Hoofdstuk 5 Awb Handhaving
Een persoon kan soms 2 hoedanigheden hebben: een opsporingsambtenaar en een
handhaver. Daarnaast heel veel activiteiten die mensen willen ontplooien, als ze geen
vergunning voor hebben, dan hebben ze al gauw een overtreding. En je ziet dat mensen vaak
aanspraken hebben in het kader van sociale zekerheid, en als je dan gaat frauderen dan bega
je ook overtredingen en dan zie je dat het bestuursrecht wordt afgedaan.
Handhaving bestuursrecht: een gevarieerd terrein
-Handel in afslankmiddelen – dan heb je te maken met de Nederlandse voedsel en waren
autoriteit, want het blijkt namelijk dat je via internet allerlei middelen kunt gebruiken en
kopen om af te vallen. Maar deze middelen zijn vaak gevaarlijk. Dan wordt er dus
gewaarschuwd door de Nederlandse voedsel en- waren autoriteit.
-Illegaal gokken – Het gokken via internet
-Asbestresten na brand – komt voor in tentamen
-Drugslab – via strafrecht, art. 13b Opiumwet, kan er uiteindelijk een last onder
bestuursdwang worden toegepast.
-Verkoop financiële producten – de financiële mark is bestuursrechtelijke genormeerd,
vanwege het financiële toezicht.
-Fraude met zorggeld – Voorbeeld de WMO, hier zie je vaak dat hier gefraudeerd wordt o.a.
met PGB budgetten, mensen die geld toe-eigenen waar ze geen recht ophebben.
-Verkeersboete - Als je zonder licht gaat fietsen dan heb je grote kans dat je een boete
krijgt. Dit is de wet Mulder: bestuurlijke boete. Dit is 1 van de grootste regeling als het gaat
om grote aantallen boetes die mogelijk zijn. In de rijksbegroting staat er ongeveer 750
miljoen ingeboekt aan het ontvangen boetes.
Wat is handhaving eigenlijk? Handhaving is het afdwingen of effectueren van normconform
gedrag. Waaruit kan het dan bestaan? Dat kan bestaan uit toezicht of handhaving (het
opleggen van sancties). Dit vind je terug in het Awb. Het gaat er dus om: normconforme
gedrag, dan ben je bezig met toezicht. En daarnaast het optreden met bestuurlijke sanctie.
Dat normconforme gedrag moet je dus niet alleen denken aan wettelijke regelingen, maar je
moet ook denken aan voorschriften zoals vergunningen, want je ziet dat voorschriften niet
worden nageleefd en dan kun je uiteindelijk in de sfeer terechtkomen van een overtreding.
Als je kijkt naar het Awb dan zie je dat het zo is ingericht dat we uiteindelijk 3 belangrijke
titels hebben.
1. Titel 5.1. Algemene bepalingen
2. Titel 5.2. Toezicht
3. Titel 5.3. Herstelsancties
4. Titel 5.4 bestraffende sancties
1
,Wat is toezicht?
Er zijn 2 vormen van toezicht, namelijk uitvoeringstoezicht en handhavingstoezicht.
Toezicht Wat omvat dat, en hoe is dat genormeerd?
-Uitvoeringstoezicht – hier gaat het om het verzamelen van gegevens om te
controleren of je voldoet aan de wettelijke vereisten om in aanmerking te komen voor een
aanspraak. Voorbeeld in het kader van een subsidie of een uitkering. Dit is een soort van
controle van vooraf. Het heeft er niks mee te maken dat je in de sfeer terechtkomt van een
overtreding. Dus je gaat vooraf een subsidie of een uitkering aanvragen en dan komt er
gecontroleerd worden of je voldoet aan de voorwaarden en dan krijgen we dus
uitvoeringstoezicht. Dit is dus niet bedoeld met datgene wat in de Awb staat met titel 5.2.
De Awb geeft ook helemaal geen definitie van toezicht, maar wel van toezichthouder.
-Handhavingstoezicht – Dit gaat om uitvoering van controles waarbij er nog niet
noodzakelijk sprake hoeft te zijn van een overtreding of zelfs enig vermoeden daarvan. Er is
dus geen concrete verdenking nodig. Je ziet bijvoorbeeld vaak toezichthouders bedrijven
bezoeken en dat heeft dan een preventief effect. In het strafrecht komen we in de sfeer van
opsporingsonderzoek. En dan zit je bij art. 132a Sv. Hier wordt een onderzoek gedaan in
verband met strafbare feiten onder leiding van de OvJ en hiervoor zijn er wel concrete
verdenkingen nodig. Bij toezicht is dat niet aan de orde, het kan wel maar hoeft niet. Wat
wel kan is dat aan de hand van klachten uiteindelijk een toezichthouder een bezoek bij
brengen. Als het gaat om handhavingstoezicht, wat doen men dan? Dan ga je eerst
informatie verzamelen of bepaalde handelingen of activiteiten voldoen aan de eisen van de
wet en vervolgens moet je daar een oordeel over vormen. En op basis van die
oordeelvorming kun je eventueel vaststellen dat het nodig is om te ingrijpen. Dan krijg je de
vraag moet ik nou sanctionerend optreden. Dat gebeurt niet altijd.
