Hi,
ik heb mijn boek van economie samengevat. het betreft het boek levensloop. Dit gaat over leningen en sparen, maar ook verzekeringen en de lorenzcurve.
Hoofdstuk 1
paragraaf 1.2: welke kosten tellen mee?
Als producten worden aangeschaft door de eindgebruiker heet dit consumptie
Als kapitaalgoederen worden aangeschaft heet dit investeren
o Wordt gekocht om geld mee te verdienen
Schaarste: de spanning tussen oneindige behoeften en de beperkte middelen
o Een product is schaars als er een offer of inspaning gedaan moet worden om
het te verkrijgen
Hierom kosten schaarse goederen geld
Vrije goederen: goederen waar geen inspanning voor geleverd moet worden om het
te verkrijgen
Opofferingskosten: waarde van alternatieven opofferen voor een andere keuze
1.3: het budget, wat koop je ervoor?
De grote van het budget beperkt de keuzemogelijkheden
Op een budgetvergelijking worden van twee producten alle combinaties
weergegeven die je maximaal met een gegeven budget kunt kopen
Een grafische voorstelling hiervan is een budgetlijn
Voorkeur voor een bepaald product heeft geen invloed op de budgetlijn
De budgetlijn is afhankelijk van
o Hoogte van het budget
o Prijzen van producten
Budget uitgedrukt in euro’s i
s nominaal
Koopkracht is het vergelijken van de stijging/daling van de prijzen en inkomsten
4. De invloed van andermans keuze
Een economisch spel
o Spelers
De spelers nemen beslissingen (bedrijven, personen)
Ze handelen rationeel (streven naar zo’n hoog mogelijke winst
Informatie
Weten de spelers de keuze van een ander?
Coöperatief-spel: de spelers werken samen
Niet-coöperatief-spel: spelers werken niet samen
Strategie
Gericht op een zo hoog mogelijke uitbetaling
Voor elke denkbare situatie een keuze gemaakt hebben
Uitbetaling
Verwachte opbrengst van een strategie
Kan in geld, maar bijvoorbeeld ook in tijd uitgedrukt worden
Hangt af van strategie van beide spelers
Opbrengstmatrix of uitbetalingsmatrix
, Tabel waarin opbrengst van elke strategie is weergeven
Evenwicht
Voorspelling van de uitkomst van het spel
Voor dominante strategie
Keuze maken zonder te weten wat de ander doet
Uitkomst van dominante strategie is evenwicht in dominante
strategieën
Geen samenwerking nodig
Gevangenendilema
Dominante strategie
Dit is meestal een niet-coöperatief spel
Tit-for-tat
Als het gevangendilema zich herhaald dan kunnen de spelers zich
coöperatief gaan opstellen
Coöperatieve strategie
Wanneer de spelers het spel opnieuw spelen, wordt de keuze
beïnvloedt door de keuze van de ander van de vorige keer
het is mogelijk dat de spelers afwijken van de dominante strategie en
gaan samenwerken, omdat dit voor hun beide beter is
Bindende afspraken
De afspraak kan bindend worden door factoren die vervelender zijn
dan het vasthouden aan de dominante strategie
Dit kan heel concreet zijn (boete bij schending contract)
Free-ridergedrag of meeliftersgedrag
Profiteren van de goedgeefsheid van anderen
Daar ontstaat het Gevangenendilema
Veelpersoonsdilema
Gevangenendilema met veel personen
Sanctie zou kunnen volgen als oplossing
Transfer
Bij het kopen van bijvoorbeeld een auto houdt men rekening met
Aanschafkosten
Inruilwaarde
Belasting
Brandstof
, Hoofdstuk 2: jeugd
2.2: kinderjaren
o Overheid draagt bij aan de kosten voor de benodigdheden voor opvang,
school, ect voor kinderen
Hangt af van het inkomen (hoog inkomen: kleine bijdrage, laag/geen
inkomen: hoge bijdrage)
kinderbijslag
Hangt af van de leeftijd van een kind
16 jaar stop kinderbijslag
Mbo-opleiding loopt op tot 18
16 jaar kunnen kinderen een studiefinanciering aanvragen
2.3: je eerste vrije tijd
Stroomgrootheden
Wekelijks of maandelijks inkomende geldstroom
Gaat over een bepaalde periode
Periode heb je nodig om informatie volledig te maken
Voorraadgrootheden
Wordt gemeten op een bepaald moment
Je kunt voorraad op een nieuw moment bepalen door de binnenkomende
geldstroom te vergelijken met de uitgaande geldstroom
Over inkomen moet inkomensheffing (per jaar) betaald worden
Premies voor volksverzekeringen
Inkomstenbelasting
Nettoloon = brutoloon – loonheffing
2.4: de verdeling van de inkomens
Hoe inkomens verdeeld zijn over personen, kun je in beeld brengen d.m.v een
lorenzkurve
Cumuleren betekend de percentages bij elkaar op tellen
De Gini-coëfficiënt is een getal dat iets zegt over de scheefheid van de
lorenzkurve
Het getal ligt tussen 0 en 1
0 is iedereen heeft evenveel inkomen
1 is dat een iemand al het geld heeft en de rest niets heeft
Formule: A : A + B
A is gedeelte tussen de kurve en de diagonaal
B is het gedeelte onder de kurve
2.5: herverdeling van inkomens
Drie manieren om ieders bijdrage vast te stellen
Iedereen draagt hetzelfde bedrag bij
Bepaald bedrag voor gezamenlijk gebruik
Wat over blijft heet het besteedbaar inkomen
Verdeling van inkomens kan verschillen van voor en na de
afdracht
Er vind herverdeling van de inkomens plaats
Als relatieve of procentuele inkomensverschillen als
gevolg van herverdeling kleiner worden noemen we dat
nivellering als de verschillen groter worden heet dit
denivellering
Iedereen betaalt hetzelfde percentage van het inkomen
Inkomensverdeling veranderd niet, omdat iedereen hetzelfde
percentage betaald
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller talithagier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.