• Door
redeneren
naar
analogie
elementen
toevoegen
⇒ Met
opzet
gecreëerd,
om
een
bepaald
doel
te
bereiken
• Bv.
Hakbijl,
vastleggen
ve
bezitstitel
• Zowel
objectief
als
subjectief:
bedoeld
om
tijdgenoot
en
historicus
iets
voor
te
houden
• Bv.
Liefdesbrief:
niet
zozeer
feiten
maar
opinies
en
gevoelens
-‐>
mentaliteit
rond
ontwikkelingen
worden
duidelijk
• Kritisch
naar
vorm,
inhoud
en
ontstaanscontext
om
waarde
juist
in
te
schatten
⇒ Onbewust,
per
ongeluk
• Bv.
Scherven
en
etensresten
• Geven
niet-‐gecamoufleerde
realiteit
weer
⇒ Met
bepaalde
intentie,
voor
historicus
een
andere
functie:
Unwitting
testimony
• Spaanse
televisie,
opname
vd
putsch
van
Kolonel
Tejero,
23
feb.
1981
-‐
Gewapende
staatsgreep
ih
parlement
(=
de
Cortes)
-‐
Camera’s
aanwezig
vanwege
aangekondigd
debat
-‐>
live
-‐
Weerstand
tegen
staatsgreep
tijdig
en
efficient
georganiseerd
• Opname
van
Abraham
Zapruder
(moordaanslag
J.F.
Kennedy),
22
nov.
1963
-‐
Nieuwe
camera
uittesten
(geen
klank)
-‐
Pas
in
1975
openbaar
• Door
ontwikkeling
digitale
media:
-‐
Groter
aantal,
makkelijk
gemaakt,
snel
verspreid
-‐
Laat
toe
dat
de
publieke
opinie
zich
in
bepaalde
richting
vormt
-‐
Slecht
voor
wie
zaken
ih
schemerduister
wil
houden
1
,1.2.
De
vormeigenschappen:
geschreven
en
ongeschreven
bronnen
⇒ Geschreven
bronnen
• Verhalende
of
literaire
teksten
–
egodocumenten
-‐
Kronieken
of
traktaten,
opgesteld
in
verhalene
of
narratieve
vorm
-‐
Doel
=
bepaalde
boodschap
doen
overkomen
-‐
Motief
=
tijdgenoot
of
nageslacht
inlichten,
visie
en
opinie
opdringen,
deelgenoot
maken
van
eigen
inzichten
via
egodocumenten
(brief
of
memoires,
romans),
morele
of
godsdienstige
visie
opdringen
-‐
Def.
volgens
Presser:
“Die
documenten
waarin
een
ego
zich
opzettelijk
of
onopzettelijk
onthult-‐
of
verbergt”
-‐>
bronnen
met
opzettelijk
ik-‐
of
wij-‐
perspectief,
bewust
gecreëerd
voor
de
auteur
zelf
en
meestal
ook
anderen
-‐
Voor
Presser
(eind
jaren
1950):
onbetrouwbaar,
enkel
voor
studie
naar
groeiend
induvidualisme
-‐
Vaak
onbetrouwbaar:
eigenbelang
vd
auteur;
waarheid
zoals
door
auteur
ervaren
/=
harde
feiten
-‐
Geproduceerd
vanaf
12e
eeuw
door
clerus,
adel
en
stedlingen,
Grote
toename
in
19e
eeuw
(door
versnelling
van
politiek-‐sociale
en
economische
ontwikkelingen;
drang
om
individueel
en
collectief
geheugen
vast
te
leggen)
-‐
Dichtung
und
Wahrheit,
J.W.
von
Goethe
-‐
Confessions,
J.J.
Rousseau,
1784
Bisschop
van
Hippo
-‐
Mogenlijkheid
van
zelfbedrog
vd
auteur;
Onthullingen
buiten
zichzelf
waargenomen
ipv
over
zichzelf;
rekening
houdend
dat
iemand
anders
het
toch
leest
(bv.
Bij
dagboeken)
-‐
Teleologisering
of
rationalisatie
post
factum:
een
poging
(door
de
auteur)
om
een
structuur,
een
lijn
te
krijgen
in
een
geschiedenis,
uitgaande
van
het
eindpunt
van
die
geschiedenis
-‐>
doelbewust
accent
leggen
op
breuk
of
continuïteit
-‐
Kroongetuige.
