Samenvatting hoorcolleges Sociale en Emotionele Problemen
13 views 0 purchase
Course
Sociale En Emotionele Problemen (SOWPWB2290)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Dit document geeft een uitgebreide, complete samenvatting van de hoorcolleges van Sociale en Emotionele Problemen van de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen. Zowel alle dia's als wat er tijdens de colleges verteld is, is opgenomen in de samenvatting. Het is een overzichtelijk en duidelijk ...
Aantekeningen hoorcolleges
Sociale en emoti onele problemen
College 1: Introductie
Opzet & inhoud cursus
Cursus opzet:
Plaats van dit vak in de opleiding: verdeeld over curriculum
o Normale ontwikkeling Eerste jaar
o Classificatie SEP (deze cursus)
o Klinisch beeld SEP
o Epidemiologie SEP
o Etiologie SEP
o Diagnostiek BV2
o Behandeling Interventies/BV3
Literatuur
o Carr (2015/2016). The Handbook of Child and Adolescent Clinical Psychology 3e
editie! Er is ook een online link (ook goed naslag boek).
Hoofdstukken: 2, 3, 6, 7, 9-14 (tot p. 559), 16-18
Alleen DSM-5! (onderzoek en praktijk werken nu op basis van de DSM-5):
niet ICD-1, DC 0-3 of Aseba
Niet: tabellen met diagnostische instrumenten
Niet: treatment
Lezen hoofdstuk 1, 4 en 5 (geen tentamenstof!)
o Aanvullende artikelen, te vinden op Brightspace
Tentamen
o Meerkeuzetentamen
Meestal vragen over de etiologie, klinisch beeld en de symptomen.
Veel casus vragen
o Oefenvragen tijdens de colleges (niet representatief beeld van de hele stof, maar dan
weet je wat voor type vragen je kunt verwachten).
o Tentamen is combi van colleges en literatuur/boek.
In colleges komen dingen aan bod die niet in het boek staan, maar wel op
het tentamen kunnen komen. In de colleges wordt echter niet alles wat
uitgebreid in het boek staat ook uitgebreid besproken, maar soms kort.
Colleges geven rode draad (qua opbouw)!
Omgangsvormen:
Inhoudelijke vragen
o Discussieforum
Organisatorische vragen OSP
o College/tentamendata, tijden en plaatsen
1
, o Inschrijven vak/tentamen
Vragen rondom extra tentamenkansen/uitzonderingen examencommissie
Pas dan vragen mailen naar a.wols@psych.ru.nl
Communicatie docenten:
o Geen e-mails tenzij absoluut noodzakelijk.
o Aanwezigheid Anna: SP A.06.01: di-do.
Ontwikkelingsperspectief
Gedrag is afwijkend als: het op een bepaald moment:
… wel vertoond wordt, terwijl het niet in overeenstemming is met wat volgens onze
opvattingen gemiddeld en idealiter bij die ontwikkelingsfase en de daarbij behorende
ontwikkelingstaken behoort (niet in overeenstemming met wat je verwacht)
o Ontwikkelingscontext meenemen en kijken of bepaald gedrag hierbij hoort
o Belemmeren in ontwikkeling, als het lijdt tot disfunctioneren of weerhouden van
functioneren
… of niet vertoond wordt, terwijl dat volgens diezelfde opvattingen wel zou moeten
o Je kijkt weer naar ontwikkelingscontext en daar zit ook altijd culturele definitie bij
Wat niet normaal vinden is niet in elke cultuur afwijkend: cultuurafhankelijk
Gedrag is een stoornis als (puur afwijkend gedrag is niet meteen een stoornis):
… het afwijkend gedrag is (belangrijk: er is een variatiebreedte van wat normaal is):
dat langdurig en niet meer situatiegebonden persisteert (doet zich voor in allerlei contexten)
o Contextonafhankelijk is een belangrijke, context kan het uitlokken
dat de overgang naar nieuwe ontwikkelingsfasen en –taken blokkeert
dat voor de persoon en zijn/haar omgeving aanzienlijk lijden oplevert
en dat meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen voorkomt en in andere
niet (komt voort uit de DSM)
Ontwikkelingspsychopathologie:
Freud was right about the origins of abnormal behavior (Murris, 2005)
o Kindertijd (oorsprong stoornissen ligt in de kindertijd, traumatische ervaringen)
o Jaarlijke prevalentie stoornissen: 5% van de kinderen (Costello et al., 2003), maar
lastig om uit te gaan van deze cijfers, want…
o 36.7% van de kinderen <16 voldoen aan criteria voor diagnose (Costello et al., 2003)
o Meer dan 75% van volwassenen met diagnose had al een diagnose in de kindertijd
(Kim-Cohen et al., 2003). Het begint in kindertijd en zet zich voort in volwassenheid.
o Meeste kinderen die behoefte hebben aan behandeling krijgen ze niet (Costello et al.
2005) (wel belangrijk vroeg, zodat je niet steeds verder belemmert wordt in het
halen van bepaalde ontwikkelingstaken!)
Stoornissen worden niet gezien of herkend of ze zijn bang om de diagnose te
krijgen omdat ze gestigmatiseerd worden of behandeling sluit niet goed aan
bij waar ze naar op zoek waren, etc.