-Sanctionerend optreden? Je krijgt niet onmiddellijk een sanctie opgelegd, je krijgt vaak paar
maanden de tijd door middel van last onder dwangsom, last onder bestuursdwang. Dit is
eigenlijk horen in de zin van art. 4:8 Awb. En na paar maanden gaan ze weer kijken, en als
het dan niet op orde is, dan pas komt ze met een handhavingsbesluit. Je krijgt best wel veel
kans in het bestuursrecht om een zaak recht te trekken. Op een moment dat je een
bestuurlijke sanctie hebt dan heb je een grondslag nodig in de wet, art. 5:4 Awb vereist dat.
Hoe wordt toezicht genormeerd? Op het moment dat je informatie gaat verzamelen en je
gaat daarover een oordeel vormen, dat is nog geen besluit maar feitelijk handelen. Als er
sprake is van feitelijk handelen moet je al voldoen aan bepaalde normen, dus ook aan
hoofdstuk 2 van de Awb, want ieder verkeer tussen verkeer en bestuursorganen. En wat
heel belangrijk is art. 3:2 lid 2 Awb: andere handelingen van bestuursorganen dat besluiten
is hoofdstuk 3 gedeeltelijk van toepasselijk. Vooral art. 3:2 zorgvuldigheid & art. 3:4 Awb
spelen hier een belangrijk rol.
Welke trajecten zijn er voor sanctionerend optreden? Er zijn 3 trajecten mogelijk:
-Bestuurlijke sanctie: een door een bestuursorgaan wegens een overtreding opgelegde
verplichting of onthouden aanspraak. Dit staat in art. 5:2 lid 1 sub a. Dit gaat om de
bevoegdheid: Wil je een bestuurlijke sanctie hebben, dan heb je een overtreding nodig.
-Strafrechtelijke sanctie in week 3 hier meer over. Overtreding van bestuursrechtelijke
regelgeving kan leiden tot strafrechtelijke sanctie. Dit kan op 2 manieren: wet op de
economische delicten (art. 1 + 1a) en via bijzondere wetten waarbij je op het eind ziet dat er
strafbepalingen zijn opgenomen. Dan zie je dat bepaalde bestuursrechtelijke bepalingen als
je die niet in acht neemt, dat dat dan een strafbaar feit oplevert. Voorbeeld: Archiefwet
2
,1995 art. 42. Of als je naar de wet op omzetbelasting gaat kijken art. 38. En art. 27
Warenwet.
Kun je als je een bestuursrechtelijke sanctie op krijgt, ook nog een strafrechtelijke sanctie
opgelegd kijken. Dan loop je tegen de ne bis in idem beginsel aan en het vraagstuk van de
cumulatie. Er zijn veel mogelijkheden of de sancties de cumuleren. Dit komt later aan bod in
week 3.
-Privaatrechtelijk ‘sanctioneren’: Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt,
welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge
lijdt, te vergoeden. Ieder handelen in strijd met een publiekrechtelijke regeling is handelen in
strijd met de wet en dat levert onrechtmatige daad op. Bestuursorgaan gaat dat dan naar de
burgerlijke rechter en om die manier een verbod te krijgen voor iemand die een overtreding
pleegt. Dit is de Windmill, tweewegenleer en onaanvaardbare doorkruising.
Bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheden
Toezichtbevoegdheden Sanctiebevoegdheden
Titel 5.2
(Bevoegdheid van toezichthouder ex art. 5:11)
Herstelsancties Bestraffende sancties (bestuurlijke boete)
Titel 5.3 Titel 5.4
Afdeling 1 en 2 Titel 4.4
Titel 4.4 (bestuursrechtelijke geldschulden)
(Dit is de last onder bestuursdwang en last onder dwangsom)
Waarop/tot wie richt zich een herstelsanctie respectievelijk een bestraffende sanctie?
Art. 5:21 Awb: Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie. Dit
betekent dat je terug moeten schakelen naar het begin, titel 5.1. Hier wordt namelijk een
definitie gegeven van de herstelsanctie en de bestraffende sanctie. Dan zie je dat de
herstelsanctie een bestuurlijke sanctie is en dat wordt gekoppeld aan art. 5:2 lid 1 onder a,
en bestuurlijke sanctie is een door bestuursorgaan opgelegde sanctie wegens een
overtreding. De vraag of je een sanctie kunt opleggen dat vind je niet in de Awb, maar dat
moet je gelet op art. 5:4 lid 1 Awb, kijken in de bijzondere wet. Je hebt daarvoor een
grondslag nodig in wet.
