Kent de macro- en microscopische anatomie van skeletspieren
Macro: spiervezel, myofibril en sarcomere
Micro: sarcomeer bestaat uit: dik filamenten (myosin) en dun filamenten (actin)
Sarcomeer begint met actin dan myosin in het midden en dan weer actin.
Dwarsgestreept spierweefsel: dikke filamenten (myosine), dunne (actine)
Actine en myosine zijn de onderdelen die ervoor zorgen dat spieren samentrekken.
Lijnen noemen we Z en M lijn.
Stuk tussen Z lijnen = sarcomeer = in spiervezel zitten heel veel sarcomeren die achter
elkaar zitten.
Kent en kan de glijdende filamenttheorie van spiersamentrekking praktisch toepassen
1. Spier actie potentie
2. Spier actie potentie geeft Ca2+ (Calcium) af aan spieren
3. Ca2+ hecht aan troponine
4. Myosine kan zich binden aan actine (door ATP)
5. Power stroke
Seintje uit hersenen komt via motorisch neuron aan, seintje is actie potentiaal.
ATP: myosine aan actine koppelen
Ca2+: actine aan myosine koppelen
Als er ATP en Calcium aanwezig is gaan actine en myosine aan elkaar koppelen
spiersamentrekking.
Kan de dynamiek van concentrische, excentrische en isometrische spiercontracties
verklaren en toepassen
Die kracht wordt geleverd in drie verschillende vormen:
- Isometrisch: waarbij de lengte van de spier niet verandert.
- Excentrisch: waarbij de spiervezels verlengen.
- Concentrisch: waarbij de spieren verkorten.
Bij isotone spiercontractie verandert de lengte van de spier. Isotoon is te verdelen in:
concentrische spiercontraties en excentrische spiercontracties.
Bij een isometrische spiercontractie trekken spieren samen, maar verandert de spier niet
van lengte, en treedt er geen beweging op.
, Concentrisch
Verandert de lengte van een spier; de spier verkort.
Meestal wanneer je een gewicht omhoog tilt of duwt (zwaarste gedeelte van een oefening).
De spierkracht is dus groter dan de weerstand.
Voorbeeld:
1. Bij het bankdrukken is het omhoog drukken van de halterstang een concentrische
spiercontratie voor de triceps, borstspieren, en de voorste schouderkop.
2. Bicep maken
Excentrisch
Verandert de lengte van de spier; de spier wordt langer terwijl deze wel kracht levert.
Meestal wanneer je het gewicht laat zakken (lichtste gedeelte van de oefening).
De spierkracht kleiner dan de weerstand, en groter dan 0.
Voorbeeld:
1. Bij het bankdrukken is het gedeelte van de oefening waarbij je de halterstang langzaam tot
op de borst laat zakken een excentrische spiercontractie voor de triceps, borstspieren, en de
voorste schouderkop.
2. Arm weer naar beneden doen na bicep maken – lang maken
Isometrisch
Verandert de lengte van de spier niet, terwijl de spier wel kracht levert.
De spierkracht is bij een isometrische spiercontractie gelijk aan de weerstand.
Voorbeeld:
1. Bij het bankdrukken is het stilhouden van de halterstang halverwege de range of
motion een vorm van een submaximale isometrische spiercontractie.
2. Wallsit
Isometrische oefeningen worden vaak gebruikt tijdens balans en stabiliteitstraining, waarbij
het de bedoeling is dat je één positie aanhoudt, zonder hierbij te bewegen (wallsit)
Verschil tussen excentrische en concentrische spiercontracties:
Excentrisch: zelfde richting als zwaartekracht werken.
Het afdalen van een berg, een trap aflopen, een squat (naar beneden) het laten zakken
tijdens een push-up, dit zijn allemaal voorbeelden van bewegingen waarbij je lichaam in
dezelfde richting beweegt als de zwaartekracht (namelijk naar beneden).
De student kent de acute en chronische cardiovasculaire en pulmonale aanpassingen
aan aërobe en anaërobe oefening
Acute aanpassingen gebeuren als we beginnen met inspanning directe veranderingen.
Chronische adaptaties hebben betrekking op de structurele aanpassingen aan het lichaam
(cellen, weefsels, organen) die als gevolg van lange-termijn consistente stimuli ontstaan.
De acute adaptaties vinden voornamelijk plaats in de cardiovasculaire (hart) en respiratoire
(long) systemen, er treden verandering op in het hart, de longen, de bloedvaten en de
spieren.
De acute aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem zijn:
Stijging van hartslag
Toename van slagvolume (stroke volume)
Stijging in hartminuutvolume (cardiac output)
Verhoging van systolische bloeddruk
Vasodilatie
Herdistributie van bloed naar actief spierweefsel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorliefers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.08. You're not tied to anything after your purchase.