Inhoud
1. Archaïsche Handel..............................................................................................................................2
2. Kleon...................................................................................................................................................6
3. Polytheïsme in verandering..............................................................................................................10
4. Democratie in Rome.........................................................................................................................14
5. Romanisering Britannia....................................................................................................................17
6. De bekering van Constantijn.............................................................................................................22
1
,1. Archaïsche Handel
A. Inleiding
1. Wat was de rol van de commerciële sector in de Griekse economie van de archaïsche periode?
De rol van de commerciële sector bleef in de Griekse economie van de archaïsche periode
grotendeels beperkt tot de hogere kringen van de samenleving. Handel vond bijna altijd plaats
over zee en alleen de rijkeren konden een schip met bemanning veroorloven. Hierdoor werden de
armeren (landbewerkenden en ambachtslieden) gelimiteerd tot het verkopen van hun surplus op
lokale markten.
2. Op pagina 106 staat: ‘Het aardewerk vooral is voor hedendaagse archeologen van belang om de
route van migraties, handelsbewegingen en contacten met niet-Grieken enigszins te kunnen
reconstrueren’. Kan je verklaren waarom juist aardewerk zo belangrijk is?
Aardewerk bevat vaak cultuurgebonden patronen en voorstellingen die dan dus direct terug te
leiden zijn tot in dit geval de Griekse cultuur. Door aardewerk met een voorstelling van Griekse
goden te vinden in bijvoorbeeld Syrië kan worden vastgesteld dat er sprake was van handel
tussen de Griekse poleis en het Midden-Oosten.
3. Hoe is volgens de auteurs in het verleden de relatie tussen handel enerzijds en kolonisatie
anderzijds beschreven?
Volgens de auteurs is de relatie tussen handel en kolonisatie beschreven als een transformatie
van het politieke veld van de Griekse poleis, waarbij aristocraten (een deel van) hun macht
verloren aan de “nouveaux riches”; de tirannen. Die transformatie zou zijn gestimuleerd door de
kolonisatie die de handel deed toenemen en economische kansen gaf.
4. “This theory has enjoyed great popularity” (begin 2e alinea): welke theorie precies? Wat is de
mening van Austin & Vidal-Naquet daarover?
Het gaat hier om de theorie dat er vanaf de 8 ste eeuw v.Chr. een revolutie plaatsvond in de handel,
productie en ambacht en dat dit leidde tot kolonisatie. Dit leidde dan weer tot nieuwe
economische kansen en een grotere toename in de handel door grote afzetmarkten wat tot
gevolg had dat er een nieuwe rijke klasse opkwam die de macht van de aristocraten kon
evenaren.
De auteurs erkennen dat er sprake was van een grote verandering in de economie in de vorm van
o.a. grotere productie en toenemende handel. Echter vinden zij niet dat die “revolutie” zou
hebben geleid tot hernieuwing van sociale en politieke velden, dat onderbouwen zij aan de hand
van het tekort aan bronnen die getuigen van een nieuwe politieke klasse gebaseerd op
toegenomen handel en productie.
B. Handel, Homeros en Hesiodos
5. In welke vorm moet, blijkens dit fragment, handel in de Homerische wereld zijn voorgekomen?
Blijkens dit fragment moet handel in de Homerische wereld zijn voorgekomen in de vorm van
ruilhandel. Athene voert ijzer mee om te ruilen tegen koper. Ook zegt Athene iets terug te geven
aan Telemachos in een ruil.
6. Wie bedreven blijkbaar de handel, en welke status hadden de handelaren?
De handel werd bedreven door vorsten en politieke leiders (Mentes; vorst van de Taphiërs) waar
2
, zij goede status van kregen. Mentes (of eigenlijk Athene) wordt gastvrij ontvangen door
Telemachos en wordt met respect behandeld.
7. Welke plaats kent Hesiodos toe aan handel in de economie?
Hesiodos kent de handel eigenlijk geen plek toe in de economie. Het leerdicht verteld alleen maar
over de gevaren van maritieme handel en het varen. Hesiodos prijst de landelijke arbeid door de
maritieme handel af te kraken en af te schrijven als gevaarlijk en slechts voor eigen gewin.
8. Probeer nu precies de overeenkomsten en/of verschillen tussen Homeros’ en Hesiodos’ beeld
van de handel te formuleren. Wat kan een mogelijke verklaring voor de verschillen zijn?
Verschillen zijn dat Homeros handelaren ziet als innovatief en heldhaftig terwijl Hesiodos het
afschrijft als hebberigheid en onnozelheid. Een mogelijke verklaring voor dit verschil is het feit dat
Homeros hoogstwaarschijnlijk nog in een tijd leefde waarin er nog geen nieuwe politieke en
sociale klasse bestond die was ontstaan uit de handel, terwijl Hesiodos meemaakte hoe de
aristocraten rivalen kregen die rijk werden door de handel.
C. De status van handelaars: een nieuwe sociale klasse?
9. Welke conclusie kun je uit dit fragment trekken met betrekking tot de status van de handelaar in
de tijd van Ploutarchos en in die van Solon?
De conclusie die je uit dit fragment kunt trekken is dat de status van de handelaar in de tijd van
Solon sterk verschilde met die in de tijd van Ploutarchos. Ploutarchos legt uit dat handel status
leende in die oudere samenleving wat dus betekent dat die status niet vanzelfsprekend is in zijn
eigen samenleving. Solon genoot status door zijn handel overzee terwijl handel in de tijd van
Ploutarchos voor de lagere klassen was.
10. Wat leert deze passage je over de opkomst van handelaren in de
zesde eeuw v.Chr.?
Opkomende handelaren werden (door sommigen) gezien als een
gevaar voor de samenleving, een immorele leiding die alleen kon leiden
tot chaos.
De opkomst van de handelaren zorgde voor een verschuiving van de
machtsverhouding(en).
11. In hoeverre zijn bovenstaande passages van Ploutarchos en
Theognis in overeenstemming met de theorie van Finley?
De passage van Ploutarchos is vrijwel geheel in overeenstemming met
de theorie van Finley. Er wordt door Ploutarchos beschreven hoe in de
maatschappij waarin Solon leefde handel aanzien gaf, wat in zijn eigen
(Romeinse) tijd juist niet het geval was. Dit komt overeen met Finley’s
theorie dat handel voor de lagere klassen was en grondbezit voor de
hogere klassen.
De passage van Theognis komt echter niet overeen met de theorie van
Finley. Theognis spreekt zich zeer negatief uit over de handelaren die
volgens hem wanneer ze de macht krijgen de stad ten gronde richten.
Hij schrijft de handelaren zelfs af als wilde jager-verzamelaars
(“Degenen die … nu de aanzienlijken”).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cbrijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.