100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Overheidsfinancien $5.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Overheidsfinancien

 70 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak overheidsfinancien gegeven door Benny Geyns in . Gebaseerd op de lessen en slides

Preview 4 out of 51  pages

  • January 22, 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Openbare financiën
Doel cursus:
- Ideeën en technieken aanbrengen om op gestructureerde wijze na te denken over ‘de overheid’
zoals een economist

Inleiding:
Definitie van overheidsinterventie?
 Studiedomein openbare financien? = Activiteit van de overheidssector
De overheid kan op 2 manieren tussenkomen:
 Directe interventie, hier gaan ze direct tussenkomen en hebben de actie ook een direct
gevolg. Dit kan op de verschillende manieren:
o Productie van goederen en diensten door overheid
o Aankoop van goederen en diensten door overheid
o Transfers naar gezinnen en bedrijven
o Regulering door middel van wetten, decreten en fiscale regels
 Indirecte interventie zullen ze op een indirecte manier tussen komen, dit kan door:
o Beinvloeden relatieve prijzen zoals het verhogen van de prijs van sigaretten om
mensen aan te zetten te stoppen met roken

Idealiter: Keuzen gedreven door efficiëntie en effectiviteit
Werkelijkheid: - Vaak ideologische invloeden
- Beperkingen door EU

Vormen van overheidsinterventie?
Vier kenmerken:
 Activiteiten van overheidssector
 Aanbieden van overheidsdiensten en opleggen regels
 Financiering via belastinggelden. Opgelet er is geen relatie tot betalingsbereidheid individu en er
is een mogelijkheid op vrijbuitersgedrag
 Doel is maximaliseren van het welzijn van de gemeenschap

Doel van overheidsinterventie?
DOEL: Maximaliseren van het maatschappelijk welzijn
 Cruciaal uitgangspunt: Pareto criterium -> Definitie: Een verhoging van het maatschappelijk
welzijn door een verhoging van het welzijn van individu A is enkel aanvaardbaar als niemand andere
er op achteruit gaat.

Dus elk verlies is slecht. De uitkomst is pareto efficient pas als niemand er slechter uitkomt en
minstens 1 iemand beter. <-> Soms contra intuitief want rijkste worden rijken, armste niet slechter is
ook een pareto-verbetering

We hebben pareto-optimum als er geen verbetering mogelijk is van A zonder verslechtering van B

Dit optimum kan bereikt worden via een marktmechanisme Eerste theorema van
welvaartseconomie
We hebben te maken met 2 indifferenctiecurves die het nut van persoon A en B weergeven. Hoe
verder de indifferentiecurve van de oorsprong ligt, hoe groter het nut. Het doel is dus het
maximaliseren van het nut voor persoon A en B.
We zien dus bij de eerste 2 curves geen snijpunt, daarna krijgen we 2 andere indifferentiecurves deze
hebben een groter nut. De originele verdeling geeft wel een snijpunt, maar geen optimum. Waar de


1

,2 curves elkaar net raken, hebben we een marktevenwicht dat optimaal is en spreken we een pareto
optimum




 Hier heeft de overheid geen taak buiten het waarborgen van de eigendomsrechten en openbare
orde.

De vraag die dan volgt: Waarom is er dan toch een overheid?
1) 1ste welvaartstheorema vereist zeer strenge assumpties. Bv. Volledige markten, perfecte
concurrenten, rationele individuen, …  Marktfaling corrigeren door overheidsinterventie

Merk wel op!  Marktfaling is noodzakelijke, maar geen voldoende reden voor overheidsinterventie.
Indien kost overheidsinterventie > gevolg marktfalen, komt de overheid niet tussen

2) Pareto evenwicht is niet uniek, afhankelijk van originele verdeling.
We zitten dus eerste in de situatie met de 3 bollen, waarin we 2 evenwichten krijgen. Het bovenste
rode evenwicht is beter voor B dan voor A, terwijl het onderste rode evenwicht een verbetering is
voor A.  Wel nog steeds niet optimaal, we geraken wel in het ‘optimale’ door overheidsinterventie

Hoe? Elk pareto optimum is bereikbaar door specifieke aanpassing van de originele verdeling  2de
Theorema van de Welvaartseconomie




Kan de overheid haar doel van het maximaliseren van het maatschappelijk welzijn bereiken?
 Hangt af van inschatting omtrent overheidsfalen!
 2 types:
o (In)Efficientie of (on)doelmatigheid
 Productie-technisch: Max. productie & Min kost
o (In)Effectiviteit of (on)doeltreffendheid
 Politiek-beleidsmatig: Worden streefdoelen bereikt
Bv. Armoedebestrijding
 Inefficientie: Realisatie daling armoede niet tegen laagste kost
 Ineffectiviteit: Transfers komen ook terecht bij niet-armen

Omvang van overheidsfalen beinvloed door:
- Frequentie aanpassingen beleidsdoelstellingen
- Inflexibiliteit overheidsapparaat
- Activiteiten drukkingsgroepen



2

,Omvang van overheidsinterventie?
Er zijn verschillende mogelijke maatstaven die allen de groei van overheidsinterventie op lange
termijn: Werkgelegenheid, % van overheidsuitgaven in BBP, …
 Dit zijn allemaal imperfecte maatstaven:
 Belastingdruk geeft weer hoeveel overheid onttrekt aan economie, maar marginale tarieven
bepalen mee de gevolgen hiervan op de economie
 Elke indicator an sich geeft slecht een gedeeltelijk beeld

DUS ware omvang overheidsinterventie zeer moeilijk vatbaar in 1 getal.

