SAMENVATTING A1A6
Samenwerken in organisaties
Hoofdstuk 1: Het communicatieproces
Hoofdstuk 2: Communicatievaardigheden
Hoofdstuk 8: Conflicten en onderhandelen
Hoofdstuk 9: Overleg
Hoofdstuk 10: Teamwork
Hoofdstuk 13: Coachen
Greep op je studieloopbaan
Hoofdstuk 3: Ken jezelf: Het ontwikkelen van een zelfbeeld
SAMENWERKEN IN ORGANISATIES
HOOFDSTUK 1: HET COMMUNICATIEPROCES
Communicatie is een proces waarin je de hele dag betrokken bent. Wat je denkt of voelt en hoe je handelt is
ene reactie op de signalen die uit de buitenwereld op je afkomen. Omgekeerd probeer jij het gedrag van
andere mensen door het uitzenden van boodschappen te beïnvloeden.
HET COMMUNICATIEPROCES EN BEELD
Als mensen met elkaar communiceren, dan wisselen ze boodschappen uit. Communicatie tussen mensen heeft
de volgende kenmerken.
Zender (degene die een idee probeert over te dragen)
Het brengen van een boodschap is een complex proces. Je moet je ervaringen eerst omzetten in abstracte
taalcodes voordat je ze aan een ander kan geven. Dat wordt ook wel encoderen genoemd. Bij deze vertaling
gaan altijd details verloren. Je moet een keuze maken uit alles wat je op dat moment kan zien, horen, voelen en
ruiken, en je moet aspecten selecteren die je in taal kan proberen om te zetten. Door van je ervaringen een
afbeelding te maken interpreteer je de werkelijkheid en geef je er een betekenis aan. Daardoor druk je een
persoonlijke stempel op de gebeurtenissen. De werkelijkheid wordt op die wijze gekleurd door de bril, of
referentiekader.
De ontvanger
De ontvanger moet op zijn beurt de abstracte taalcodes van de zender vertalen om zich wat bij de woorden die
hij hoort of leest voor te kunnen stellen. Dat wordt ook wel decoderen genoemd.
De feedback
De zender heeft een bedoeling bij het zenden van de boodschap. Wanneer de ontvanger zich hiervan een beeld
heeft gevormd, ontstaat bij hem een reactie, waarmee de communicatiecirkel rond is. Deze reactie noem je
feedback of terugkoppeling.
Encoderen en decoderen
Door het vertaalproces en de verschillende referentiekaders van zender en ontvanger wordt de boodschap als
het ware gefilterd. Het begrepen idee, dat de ander zich vormt op de grond van de door jou gekozen woorden
om je idee weer te geven, zal nooit exact hetzelfde zijn als het oorspronkelijke idee. De ontvanger heeft zijn
eigen ervaringen, aan de hand waarvan hij de naar hem gezonden boodschap ontcijfert en interpreteert.
,Het kanaal
Mensen hebben verschillende mogelijkheden om een boodschap over te brengen op anderen. Je kunt
gebruikmaken van je stem, het gesproken woord, het geschreven woord, gebaren, een tekening, de telefoon,
het internet, noem maar om. De geschiktheid van een kanaal is afhankelijk van de specifieke situatie. Je kunt
bijvoorbeeld onderscheid maken in communicatie die plaatsvindt in een kleine of grote groep. En ook of de
betrokkenen in één ruimte bij elkaar zijn of dat dat niet het geval is.
DE BOODSCHAP
Alles wat via je zintuigen binnendringt, wordt gesorteerd: dat wil zeggen dat er in je hersenen direct wordt
gezocht naar een eerdere gelijksoortige ervaring. Hierdoor ontstaat ook de bril waardoor je de wereld om je
heen kleurt. Communiceren met elkaar betekent dan ook “je inleven in de betekeniswereld van de ander”.
Behalve aan iemands houding en gebaren valt aan de wijze waarop hij iets zegt af te leiden hoe hij het bedoeld.
Zo hoor je aan de spreektoon vaak of iets ernstig bedoeld is of als grap en aan het spreektempo of iemand
nerveus is of niet. De totale boodschap (verbaal en non-verbaal), heeft altijd vier verschillende functies.
Referentiële functie
Een boodschap verwijst naar feitelijke informatie.
Expressieve functie
De boodschap geeft een beeld van de zender, die zich op zijn eigen persoonlijke wijze uitdrukt.
Relationele functie
Een boodschap laat zien hoe de zender over de ontvanger denkt. De mening van de zender over de relatie
tussen de ontvanger en de zender wordt ermee aangegeven.
