100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BPR (volledige HC + schema's) $4.38   Add to cart

Summary

Samenvatting BPR (volledige HC + schema's)

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van de hoorcolleges met een duidelijke structuur, in verhaalvorm.

Preview 4 out of 65  pages

  • January 22, 2021
  • 65
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Burgerlijk Procesrecht Hoorcollege 1 | 5 september

Inleiding en beginselen van burgerlijk procesrecht

A vordert van B nakoming van een overeenkomst. B heeft van A 25.000 euro geleend en A wil dit
terug. Die overeenkomst staat nergens op papier. B zegt in de procedure: ‘Je hebt mij wel 25.000
euro overgemaakt, maar jij hebt mij dit geschonken.’ In deze situatie moet A gaan bewijzen dat het
daadwerkelijk een lening was en geen schenking, dit kan A enkel bewijzen door middel van getuigen.
Stel dat deze getuigen niet te vinden zijn? Dan komt dus het feit van het bestaan van een
geldleningsovereenkomst niet vast te staan, dit leidt uiteindelijk tot het afwijzen van de vordering.
Terwijl A hier materieelrechtelijk wel recht op heeft, want mondelinge overeenkomsten zijn ook
geldig.

Hoofdfuncties burgerlijk procesrecht

Het burgerlijk procesrecht zorgt ervoor dat het materiële recht verwezenlijkt kan worden en ten
tweede: het voorkomen van eigenrichting. Men moet niet het recht in eigen handen nemen maar dit
overlaten aan het procesrecht.

Een verbintenis kent drie elementen:

Actieve zijde Passieve zijde

1. Kern Vorderingsrecht Schuld
2. Veroordelingsmogelijkheid Rechtsvordering Aansprakelijkheid
3. Executiemogelijkheid Executierecht Uitwinbaarheid

Het vermogensrecht is het recht waar het procesrecht op gestoeld is. De dagvaardingsprocedure die
is ingevoerd in 1838 met het eerste burgerlijke wetboek heeft een geschil beslechtende taak, hij
moet beslissen. Dit wordt ook wel de eigenlijke rechtspraak genoemd. De kern van het
vermogensrecht is gelijk hebben versus gelijk krijgen.

Met name voor het personen- en familierecht is de oneigenlijke rechtspraak belangrijk, hier heeft de
rechter een meer ordende taak. Dit zijn vooral verzoekschriftprocedures: de rechter wijzigt of
bevestigt een rechtstoestand van partijen, hij kijkt naar de rechterlijke voorwaarden en beslist of het
voldoet.

Bronnen van burgerlijk procesrecht

Nationale bronnen omvatten het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv): ‘klassiek’ en KEI, de
RO, het BW, andere wetten in de formele zin (o.a. de algemene termijnen wet en de Grondwet), de
wet griffierecht burgerlijke zaken en de Grondwet.

Daarnaast hebben de rechtbanken, het Hooggerechtshof en de Hoge Raad het procesrecht nog
verfijnd. Hele specifieke dingen worden geregeld in de zogenaamde procesreglementen. Dan gaat
het over binnen welke termijn moeten bepaalde handelingen verricht worden om materieel gelijk te
krijgen van de rechter. Internationale verdragen bevatten ook procesrecht: EVRM, EEX, Brussel I en
II-bis en het Verdrag van Lugano.

Dagvaarding, verzoekschrift en procesinleiding

Het onderscheid tussen dagvaarding en verzoekschrift is cruciaal. De dagvaarding vind je in de
tweede titel van Rv en de verzoekschriftprocedure in de derde titel. Hoe weet je dat je een
verzoekschrift of een dagvaarding nodig hebt? Je moet uitgaan van de dagvaarding, als er een

,verzoekschrift nodig is staat dit uitdrukkelijk aangegeven in de wet. Termen zoals vordering
(dagvaarding) en verzoeken (verzoekschrift) geven een indicatie.

De procesinleiding staat in de eerste titel van KEI-Rv. Wat is KEI? Het is een wetgevingsproject van
justitie, de afkorting staat voor kwaliteit en innovatie. De wetgever wilde de rechtsingang
vereenvoudigen, het onderscheid tussen dagvaarding en verzoekschrift moet vervallen en er moet
een uniforme rechtsingang gevormd worden genaamd de procesinleiding. Dit versterkt de
regiefunctie van de rechter om de procedures te versnellen. De mondelinge behandeling wordt de
kern van het geschil. Na de mondelinge behandeling is het proces voor de partijen dan gelijk
afgelopen.

Vóór 2002: alles ging schriftelijk. Dagvaarding  conclusie van antwoord  Repliek  Dupliek 
wanneer partijen zeiden nu hebben wij wel genoeg gedebatteerd ging de rechter ging de stukken
onderzoeken en deed hij uitspraak.

Na 2002: Dagvaarding, conclusie van antwoord, comparitie (mondelinge behandeling): hier wordt de
rechter actief. Hij vraagt door en is niet compleet lijdelijk meer.

