Een wereld apart
Ontwikkelingslanden van uitsluiting naar participatie
Landen in Azië en Latijns-Amerika hebben inmiddels op eigen kracht met succes de strijd
aangebonden tegen onderontwikkeling. Hierdoor hebben honderden miljoenen mensen hun
levensomstandigheden kunnen verbeteren. Deze veelbesproken 'opkomende economieën'
leggen op internationale fora steeds meer gewicht in de schaal. Door hun groeiend aandeel in de
wereldeconomie zijn zij van toeschouwers medespelers geworden.
Tegelijk bestaat in Afrika, maar ook in Zuid- en Centraal-Azië, nog steeds een harde kern van
onderontwikkelde landen. Deze zijn blijven steken in het oude patroon van exploitatie en export
van bodemschatten en agrarische grondstoffen, en verkeren politiek en maatschappelijk veelal
in chaos. Dit zijn de landen die aan de kant staan en voorlopig nog afhankelijk blijven van
ontwikkelingshulp.
De dynamiek van het ontwikkelingsvraagstuk roept veel vraagtekens en ambiguïteit op. In het
denken over ontwikkelingshulp is een kentering gaande: steeds meer mensen vinden dat het tijd
is om de vicieuze cirkel van hulpverslaving te doorbreken. De sleutel hiertoe hebben de
ontwikkelingslanden zelf in handen.
Hoofdstuk 1
Landen met een lage ontwikkelingsstatus
Ontwikkelingslanden vormen een bijzondere categorie landen. Maar wanneer noemen we een
land een ontwikkelingsland, wat zijn daar de kenmerken van? Als wij Westersen wijzen op een
lage ontwikkelingsstatus, dan kijken we vaak naar de volgende punten:
- het lage inkomen per hoofd van de bevolking
- lage welvaarts- en welzijnsniveau (levensomstandigheden)
- armoede
- lage levensverwachting
- slechte gezondheidssituaties
- ondervoeding
- analfabetisme
- infectieziekten
- hoge kindersterfte
- lage kwaliteit van collectieve voorzieningen
- slechte sociale voorzieningen
- onderdrukking
- schending van mensenrechten
- gewelddadige conflicten
Armoede vormt een wezenlijk aspect van onderontwikkeling. Zelfs binnen bevolkingsgroepen in
een land zijn er verschillen in welvaart. Echter zit de echte kloof tussen arm en rijk, tussen het
Noorden en het Zuiden. Het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) per hoofd per jaar deelt landen in
vier inkomensklassen:
1. Hoge inkomenslanden NBI/hoofd meer dan $11.905
2. Hoge-midden inkomenslanden NBI/hoofd tussen $3.856 en$11.905
, 3. Lage-midden inkomenslanden NBI/hoofd tussen $976 en $3.856
4. Lage inkomenslanden NBI/hoofd minder dan $976
De Verenigde Naties hebben 49 landen gerubriceerd als minst ontwikkeld, beter bekend als de
MOL’s. Deze landen voldoen aan drie criteria:
1. Inkomen per hoofd, per jaar is niet hoger dan $1.086
2. Er is een zwak menselijk potentieel gemeten (zoals ondervoeding, hoge kindersterfte…)
3. Hoge economische kwetsbaarheid (zoals eenzijdige export, veel ontheemden/vluchtelingen...)
Armoede kenmerkt de ontwikkelingslanden. We maken hierbij onderscheid tussen twee
verschillende soorten:
1. Relatieve armoede
Iemand is arm in vergelijking met het algemene welvaartspeil van de gemeenschap waar hij/zij
woont. Deze vorm komt dus ook voor in rijke landen, waar scheve verhoudingen liggen.
2. Absolute armoede
Dit is de armoede van ontwikkelingslanden. Een aanzienlijk deel van de bevolking lijdt aan een
structureel ernstig gebrek. Het is een dagelijkse strijd om een paar centen.
Als we kijken naar een scheve inkomensverdeling kunnen we dat zichtbaar maken door het
volgende: het aandeel in het BNI van armste 20% van de bevolking afzetten tegen het aandeel
van het rijkste quintiel (20%). In Bolivia, Zuid-Afrika en Brazilië is de inkomensverdeling het
meest ongelijk. Welvaartsniveau en inkomensongelijkheid staan met elkaar in verband. In echte
arme landen waar het welvaartsniveau overal laag is, zijn nauwelijks inkomensverschillen.
Als je het welvaartsniveau van een land bepaald op het nationaal inkomen per hoofd van de
bevolking heeft dat wel een bezwaar. De reële koopkracht wordt hier namelijk onderschat. De
meeste arme landen hebben een laag inkomen, maar daarentegen zijn de kosten voor
levensonderhoud ook erg laag. Wat dat toegankelijker maakt. De Wereldbank rekent dus het BNI
ook volgens de koopkrachtpariteit uit, omdat de inkomensverschillen tussen landen dan veel
kleiner zijn dan op basis van wisselkoersen.
Er is nog een bron van onderschatting van de reële inkomens, namelijk dat niet alle economische
activiteiten in statistieken zijn opgenomen, denk maar aan een schaduweconomie. Hier speelt
een informele sector een rol waar zaken buiten de officiële geldeconomie gangbare praktijken
zijn, zoals betalen in natura of dienst voor wederdienst. Ze vallen buiten de regelgeving en
overheidscontroles.
Het inkomen als maatstaf voor ontwikkeling lijkt te eenzijdig. Om recht te doen aan alle variaties
van leefomstandigheden zijn er samengestelde ontwikkelingsindicatoren ontwikkeld. De meest
gebruikte is de Human Development Index, de HDI. Dit is ontwikkeld door de UNDP, een
ontwikkelingsprogramma van de VN. Ze kijken hier naar vier dingen:
1. Inkomen per hoofd
2. Levensverwachting
3. Analfabetiseringsgraad
4. Aantal jaren schoolopleiding
Laag scoren op zaken die te maken hebben met het welzijn van de bevolking is ook een groot
onderdeel van ontwikkelingslanden. Welzijn betekent hier de kwaliteit van het bestaan of
sociale ontwikkeling. In tegenstelling tot de term welvaart die zich richt op de economie. Welzijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkikorsten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.