Dit document bevat de hoorcolleges en de werkgroepen van het vak Burgerlijk Procesrecht en Insolventierecht. De werkgroepen bevatten de opdrachten met de uitwerkingen en aanvullende aantekeningen. De hoorcolleges bevatten de informatie die gegeven is tijdens de hoorcolleges.
Week 1A: Infrastructuur, procesbeginselen en bevoegdheid van de rechter
1. Leerdoelen
Aan het einde van deze week kunt u:
1. de volgende begrippen en onderwerpen herkennen, opsommen, toelichten, hanteren en
toepassen aan de hand van concrete voorbeelden en er verbanden tussen leggen:
Doel, functie en kenmerken van het burgerlijk procesrecht
Procesbeginselen
De verschillende soorten civiele procedures
Arbitrage, bindend advies en mediation
De (hoofdrol)spelers in de civiele procedure
De bevoegdheid van de rechter
(Verplichte) procesvertegenwoordiging
2. de kern van een uitspraak lezen, aangeven wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke
instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn geweest
bij het beantwoorden van die vraag en het kunnen duiden van het commentaar in de
jurisprudentiebundel op die uitspraak;
3. een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden
rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het
schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden
van die rechtsvraag.
2. Literatuur
Hugenholtz/Heemskerk: nummers 1-11, 13-15, 20-22, 24-29, 31, 33-48, 50, 137, 145,
223, 227, 238-239
P. Ernste, ‘Het Wetsvoorstel Spoedwet KEI: een verruiming van regie van de rechter
en de mogelijkheden rondom de mondelinge behandeling?’, TCR 2019/3, p. 126-135.
C.J-A. Seinen, ‘De waarheidsplicht en de geraden gevolgtrekking anno 2020: een
zoektocht naar proportionaliteit?’, TCR 2020/2, p. 33-47.
3. Jurisprudentie
Geheel:
EHRM 9 oktober 1979, NJ 1980/376 (Airey/Ierland; bundel nr. 2)
HR 25 maart 2011, NJ 2012/627 (Waarheidsplicht; bundel nr. 7)
HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (Aanvulling feitelijke grondslag; bundel
nr. 65)
HR 20 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:472 (Canvas)
1
, HR 30 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1711 (Canvas)
Alleen de opgegeven rechtsoverweging(en):
EHRM 25 juni 1987, NJ 1990/231 (Capuano/Italië; bundel nr. 3): r.o. 30, 32, 37
Opdrachten
Opdracht 1: Soorten civiele procedures en alternatieven daarvoor
Geef aan welk soort civiele procedure of alternatief daarvoor wordt gevoerd in de volgende
gevallen. Motiveer uw antwoord.
1. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg verklaart voor recht dat het ziekenhuis toerekenbaar
tekort is geschoten jegens een kinderarts die bij het ziekenhuis in dienst is.
Het gaat hier om arbitrage, dit blijkt uit het woord ‘scheidsgerecht’. Uit art. 1023 Rv volgt
dat een arbiter rechtspreekt bij een scheidsgerecht.
Als je het woord scheidsgerecht ziet, ga je direct naar arbitrage. Arbitrage is een
overeengekomen wijze van geschilbeslechting. Kan volgen uit de overeenkomst, of de
algemene voorwaarden.
2. De rechter spreekt de echtscheiding uit tussen een man en een vrouw.
Hier moet de verzoekschriftprocedure worden gevolg, omdat dit blijkt uit art. 1:154 BW.
In dit artikel wordt het woord ‘verzoek’ genoemd.
De procedures in het familierecht zijn over het algemeen verzoekschriftprocedures, zo ook
de echtscheidingsprocedures. Hoe kan je nou weten of je te maken hebt met een
verzoekschrift of dagvaardingsprocedure. Dit kan je vinden in de materiele wet, in dit
geval in boek 1. Het woord verzoek wordt dan gegeven. Bij dagvaardingsprocedures
wordt meestal ‘vordering’ genoemd. Worden er geen duidelijke woorden gegeven, dan
gaat het om een dagvaardingsprocedure.
3. De Rijdende Rechter stelt vast hoe een koopovereenkomst tussen A en B moet worden
uitgelegd.
Het gaat hier om bindend advies. De Rijdende Rechter geeft als derde advies. Partijen
spreken van tevoren af dat ze zich aan de afspraak zullen houden, het kan dan worden
gezien als een vaststellingsovereenkomst (art. 7:900 BW).
De Rijdende Rechter spreekt recht op basis van bindend advies. Dit is eigenlijk een
vaststellingsovereenkomst tussen partijen (art. 7:900 BW). Partijen maken met elkaar de
2
, afspraak dat ze aan derden de uitleg van een bepaalde rechtsverhouding bindend laat
vaststellen. Dit is een rechtspraak, arbitrage, maar een afspraak tussen partijen die leidt tot
een vaststellingsovereenkomst. Dit valt op zichzelf niet af te dwingen rechtstreeks. Als
iemand zich er niet aanhoudt, dan zal je alsnog een stap naar de rechter moeten maken om
het af te kunnen dwingen. Bij arbitrage is dit niet het geval. Dan kan je de deurwaarder
erop afsturen. Een vaststellingsovereenkomst heeft meer bindende kracht, het is
bijvoorbeeld moeilijker om deze te vernietigen.
4. De Stichting Gerechtigheid Gedupeerden Aandelenlease vordert voor recht te verklaren
dat Aegon onrechtmatig heeft gehandeld door onnodig hoge leningen te verstrekken aan
de deelnemers aan een aandelenleaseprodukt van Aegon.