De wetgever wil dat de rechter nog actiever wordt. Hiervoor is KEI bedacht, zodat de rechter nog
sneller naar de mondelinge behandeling kan. Drie instanties werken op dit moment met het KEI-
procesrecht: vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging bij de rechtbanken Midden-
Nederland en Gelderland en vorderingszaken bij de Hoge Raad. Bij de overige negen rechtbanken en
vier gerechtshoven geldt dus nog het oude procesrecht.

De bedoeling was dat KEI over alle gerechten werden uitgerold. Dit is misgegaan op het punt van de
digitalisering, de overheid en ICT is geen gelukkig huwelijk. Uiteindelijk heeft het veelste veel geld
gekost en is de stekker eruit getrokken. Hoe nu verder? Intrekking van het KEI-project ingediend door
de minister, enkele aspecten worden behouden. Met name over de regiefunctie van de rechter, te
vinden in artikel 87 e.v. Rv. Koerts gaat uit van de situatie vanaf 1 oktober 2019, we hebben geen
procesinleiding maar wel de versterkte regiefunctie van de rechter.

Klassieke procesrecht: dagvaarding of verzoekschrift?

Verzoekschrift (artikel 261 lid 2 Rv): als uit de wet voortvloeit dat het bij verzoek moet dan moet dit
ook bij verzoekschrift gebeuren. Vloeit dit niet voort uit de wet? Dan is volgens artikel 78 Rv de
dagvaardgingsprocedure van toepassing. Wat als je voor een verzoekschrift kiest terwijl je een
dagvaarding moest gebruiken? Indien een procedure een verzoekschrift is ingeleid i.p.v. een
dagvaarding, of andersom, dan beveelt de rechter je om dit te herstellen met inachtneming van art.
69 Rv. Dit is de zogenaamde wisselbepaling.

Laatste dag van de hoger beroepstermijn: je bedenkt je opeens dat je nog hoger beroep in moet
stellen. Als je het geschil bent begonnen met een dagvaarding dan moet het hoger beroep ook bij
dagvaarding worden ingesteld. Inmiddels is het 5 uur smiddags, laatste dag van de appeltermijn. Je
vindt geen deurwaarder die jouw dagvaarding die dag nog kan betekenen. Enkele juristen: we dienen
dan gewoon een verzoekschrift in bij het Gerechtshof, immers dat kan per fax, dan zijn we binnen de
termijn (voor 23:59) en geeft de rechter ons wel de gelegenheid om dit te herstellen naar een
dagvaarding. Om via dit trucje gebruik te maken van de wisselbepaling, artikel 69 Rv, is niet de
bedoeling. Deze bepaling is puur voor het moment dat je je zonder kwade bedoelingen hebt vergist.

,Hoofdrolspelers in het proces

 Procespartijen: in de meeste voorbeelden zie je er maar twee. Er kunnen er natuurlijk meer
zijn, hier komen de aspecten van samenloop om de hoek kijken.
 Rechter(s) / gerecht(en).
 Rechtshulpverleners (advocaten, gemachtigden): bij de kantonrechter is vertegenwoordiging
niet verplicht, het mag wel. Je hoeft enkel een advocaat te hebben in dagvaardingszaken met
een vordering van meer dan 25.000 euro en nog enkele gevallen waar van Mierlo nog op
terugkomt.
 Deurwaarder: een dagvaarding moet door de deurwaarder worden betekent. Als aan het
einde van de procedure kan de deurwaarder ook het vonnis executeren indien daar geen
gehoor aan wordt gegeven door de schuldenaar.
 Griffier: belangrijke taak om het eerste concept van een uitspraak uit te schrijven.

We hebben elf rechtbanken (verdeeld in kamers; met één of drie rechter(s)). De kantonrechter
treedt altijd alleen op en maakt onderdeel uit van de rechtbank, voorheen was dit de instantie voor
de rechtbank. Verder hebben we vier gerechtshoven en één Hoge Raad.

Beginselen van burgerlijk procesrecht,

Deze elementen zijn van belang in elke civiele procedure die je kunt bedenken. Je kunt ze ontlenen
aan een deel van artikel 6 EVRM:

