100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociaal zekerheidsrecht $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociaal zekerheidsrecht

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 58 pagina's voor het vak Sociaal Zekerheidsrecht aan de VIVES

Preview 4 out of 58  pages

  • January 20, 2021
  • 58
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Sociale zekerheid


I. INLEIDING
 Filmpje:
o Wie nam initiatief? Waaruit bestond dit? Voor wie? Wanneer?
 Werknemers en zelfstandige ambachtslieden => MOB : loon
vervangende inkomen -> ziekenfonds
=> werklozenkassen : worden gesubsidieerd door de overheid
 Werkgevers => hebben voorzorgskassen opgericht, dus niet heel het
loon uitbetalen maar een stuk bijhouden en in kas steken en later als
pensioen uitbetalen
 Overheid => lijfrentekas opgericht
=> subsidie (werklozenkassen subsidiëren)
Besluit-
=> WAO 1903 : werkgevers verplichten om te verzekeren wet 1949
en uitkeringen te betalen.
-----------------------------------------------------------------------------
=> gehandicapten : na WOII
=> wet op bestaansminimum = leefloon : als je geen
middelen van bestaan hebt

o Conclusies
 werk van lange adem ↔ Besluitwet 1944
 proces van geleidelijke uitbreiding: werknemers/ambtenaren →
zelfstandigen → niet-werkenden
 sociale zekerheid bestaat uit 3 partners: paritair beheer (Wns. +
Wgs.) onder toezicht overheid

1. ONZE SOCIALE ZEKERHEID
I. Wat is sociale zekerheid
 Sociale zekerheid in enge zin = sociale zekerheid
o het geheel van voorzieningen die bescherming bieden tegen de nadelige
inkomensgevolgen van welbepaalde omstandigheden, de zgn. “sociale
risico’s” (→ risico dat verband houdt met het feit dat we werken)
o 7 risico’s → 7 takken van onze sociale zekerheid
 Werkloosheidsverzekering
 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
 Gezinsbelasting
 Rust en overlevingspensioen
 Jaarlijkse vakantie
 Beroepsziektenverzekering
 arbeidsongevallenverzekering

 Sociale zekerheid in ruime zin = sociale bijstand
o = het geheel van voorzieningen die eenieders bestaanszekerheid moeten
waarborgen (→ geen link met werk!)

, o = minimumvoorzieningen – residuaire stelsels
 Residuaire : rechtsstelsel
× Als je aanspraak kan maken op pensioen dan geen aanspraak
op leefloon.

o 4 minimumvoorzieningen:
 Leefloon
 tegemoetkoming aan gehandicapten (IVT)
× omwille van handicap kunnen ze niet werken dan krijgen ze
uitkering, tenzij ze rijk zijn.
 inkomensgarantie voor ouderen
 gewaarborgde gezinsbijslag

Sociale zekerheid Sociale bijstand
Vb. werkloosheid Vb. leefloon
Het is gekoppeld aan uw werkstatus. Je Niet gekoppeld aan de werkstatus.
moet vooraf een bijdrage geleverd hebben Iedereen die behoeftig is heeft hier recht
aan SZ. op. = Burgerschap
 verzekeringssysteem premie betalen  solidariteit
Je hebt er recht op dus je krijgt het.
Bedrag hangt af aan uw loon. Hoe hoger uw Forfaitaire bedragen voor iedereen gelijk.
loon, hoe meer de SZ.
= statusbehoud
RSZ  bijdragen Gefinancierd door belastinggeld
II. Basisprincipes van onze sociale zekerheid
 Verzekering en solidariteit
o Verzekering :
 Premie – risico – uitbetaling
 Premie betalen als er een risico is.
 Maar : “sociale” verzekering
 Wettelijk bepaald bedrag
 Verplicht
 Uitkering = loonplafond, premie niet
o Solidariteit :
 Verplicht karakter, herverdeling, gedeeltelijke financiering door
overheidsmiddelen
 Solidariteit van de werkenden (Bismarck) (SZ) ↔ solidariteit van de
burgers (Beveridge) (SB)
 Soorten uitkeringen
o Inkomensvervangende uitkeringen of vervangingsinkomens
 Vb. werkloosheidsuitkering, pensioen,
o Inkomensaanvullingen of kostenvergoedingen (inkomen niet voldoende)
 Vb. kinderbijslag, ziekte-uitkering

III. Structuur van onze sociale zekerheid
 Organisatie op basis van 2 socio-professionele categorieën:
o Werknemers, ambtenaren, zelfstandigen = sociale zekerheid
 sociale bijstand

, 1) stelsel van de werknemers of loontrekkenden
o = zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst
o Bijdragen voor : de 7 takken
 A) ziekte en invaliditeit (RIZIV)
 Sector gezondheidszorgen
 Sector uitkeringen
 B) gezinsbijslag
 C) pensioenen (FDP)
 D) arbeidsongevallen
 E) beroepsziekten
 F) werkloosheid
 G) jaarlijkse vakantie




 kennen voor het examen!
- RJV : zorgt voor jaarlijkse vakantie
- Fedris : voor arbeidsongevallen of beroepsziekten, als je slachtoffer bent van AO
dan kan je uitkering krijgen door ofwel verzekeraar of fedris. Stel als WG niet
betaald, kan verzekeraar ook nie betalen, in dat geval zal Fedris betalen wat de
verzekeraar moet betalen en zal vervolgens dat vorderen van de WG. Je kan krijgen
van de Fedris als WG ook geen verzekering heeft.
- ziekenfonds : CM, Bond Moysen,..

 2) stelsel van de zelfstandigen
o = professionals die niet werken in gezagsrelatie
o Bijdragen voor :
 A) Ziekte en invaliditeit
 sector gezondheidszorgen
 sector uitkeringen
 B) Gezinsbijslag
 C) Pensioenen
 D) Overbruggingsrecht

, - sociaalverzekeringsfond : per 3 maand sociale bijdragen betalen

 3) stelsel van de ambtenaren
o Plaatselijke en provinciale overheden:
 bijdragebetaling via RSZ
 verzekering voor: gezinsbijslag, pensioenen, arbeidsongevallen,
beroepsziekten, ziekte en invaliditeit, jaarlijkse vakantie
 niet voor werkloosheid want hij is voor het leven benoemd.
o Andere overheden: inning en uitbetaling door RSZ
 overheid int zélf en betaalt uit (uitz. ZIVgezondheidszorgen)
 verzekering voor: gezinsbijslag, pensioenen, arbeidsongevallen,
beroepsziekten, ziekte en invaliditeit, jaarlijkse vakantie
 enkel pers. bijdrage voor ZIV-zorg (3,55%) en pensioen (7,5%)

IV. instellingen : kennen met beetje info!
 RIZIV = Rijksdienst voor ziekte en invaliditeitsverzekeringen
 RVA = Rijksdienst voor arbeidsvoorziening
 FDP = Federale pensioendienst
 RJV = Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie
 Famifed = Federaal agentschap voor de kinderbijslag → Fons (Vl.
uitbetalingsagentschap Groeipakket)
 Fedris = Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s RSZV = Rijksdienst voor de Sociale
Verzekeringen der Zelfstandigen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jaminaravi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (0)
  Add to cart