Het gaat hier om een collectieve actie, omdat dit soort belangenorganisaties procederen in
het belang van gedupeerden van een aandelenlease. De stichting behartigt deze belangen
op grond van hun statuten.
Dit is een collectieve actie. Dit kan je afleiden uit het doel van de stichting. De collectieve
actie wordt altijd gestart door een rechtspersoon die hiervoor bestemd is. Dit kan je lezen
in nummer 28 van het boek. Dit is een onderdeel van een dagvaardingsprocedure.
5. Windmolenpark SkyHigh vordert Aluminiumfabriek Westland te veroordelen tot het
betalen van € 250.000 op grond van wanprestatie.
Er moet hier een dagvaardingsprocedure worden gevolgd, omdat dit volgt uit het woord
‘vordering’.
Dit is het schoolvoorbeeld van de dagvaardingsprocedure. Je ziet twee partijen die een
geschil hebben met elkaar, en de een vordert iets van een ander. Met het woord ‘vorderen’
kom je altijd uit bij een dagvaardingsprocedure uit.
6. De vader en de moeder van Anna en Jesse maken onder begeleiding van een neutrale
derde afspraken over een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen.
Dit is mediation. Dit is niet te vinden in de wet. Er is geen enkele juridische grondslag.
Een goede mediator maakt echter wel altijd een overeenkomst tussen partijen. Het is echt
onderling partijen die met elkaar in overleg gaan en die dan vervolgens op een oplossing
komen. De politiek en rechtspraak pleit voor een juridische verankering van geschillen,
omdat het steeds populairder wordt. Rechters kunnen ook aanraden om eerst te kijken of
mediation een oplossing kan zijn.
7. Tijdens schikkingsonderhandelingen tussen de verzekeraar van Hassan - die zijn rug heeft
gebroken als gevolg van een door Gert-Jan veroorzaakt verkeersongeval - en de
verzekeraar van Gert-Jan, verzoeken beide partijen de rechter een oordeel te geven over
de eigen schuld van Hassan.
Dit is een deelgeschilprocedure. Dit vind je terug in art. 1019w Rv. Dit kennen we alleen
in letselschadeprocedures. Een vraagje aan de rechter kan in een deelgeschilprocedure. Dit
vormt een onderdeel van de dagvaardingsprocedure.
Opdracht 2: Jitske/Bette
Bette, wonende in Amsterdam en karateka, gaat samen met een vriendin een avond uit in
Friesland. Na de nodige drankjes ontstaat er in kroeg ‘De tijger’ in Heerenveen ruzie tussen
Bette en een andere bezoeker van de kroeg, Jitske, wonende in Rotterdam. De karatelessen
komen nu goed van pas: één ferme schop zorgt ervoor dat Jitske is uitgeschakeld. Helaas
houdt Jitske wel een gecompliceerde heupfractuur en een zeurende hoofdpijn over aan de
vechtpartij. Zij start een procedure om haar schade ad € 100.000 op Bette te verhalen.
3
, Beantwoord de volgende vragen.
Aantekening over bevoegdheid: bij welke rechter moet ik terecht en waar?
Absolute competentie:
Bij welke rechter moet ik terecht?
Rechtbank:
De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij de
wet bepaalde uitzonderingen (art. 42 RO). Een uitzondering is bij ondernemingsrechtelijke
geschillen, dan kom je uit de bij Ondernemingskamer bij het Gerechtshof Amsterdam (volgt
uit de materiele bepalingen). De rechtbank kent verschillende kamers:
1. Kamers voor kantonzaken
Je komt hierbij vaak uit bij arbeidsgeschillen, huurgeschillen en vorderingen die gelijk zijn of
kleiner zijn dan 25000 euro. Dit vind je terug in art. 93 Rv.
2. Kamers voor niet kantonzaken
Alles wat niet wordt behandeld bij de kantonrechter, wordt behandeld bij de kamers voor
niet kantonzaken.
Gerechtshof
Hoge Raad
Relatieve competentie:
Waar moet ik terecht?
Dit vind je allemaal terug in art. 99 e.v. Rv. In 99 vind je de hoofdregel terug van de relatieve
competentie: tenzij de wet anders bepaalt, is bevoegd de rechter van de woonplaats van de
gedaagde. De andere regels vind je terug in de artikelen 100-109 Rv. Lees deze even door
voor het tentamen.
1. Welk gerecht is absoluut bevoegd van de vordering van Jitske kennis te nemen? Wat zal
gebeuren als de zaak wordt aangebracht voor een rechter die niet absoluut bevoegd is?
Op grond van art. 42 Wet RO neemt de rechtbank in eerste aanleg kennis van alle
burgerlijke zaken, behoudens bij de wet bepaalde uitzonderingen. In dit geval gaat het om
een burgerlijke zaak, omdat de onrechtmatige daad centraal staat in deze zaak (art. 6:162).
Als de zaak niet behoort tot de absolute bevoegdheid van de rechter, verklaart deze zich, zo
nodig ambtshalve, onbevoegd op grond van art. 72 Rv. Als een andere rechter bevoegd is,
dan verwijst de onbevoegde rechter deze zaak naar deze rechter op grond van art. 73 Rv.
Feiten:
- Bette woont in Amsterdam;
- Jitske woont in Rotterdam;
- De gebeurtenis heeft plaatsgevonden in Heereveen.
- Vordering van 100000 euro.
- Grondslag van de vordering is de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deboraaaaaaaah. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.