DEEL 1 Functies overheid in economie:
 3 taken voor overheid:
 Allocatie: optimale aanwending schaarse middelen
 Herverdeling: ‘Betere’ verdeling inkomen en vermogen
 Stabilisatie: Beperken conjunctuurschommelingen

We zien deze best als intermediaire doelstellingen  Eens geoptimaliseerd creëren ze een
maximering van economische determinanten van het totale welzijn.

Dus hoofddoel blijft: Maximaliseren van het maatschappelijk welzijn, maar deze 3 taken zouden
hiermee moeten helpen

Functie 1: Allocatie
Theorie van welvaartseconomie leert ons dat marktsysteem zeer goed werkt onder bepaalde
voorwaarden. MAAR: Voorwaarden waaronder marktsysteem werkt zijn er strikt!
a) Perfecte concurrentie
Veel aanbieders, iedereen is prijsnemer dus als iemand zijn prijs verhoogd zal die niet meer
verkopen, entry en exit zijn kosteloos, perfecte informatie, …

Maar in de realiteit:
- Kartelvorming: dus gaan prijs en hoeveelheidsafspraken maken
- Monopolistische situaties: Invloed op prijszetting
- Asymmetrische informatie: niet iedereen evenveel info
- Toetredingskosten

b) Volledige markten: Dus een markt voor elk denkbaar goed

c) Rationele consumenten en producenten: Gaan een kosten baten analyse maken voor de
producten. Je zal dus steeds een bepaalde voorkeur moeten hebben anders hebben we geen
indifferentiecurve. Er is ook transiviteit dus als A indifferent is met B en B indifferent is met C
dat A ook indifferent is met C. We hebben ook monotoniciteit en convexiteit

d) Geen oversijpelingseffecten:
 Individueel nut enkel afhankelijk van eigen consumptie en productie
 Productiemogelijkheden enkel afhankelijk van eigen inputs en outputs
<-> Effect van nachtvluchten of jou inentingen op mijn gezondheid
<-> Productievertraging door file die mijn wagengebruik meebrengt
<-> Imker en appelboomgaard



3

, GEVOLG: Markt lost niet alle allocatieproblemen op  Marktfaling
 Allocatieve taak voor overheid

A. Voorziening collectieve (of publieke) goederen

Alle goederen differentieerbaar in 2 dimensies:
 Rivaliteit: Mate waarin consumptie door A consumptie door B
belet.
 Uitsluitbaarheid: Mate waarin iemand van consumptie kan
worden uitgesloten.

Niet-rivaliteit: één hoeveelheid kan aan behoeften van velen voldoen
 Problematisch voor marktwerking!
Reden: Waardering voor een bepaalde hoeveelheid kan verschillen over individuen, moeten
we dan werken met verschillende prijzen?
<-> Marktsysteem: één prijs en iedereen koopt naargelang preferentie

Niet-uitsluitbaarheid: Consumeren zonder betalen (vrijbuitersgedrag)
Reden: Zelfs met positieve waardering, strategisch best om niet te betalen
<-> Marktsysteem: niet betalen = niet consumeren

We zien dus dat eigenbelang botst met collectief belang
 Markt genereer te weinig (of geen) collectieve goederen

Bij een privaat goed kunnen we de kwantiteit gaan veranderen dus hebben we een horizontale
sommatie.
Persoon A en B hebben elk een bepaalde hoeveelheid Qa en Qb. Dit leidt dat ze een prijs P moeten
betalen. Maar we kunnen de vraagcurves samen tot Va+b. De prijs blijft nog steeds behouden, maar
de hoeveelheid lijkt te stijgen tot Qa+b.  Horizontale sommatie

Bij een collectief goed zal de kwanititeit vastliggen, dus kunnen we enkel de prijs gaan veranderen.
We hebben dus te maken met verticale sommatie. Zo zien we dat A en B evenveel zullen kopen,
maar hun betalingsbereidheid verschilt. De betalingsbereidheid van B is groter dan die van A


Overheid heeft verschillende opties om publiek goed aan te bieden:
 Eigen productie, dus ze kunnen deze publieke goederen zelf gaan produceren
 Uitbesteden, dus ze laten andere bedrijven deze produceren
 Subsidiëren in private sector

Overheidsinterventie kan in één of meerdere ondernemingsfuncties voorkomen:
- Management
- Productie
- Financiën
- Controle
 Continuüm van volledige nationalisatie tot volledige privatisering



B. Internaliseren van positieve/negatieve externe effecten


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviadocs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.82  2x  sold
  • (0)
  Add to cart