Verband van ontwikkeling en psychopathologie (je moet kennis hebben over de ontwikkeling
om te kunnen bepalen wat psychopathologie is: wanneer wijkt het af)
Verband van een vroege stoornis met de latere ontwikkeling (impact)
Verband van een gebeurtenis in de vroege ontwikkeling met een latere stoornis (trauma)
2
, Verband van een vroege stoornis met een latere stoornis (zie 75%)
Effect van een stoornis op het verloop van de huidige ontwikkeling (wat zijn de
ontwikkelingstaken waar dit kind in de problemen komt adhv zijn stoornis)
Effect van ontwikkeling op de uitingsvorm van een stoornis (hoe kunnen bepaalde
stoornissen zich verschillend uiten over de levensloop)
Etiologie (de verklarende theorie van een stoornis): verschil gemaakt in…
o Predisponerende factoren
Factoren die je gevoelig maken voor de ontwikkeling van een stoornis,
genetische kwetsbaarheden, erfelijke component (zoals bij bipolair)
Temperamentsfactoren (een angstig temperament angststoornis later)
o Instandhoudende factoren
Factoren in de omgeving of in het kind die een stoornis in stand houden (bv.
ruziënde ouders)
Belangrijk: je moet kijken naar het geheel, je moet de context kennen, niet
alleen de factor zoals het ruziën
o Uitlokkende factoren
Vaak meer incidenten, nare ervaringen (zoals misbruik, scheiding ouders)
o Beschermende factoren
Factoren die het kind beschermen tegen allemaal negatieve invloeden
Bv. Een hoog IQ, geode sociale vaardigheden, goede school
Daarnaast heb je systemen die meer kijken naar het biologisch niveau, meer naar
kindfactoren of meer naar omgevingsfactoren. Dat zijn allemaal factoren die kunnen spelen
en naar gekeken wordt om alles een beetje te ordenen (combineren met factoren hierboven)
Voorbeeldvraag: Nick is een veertienjarige jongen die na een fikse longontsteking, last blijft houden
van vermoeidheidsklachten. Hierdoor verzuimt hij veel van school en kan hij het uiteindelijk niet meer
opbrengen om te gaan en blijft hij volledig thuis. Moeder probeert iedere dag iets leuks met Nick te
doen om te voorkomen dat hij helemaal in de put raakt. Het gedrag van moeder is hier te beschrijven
als:
a. een predisponerende factor
b. een uitlokkende factor
c. een instandhoudende factor
d. een beschermende factor
Eerst duidelijk maken voor jezelf wat het probleem is in de casus. Als hulpverlener wil je dat deze
jongen zo snel mogelijk weer naar school gaat, hij moet niet thuis blijven zitten. Bij angstige kinderen
hebben ouders de neiging om te gaan overbeschermen en dat zijn instandhoudende factoren die het
kind uiteindelijk niet helpen om zich verder te ontwikkelen. Motivatie om naar school te gaan voor de
jongen wordt hierdoor niet beter en het is dus een instandhoudende factor voor het probleem: het
niet naar school gaan.
Ontwikkelingspsychopathologie:
Epidemiologie (studie opzich, zij voeren grote bevolkingsonderzoeken)
o Prevalentie (hoe vaak komt een stoornis voor)
o Verhouding jongens-meisjes
o Verdeling over levensloop (welke stoornissen komen in bepaalde leeftijdsfases
het meest voor)
o Beginleeftijd (sommige pieken in de adolecentie pas, gedragsstoornissen eerder)
3
, Voorbeeldvraag: Van een populatie is de prevalentie de proportie:
a. nieuwe gevallen met een bepaald ziektebeeld in een bepaalde periode
b. nieuwe gevallen met een bepaald ziektebeeld dat in een bepaalde periode voorkómen kan
worden
c. bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld dat verwacht mag worden gedurende een
bepaalde periode
d. bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld in een bepaalde periode
Classificeren van probleemgedrag
Het classificeren van probleemgedrag doen we met de DSM (het labelen).
Belangrijke begrippen:
Symptoom: de kleinst beschrijfbare onderzoekseenheid in de
geneeskunde/psychopathologie en te beschouwen als ziekteteken (vaagste begrippen, bv.
geen bloedsuiker, maar motivatieprobleem, slaapprobleem, etc.)
o Hoofdsymptomen: deze hebben voor de diagnose een directe oriënterende
functie (moet je absoluut aan voldoen om het label te krijgen)
o Bijsymptomen: maken het beeld van de stoornis volledig zonder uit zichzelf
direct richtinggevend te zijn voor de diagnose (niet richtinggevend op zichzelf,
vaak voorkomend bij andere stoornissen ook: overlap)
Syndroom: een groep van (dikwijls) tezamen optredende symptomen
Stoornis: afwijkend gedrag, langdurig, niet situatiegebonden, klinisch significant lijden,
belemmering op sociale, beroepsmatige of andere belangrijke levensgebieden en meestal in
bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen
Doel van classificeren:
Efficiëntie, samenvatting (symptomen bundelen onder een label)
Communicatie (met professionals en andere omgeving)
Aansluiting vinden bij verklarings- en behandelingstheorieen in de wetenschappelijke
literatuur (dit probeer je dan de valideren met wat er specifiek aan de hand is in casus)
o Ook kun je hieruit baseren wat geschikte behandelmethodes zijn
Classificeren = (manier van) ordenen. Classificeren ≠ diagnose stellen (Engels term wel gebruikt)
Classificeren van probleemgedrag:
Categoriaal (je hebt de stoornis of je hebt hem niet)
o DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
o ICD-10 (International Classification of Diseases)
o DC 0-3R (Diagnostic Classification 0-3)
Dimensioneel (de mate van het symptom/stoornis, ipv je hebt het of je hebt het niet. Er
wordt meer uitgegaan van een continuüm waar je als persoon een positie op hebt).
Het basis idee dat er een continuüum is ipv dat het een andere ‘soort’ is, is
goed. Maar nog steeds lastig: wanneer is iets dan nu een stoornis?
o Aseba schalen (Achenbach’s System for Empirically Based Assessment)
o SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire)
o RDoC (Research Domain Criteria)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SannevandenBoom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.