Herstelsanctie ex 5:2 lid 1 onder b: heeft betrekking op de overtreding. Het oogmerk van een
herstel sanctie is om een overtreding te beëindigen of de gevolgen van de overtreding
ongedaan te maken.
Bestraffende sanctie: gaat het uitdrukkelijk over de leedtoevoeging aan de overtreding. Dus
de sanctie is gericht op de overtreder.
Dit verschil maakt wel uit, want als je gaat zoeken naar regelgeving: art. 6 lid 2 en lid 3
EVRM, want als er sprake is van een criminal charge dan blijkt het dat er eisen/waarborgen
zijn. Een bestraffende sanctie in de zin van die Awb is een criminal charge. Als het gaat om
3
, een bestraffende sanctie dan is de vraag van verwijtbaarheid relevant. Bij de bestuurlijke
boete ex art. 5:41 vind je dit uitdrukkelijk dit. Maar bij de herstelsanctie niet, het gaat niet
om de overtreder maar om de overtreding.
Daarnaast nog een belangrijke rol voor de bestuursrechter – Het blijkt als het gaat om
herstelsancties dat de rechter daar veel terughoudender kan zijn en ook is bij de beoordeling
van de sancties. Terwijl bij de bestraffende sanctie ex art. 6 lid 1 EVRM de rechter daar
intensief moet toetsen, daar geldt de eis van full jurisduction. Dit betekent o.a. dat de
rechter zelf de feiten moet vaststellen en ook zelf de sanctie moet bepalen.
Nb. Er zijn 3 sancties en dit wordt vaak bij het tentamen over het hoofd gezien.
Art. 5:3 Awb bepaalt: art. 5:4 t/m 5:10 zijn van toepassing op de in dit hoofdstuk geregelde
sancties. (Dus bestuurlijke sancties, dus niet alle bestuurlijke sancties staan geregeld in
hoofdstuk 5). Een heel belangrijk voorbeeld is de intrekking van
beschikkingen/vergunningen. Dit kan als sanctie en dit is niet geregeld in de Awb. In het
economisch bestuursrecht is het redelijk gebruikelijk om uiteindelijk als een bedrijf fout
heeft gehandeld en ze krijgen dan een boete opgelegd bijvoorbeeld om het ook nog eens te
publiceren. (naming & shaming) dit is niet geregeld in de Awb. En ook de waarschuwing als
sanctie vind je niet geregeld in de Awb.
DUS: nooit alleen volstaan met hoofdstuk 5 van de Awb raadplegen, maar altijd kijken naar
relevante regelgeving die in de casus aan de orde is.
Bestuurlijke sanctie: wanneer bevoegd?
Vereisten:
-Een overtreding zonder overtreding is er niets om op te treden. Art. 5:1 lid 1 Awb staat
definitie van de overtreding. “Een publiekrechtelijke voorschrift, zie sub a.”
-Een wettelijke grondslag (“Geen strafbaar feit en geen strafbaar feit dan uit kracht van een
daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling”) dit kun je afleiden uit art. 5:4 lid 1, je ziet
onderaan een strafrechtelijk stuk en die vind je in Awb terug in lid 2: een bestuurlijke sanctie
wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de
gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven. Dan heb je bij bestuursrecht
een probleem want je moet eerst een verbod vinden en dan de sanctiebevoegdheid. Als het
gaat om de bevoegdheid uiteindelijk om een sanctie op te leggen dan is er in geval van
herstel sancties 2 opties namelijk:
1) op decentraal niveau: algemene grondslagen, 1 van de grondslagen is art. 125
Gemeentewet (gemeentebestuur is bevoegd om last onder bestuursdwang op te leggen).
2) op niveau van een staat, dus door een minister of zelfstandige bestuursorgaan, dan zul je
in bijzondere wet moeten zoeken naar de bevoegdheid. Voorbeeld: art. 32 Warenwet: onze
minister is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang,
tip voor tentamens: meestal vind je dit soort bevoegdheden op het einde van de wet in een
apart hoofdstuk.
Bij de bestuurlijke boete: die bevoegdheid geldt voor alle bestuursorganen, ook als het gaat
om het college van B&W bijvoorbeeld, die zal altijd in de bijzondere wet moeten geregeld
zijn. Er is geen algemene grondslag. Je moet in de bijzondere wet kijken of er een
bevoegdheid is om een bestuurlijke boete op te leggen.
Vervolg handhavingstoezicht: Weet wat u eet!
-Warenwet denk aan dat je naar een restaurant gaat en je erna onmiddellijk ziek wordt door
het eten.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hgizem38. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.