 Recht op toegang tot de rechter
o EHRM 9 oktober 1979 (Airey/Ierland)
 Mevrouw Airey wilde scheiden van haar man. Vertegenwoordiging was
verplicht in Ierland, dit is vrij duur en daar had mevrouw Airey niet het geld
voor. Ze heeft hierop geklaagd bij het Europese Hof dat ze het recht op
toegang tot de rechter werd ontzegd. Hof: het is een praktisch recht, er werd
geopperd om een systeem van rechtsbijstand in te stellen in Ierland óf om de
verplichting tot een advocaat af te schaffen.
 Rechtsregel: recht op toegang tot de nationale rechter is geen theoretisch
recht, het moet ook een praktisch uitvoerbaar recht zijn.
 Onpartijdig en onafhankelijk gerecht: onafhankelijk ten opzichte van de andere
staatsmachten, dit is verankerd in artikel 116 en 117 Grondwet. Onpartijdig t.o.v. van de
partijen: subjectief en objectief (de schijn van partijdigheid moet worden vermeden), geen
conflict van belangen. Indien er wel zo’n schending is kan er om wraking worden gevraagd óf
de rechter kan zich verschonen om de zaak te behandelen (art. 36 e.v. Rv).
 Openbaarheid van behandeling én uitspraak is een beginsel. De behandeling kan eventueel
onder gewichtige redenen achter gesloten deuren, de uitspraak nooit (art. 4/5 RO). Waarom
de uitspraak nooit? Omdat men moet weten hoe de rechtspraak vormgegeven wordt, als je
niet weet hoe een uitspraak tot stand is gekomen weet je ook niet hoe je in de toekomst
jezelf moet gedragen. Dit kan tot rechtsonzekerheid leiden, hier vloeit ook het
motiveringsbeginsel uit voort.
 Uitspraak binnen een redelijke termijn: hoelang duurt een gemiddelde civiele procedure?
Vuistregel: een bodemprocedure tussen twee partijen duurt gemiddeld een jaar.

,  Recht op eerlijke behandeling: het gaat hier om processuele gelijkheid (‘equality of arms’) en
de rechter moet altijd zijn of haar beslissing motiveren (art. 121 Gw; art. 30 Rv).
 Hoor en wederhoor: gecodificeerd in art. 19 Rv. De één aanhoren maar dan de ander ook, dit
geldt gedurende de hele procedure.

Arresten

Schook/Vergeer: Vergeer verhuurde een pand aan Schook. De vraag was of dit een bedrijfsruimte
was of niet? Als het een bedrijfsruimte was had meneer Schook een vrij ruime huurdersbescherming.
Kantonrechter: dit is geen bedrijfsruimte. Schook ging in hoger beroep. Hof: er is wel sprake van een
bedrijfsruimte. Hoe kwam de rechter bij het oordeel? De rechters waren twee keer bij het pand
wezen kijken, dit hadden zij zelf geconstateerd. Partijen hadden hier niks over kunnen zeggen. HR:
dat kan niet, je kunt je beslissing niet baseren op je eigen waarnemingen geheel buiten de procedure
om zonder dat de partijen zich daar over hebben kunnen uitlaten. Indien je dit zonder partijen doet
moet je beide partijen daarover de gelegenheid geven om zich er over uit te laten.

Eisers/Gemeente De Bilt: Een vordering tot vergoeding van immateriële schade wegens een
onredelijk lange duur van een civiele procedure moet worden ingesteld in een afzonderlijke
procedure tegen de Staat (dit kan in alle gevallen voor de kantonrechter worden gevoerd). Voor de
hoogte van de vergoeding wordt in beginsel aangesloten bij de richtlijnen die daarvoor in het
bestuursrecht ontwikkeld zijn (vgl. ABRvS 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:188).

Regiopolitie/Hovax: Regiopolitie heeft acht maanden met Hovax onderhandelt over het tot stand
komen van een concept-huurovereenkomst, een maand later zag Regiopolitie af van de huur van het
pand. Nu de rechtbank het bestaan van een overeenkomst aanvaardde, gingen partijen in hun
stellingen ook verder dan de tot dat moment gevoerde discussie over het al dan niet aansprakelijk
zijn van de Regiopolitie voor de (vermeend) gepleegde contractbreuk. Rechtbank wierp zelf
ambtshalve in een tussenvonnis op dat Hovax haar schadebeperkingsplicht had geschonden. In haar
eindvonnis veroordeelde de rechtbank de Regiopolitie tot het betalen van schadevergoeding, maar
matigde dit bedrag omdat Hovax niet aan haar schadebeperkingsplicht had voldaan.

HR: Het mede in artikel 6 EVRM verankerde fundamentele beginsel van hoor en wederhoor brengt
mee dat de rechter pas tot die vermindering mag overgaan indien de aansprakelijk gestelde persoon
een voldoende gemotiveerd beroep op eigen schuld van de benadeelde aan zijn schade heeft
gedaan. Een debat over een eventueel te betalen schadevergoeding had zich nog niet ontsponnen.
Binnen een dergelijk debat lag een beroep op eigen schuld zo zeer voor de hand, onder andere gelet
op de eerdere stelling van de Regiopolitie dat Hovax het pand reeds had kunnen verhuren, dat het de
rechter vrij stond om dit aspect ambtshalve op te werpen.

Een dergelijk ingrijpen behoeft ook niet in strijd te komen met artikel 6 EVRM, mits partijen maar
voldoende mogelijkheid krijgen om het debat te voeren over het ambtshalve opgeworpen punt.
Wanneer zij dat debat niet wensen te voeren, behoort de rechter zich van het betrekken van dit
aspect bij zijn eindbeslissing te weerhouden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vkadijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.38
  • (0)
  Add to cart