht een basisverzekering te hebben. Deze basisverzekering dekt de
standaardzorg van bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis of apotheek. Daarnaast kan iedereen zich (vrijwillig) aanvullend verzekeren
voor kosten die het basispakket niet vergoedt. Verpleging en verzorging thuis is onderdeel van het basispakket van de
zorgverzekering. Dit heet ‘de aanspraak wijkverpleging’. Er geldt geen eigen risico voor de cliënt. De Zvw wordt uitgevoerd door de
zorgverzekeraar.
WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat ouderen, mensen met een beperking, psychische problemen of
psychosociale problemen ondersteuning kunnen krijgen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en mee
kunnen blijven doen in de maatschappij. Zij krijgen bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een rolstoel. Gemeenten voeren de Wmo
uit. Zij bepalen zelf op welke manier ze dat doen. Iedereen die ondersteuning nodig heeft kan een beroep doen op de gemeente.
WET LANGDURIGE ZORG (WLZ)
De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met
een psychische aandoening. Deze zorg kan in een instelling of thuis gegeven worden. De Wlz wordt uitgevoerd door het
Zorgkantoor. Dit valt onder de Wlz:
- Verblijf in een zorginstelling.
- Persoonlijke verzorging en verpleging.
- Medische zorg.
- Dagbesteding.
- Vervoer naar de plek van behandeling.
- Hulpmiddelen.
PAGINA 3 VAN 14
, THEMA 2: ALGEMENE ZIEKTELEER
DIABETES
HYPO
Wat: Te weinig suiker in het bloed.
Kenmerken: Zweten, trillen, hartkloppingen, hoofdpijn hebben, duizelig/ geïrriteerd/ ongeconcentreerd/ moe/
hongerig zijn
Oorzaken/verklaring: Als je bloedsuikerspiegel onder de 4 mmol/l komt, heb je een hypo.
Behandeling: Iets zoets eten of drinken, bij voorkeur druivensuiker of dextrose.
HYPER
Wat: Te veel suiker in het bloed.
Kenmerken: Veel plassen, dorst hebben en houden, vermoeid en lusteloos zijn, wazig zien, misselijk zijn en
overgeven, alles voelt vervelend, humeurig, geen eetlust hebben of juist hongerig zijn.
Oorzaken/verklaring: Als je bloedsuiker boven de 10 mmol/l komt, heb je een hyper.
Behandeling: Veel water drinken, bewegen, insuline bijspuiten.
DIABETES TYPE 1 (1 OP DE 10 MENSEN)
Wat: Het lichaam maakt helemaal geen insuline meer aan. Het afweersysteem vernielen per ongeluk de
cellen die insuline aanmaken.
Behandeling: Insuline inspuiten of insulinepomp.
DIABETES TYPE 2 (9 OP DE 10 MENSEN)
Wat: Het lichaam maakt insuline aan, maar die werkt niet goed.
Oorzaken/verklaring: Ongezond leven (voeding, roken, overgewicht), ouderdom, erfelijke aanleg.
Behandeling: Medicatie (insuline), voedings-/bewegingsadvies.
DECUBITUS (DOORLIGWONDEN)
Wat: Decubitus is een beschadiging van de huid door druk. Decubitus komt vooral voor bij mensen die lang
op bed liggen (of in een rolstoel zitten) en moeilijk zelf van houding kunnen veranderen. Op de plekken
van de huid waar het lichaam op rust, knelt de huid.
Kenmerken: Een doorligplek begint als een lichtrode, warme plek.
Behandeling: Verander regelmatig van houding. Dat voorkomt (verergering van) doorligplekken. Verzorg de huid
goed en controleer de huid elke dag.
PAGINA 4 VAN 14
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suzandoornbusch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.