Appellerende functie
Een boodschap doet een beroep op de ontvanger om op een bepaalde manier te reageren. De zender zegt niet
zomaar iets, hij heeft daarmee een bedoeling.
COMMUNICATIESTORINGEN
In iedere schakel van het communicatieproces kunnen storingen optreden. Er is dan sprake van ruis.
Storingen in de taal
Moeilijk of specialistisch taalgebruik van de zender leidt ertoe dat de boodschap niet goed kan worden
gedecodeerd.
Intrapsychische storingen
De zender of ontvanger is niet in staat of niet in de stemming om te communiceren. Hij heeft geen zin, is ziek,
moe, heeft zijn aandacht ergens anders bij.
Verborgen agenda’s
De zender heeft zo zijn eigen bedoelingen met het gesprek. Die bedoelingen worden niet uitgesproken.
Niet goed verstaan
Als er veel bijgeluiden zijn, is de boodschap letterlijk niet goed te verstaan. De boodschap wordt wel gezonden,
maar niet goed ontvangen.
Verschil in kennisniveau
De storing kan ontstaan bij de ontvanger: het lukt hem niet om de boodschap te decoderen, maar het lijkt zo
dom om te laten merken dat hij niet snapt wat de ander zegt.
Niet begrepen emotionele lading
Door de ontvanger wordt aan het bericht een andere emotionele lading gegeven dan de zender bedoelde. Hij
neemt bijvoorbeeld op voorhand aan dat de ander zich net zo zou voelen als hij in zo’n situatie (projectie).
, Vooroordelen
De zender wordt in verband gebracht met een ervaring die de ontvanger zelf heeft gehad. Bestaande
verwachtingen maken het voor de ontvanger moeilijk om goed te beluisteren wat er precies gezegd wordt.
Non-acceptatie
Soms praat de zender tegen dovemans oren, omdat de ontvanger niet bereid is om de boodschap aan te horen.
Te veel informatie
Een veelheid aan informatie maakt het voor de ontvanger moeilijk om alles mee te krijgen.
FUNDAMENTELE KENMERKEN
Watzlawick heeft de volgende vijf fundamentele kenmerken van het communicatieproces beschreven die ook
bij zakelijke communicatie een belangrijke rol spelen.
Het is onmogelijk om niet te communiceren
Zodra mensen elkaar waarnemen, beïnvloeden ze elkaar. Dit komt omdat ieder gedrag communicatie is. Ook
als je niets zegt of de ander negeert, heeft dat een betekenis. Daarom is het van belang dat je je bewust bent
van je eigen gesprekshouding.
Communicatie heeft een inhouds- en betrekkingsniveau
De relatie tussen mensen is in sterke mate bepalend voor hun manier van communiceren. De communicatie
loopt vast wanneer een van de gesprekspartners de ander niet wenst te benaderen op de wijze waarop de
ander dat verlang. Veel problemen en conflicten ontstaat niet zozeer over de inhoud van de woorden, maar
over de relatie tussen de betrokkenen. Het is in dit geval dus de relationele functie van de boodschap die de
communicatieproblemen veroorzaakt.
De klemtoon wordt verschillend gelegd
Er ontstaat vaak verschil van mening over de vraag wie nu op wie reageert. Dit heet het interpunctieprobleem.
De klemtoon wordt verschillend gelegd, zodat er verschil van mening is over wie begon.
Er bestaan twee communicatieniveaus: communicatie en metacommunicatie
Communicatie: het niveau van de letterlijke boodschap
Metacommunicatie: communicatie over de communicatie. Dit zijn aanwijzingen over hoe de letterlijke
boodschap geïnterpreteerd moet worden. Bijna alle non-verbale communicatie is metacommunicatie.
Boodschappen kunnen elkaar om twee communicatieniveaus versterken of tegenspreken
Een boodschap kan op beide niveaus congruent zijn: de letterlijke boodschap en de metacommunicatie
ondersteunen elkaar. Een boodschap kan ook incongruent zijn: de letterlijke boodschap en de
metacommunicatie spreken elkaar tegen.
HOOFDSTUK 2: COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
ZENDERVAARDIGHEDEN
Wat je precies met het zenden van een boodschap bij de ontvanger wilt bereiken kan per situatie verschillen,
maar er liggen altijd een of meerdere volgende doelen aan ten grondslag. De zender wil dat de ontvanger:
Geïnformeerd wordt over iets;
Overtuigd wordt van iets;
Gemotiveerd wordt tot iets;
Gestimuleerd wordt tot iets.
In de vier communicatiedoelen zit een hiërarchie: weten vinden willen doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvanmullekom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.