Hoofdstuk 1 en 2 zijn compleet, helder en simpel beschreven om het snel te kunnen leren én begrijpen. Deze samenvatting is gebaseerd vanuit de hoorcolleges van de ALO en vanuit het boek Inspannings- en sportfysiologie.
Gebaseerd vanuit de hoorcolleges van de ALO en
vanuit het boek Inspannings- en sportfysiologie.
Hoofdstuk 1 en 2 zijn compleet, helder en simpel
beschreven om het snel te kunnen leren en
begrijpen!
,1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................... 1
Botten, gewrichten en bewegingen van het skelet ...................................................... 2
Spieren, spier opbouw en functie ............................................................................... 6
Het ATP-CP systeem en de anaerobe glycolyse ...................................................... 16
Het aerobe systeem ................................................................................................. 29
,2
Botten, gewrichten en bewegingen van het skelet
Feitjes
• Je lichaam heeft ong. 50.000.000.000 cellen
• Ongeveer 200 botten: baby’s hebben er meer, omdat er bij volwassenen botten aan
elkaar groeien
• 640 spieren
• Een hart een leven langs gemiddeld 3 miljard keer klopt.
• Het lichaam ongeveer 2.000.000 bloedcellen per seconde maakt
• De lengte van de haarvaatjes in de longen ongeveer 1600 km is.
• De oppervlakte van de longen ongeveer net zo groot is als die van een tennisbaan
• We 20 spieren nodig hebben om te lachen en 40 om te kunnen fronsen.
Het skelet
De functies:
1. -Bescherming van kwetsbare organen
2. Geeft stevigheid en vormen aan lichaam
3. Maakt, samen met spierstelsel, bewegingen mogelijk
4. Aanmaak van rode bloedcellen (zorgt voor zuurstof)
5. Lichaamsreserve calcium
→2 soorten botweefsels:
Compact (Hard) bot en spongieus bot
Samenstelling van het been
• Zouten (o.a. calcium) bepalen hardheid bot
• Pasgeboren 50%, ouderen 70% , dus brosser
Ontkalking door hormonen en/of vitaminegebrek
• Ouderen mensen hebben meer calcium: minder flexibel en sneller breken
• Na je 27ste neemt het lichaam af: oestrogeen gaat dalen (menopauze) Vrouwen
hebben meer kans op osteoporose doordat de hormonen afnemen die voor hardheid
van het bot zorgen
,3
2 soorten
- Plexiform been (verbeend bindweefsel)
- Lamellair been, komt veel voor
Spongieus beenweefsel
Compact beenweefsel
Osteon of Systeem van havers (= onderzoeker). Zijn buisjes, bestaan uit Osteocyten (zijn de
botcellen) in kransen gerangschikt
Tussen de beencellen lopen het Kanaal van Havers en zorgen voor doorbloeding en de
voedingsstoffen die erin komen. Dus Longitudinale tunneltjes met daarin bloedvaten.
Osteoblasten > Osteoclasten = bot zwaarder
Osteoblasten < Osteoclasten = bot lichter
Elke 10 jaar nieuwe botten! Dit gaat door te bewegen en te sporten geactiveerd worden.
Ruimtevaarders worden dus niet geactiveerd om nieuwe botten te maken en kunnen bij
terugkomst niet direct staan vanwege de belasting die er niet is geweest.
Groeien
Epifysaire kraakbeen (groeischijf)
- Botten groeien tot uiteindelijke lengte, daarna vergroeid het epifysaire kraakbeen.
- Vervolgens groeit het bot langzaam door en vrijwel alleen maar in de breedte.
Beïnvloedende factoren
• Belasting (trek en duw)
Onderbelasting (gips, bedrust, 4% botatrofie per maand)
• Voeding
Vitamine D en calcium
• Hormonen
,4
Na menopauze wijzigt hoeveelheid oestrogeen (15 tot 20% botatrofie in 5 jaar)
• Genetische factoren
Denk hierbij aan dwerggroei waardoor mensen soms niet langer worden dan een bepaalde
lengte.
Gewrichten
1. Rolgewricht
Zorgt dat je onderarm kan roteren
2. Scharniergewricht
Zorgt in de ellebogen voor rotatie
3. Eivormig gewricht
Zit bv in je vingerkoortjes
4. Kogelgewricht
Denk aan je schouder of de heup
5. Zadelgewricht
Zit bij de duim onder andere
Anatomische rusthouding
Duimen staan aan de buitenkant en je kijkt vanuit anatomische houding vanuit de persoon.
, 5
Universele benaming van bewegingsrichtingen
Beweging Waar?
Flexie: Extensie: Elleboog, knie en romp
buigen strekken
Anteversie/anteflexie: Retroversie: Schouder, heup
naar voren naar achteren
Abductie: Adductie: Schouder, heup
naar buiten naar binnen
Exorotatie: Endorotatie: Alle
naar buiten naar binnen
Pronatie: Supinatie: Pols en enkel
van buiten van binnen
naar binnen naar buiten
Palmair: Dorsaalflexie: Pols
naar beneden naar boven
Plantair: Dorsaal flexie: enkel
naar beneden omhoog
, 6
Spieren, spier opbouw en functie
Feitjes
- Een lichaamsdeel kan alleen bewegen als er spieren samentrekken. Dus duwen is
eigenlijk trekken.
- Je kleinste spier zit in je oor en beschermt je tegen hele harde geluiden.
- De grootste spier is de gluteus maximus.
- De oogspieren zijn het meest actief. Deze spiertjes bewegen meer dan 100.000 keer
per dag, vooral als je slaapt.
- Alle spieren bij elkaar is ongeveer 40% van je lichaamsgewicht.
Soorten spierweefsel in het lichaam
1. Skeletspieren
- Ook wel dwars gestreepte spieren genoemd
- Zijn heel erg sterk en explosief
- Je kan zelf bepalen wanneer je die spier wilt aansturen
- Celkernen zijn onder een microscoop bij deze spieren
niet zichtbaar
2. Hartspierweefsel
- Dit is heel glad
- Kan je niet vanuit je zelf aansturen: je kan niet opeens je
hart stop zetten
- Je hoeft hier niet over na te denken
3. Glad spierweefsel
- Is heel glad
De skeletspier
Je spier zit vast met een pees aan het
bot: dus alleen de pees zit aan het bot
vast, daarom kan je spier ook rollen.
Het epimysium is het vliesje om de
gehele spier: zorgt ervoor dat de spier
bij elkaar blijft.
De perimysium is het vliesje om de
bundels van de spiervezels.
Het endomysium is het vliesje om de
vezels. De bundels bestaan namelijk uit
vezels: 1 cel van 1 spier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Babette99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.