Over
de
belangrijkste
gebeurtenissen
tijdens
mijn
koningschap,
Leopold
III,
2001
(uitgegeven)
Regelt
enkele
oude
openstaande
rekeningen;
Herintpreteert
verleden
in
functie
van
latere
gebeurtenissen
-‐
Andere
oorzaken
van
vervorming:
Functioneel
vergeten
en
narcisme
vd
auteur
-‐>
onderzoek
doen
naar
leefmilieu,
vooroordelen,
wanneer
(afstand
tot
feiten)
en
waarom
-‐
Schilderijen
als
egodocument
(bv.
Zelfportretten
Felix
Nussbaum)
• Diplomatische
teksten:
-‐
Teksten
die
een
rechtssituatie
waststellen
of
een
nieuwe
rechtssituatie
scheppen
(bv.
Oorkonde:
doel
=
bewijsstuk
in
rechte
vormen
bij
betwisting
tussen
partijen)
-‐
Vorm:
formele
vormeigenschappen
(intern
en
extern),
wisselend
van
tijd
en
-‐
Indirecte
bron
voor
de
gesch.
Vh
Christendom
id
1e
eeuw
• Herodotos
en
Thucydides:
Schrijven
in
oudheid
over
zelf
beleefde
gebeurtenissen
=
bron,
getuigenis
(maar
zien
zichzelf
als
historiograven);
willen
verdergaan
dan
enkel
weergeven
feiten;
Herodotos
=
vergelijking
grieken-‐romeinen;
Thuycides
=
logische
en
causale
verbanden
tussen
feiten
=>
grondlegger
wetenschappelijke
geschiedbeoefening
• Fundamentele
deontologie
ve
wetenschapper/journalist:
Duidelijk
onderscheid
aangeven
tussen
wat
letterlijk
uit
bronnen
stamt
en
wat
persoonlijke
verwerking,
interpretative
is
=
Het
kritisch
aparaat
3. Van
gesproken
naar
geschreven
woord
en
terug?
Evolutie
van
de
bronnentypes
en
hun
complementariteit
3.1. Schrift
en
alfabet
⇒ Schrifttypes:
van
pictogram
naar
fonetisch
• Ca.
3300
vot.:
Onstaan
schrift
in
Mesopotamië
en
Egypte
=
begin
‘historische’
fase
id
gesch.
Voorgeschiedenis:
In
tweestromenland
tussen
Tigris
en
Eufraat,
ca.
8000
vot.,
kleitabletten
die
voorraden
tellen
en
als
kalender
fungeren;
Hangt
samen
met
ontwikkeling
eerste
grote
rijken:
behoefte
aan
politieke
organisatie
(inkomsten,
belastingen,
wetten,
contracten)
3
functies:
voorraden
beheren,
personen
indetificeren,
gebeurtenissen
bijhouden
Niet
elk
groot
rijk
heeft
schrift
(bv.
Inca’s:
knopen
=
quipu’s)
• Door
verschillende
rijken
op
verschillende
momenten
uitgevonden:
Pictogrammen
(Azteken),
logografisch
schrift
(China,
elk
woord
een
teken)
eventueel
gecombineerd
met
logofonetisch
schrift
(Japan,
teken
per
klank)
en
fonetisch
schrift
• Fonetisch
schrift:
1
lettergreep
is
een
klank,
nu
in
gebruik
• Egyptische
hiërogliefenschrift
en
steen
van
Rosetta,
Jean-‐François
Champollion
-‐
Hiërogliefenschrift
=
Logografisch
+
logofonetisch
=
lange
tijd
onleesbaar
-‐
Rosetta:
ontdekt
door
troepen
Napoleon
-‐
Rosetta:
eenzelfde
tekst
in
3
talen:
demotisch
(=
cursieve
variant
hiërogliefenschrift),
Grieks
en
hiërogliefen
• Egyptische
schrift
aangepast
tot
fonetisch
alphabet
door
‘aziaten’
(Midden-‐
Oosten)
• Verspreid
door
bewoners
stadstaten
(Feniciërs);
Babylos
=
plaats
vervaardiging
papyrus;
Handelscontacten
met
grieken
-‐>
grieken
voegen
klinkers
toe
en
reizen
naar
westen
• Grieks-‐romeinse
beschaving
bouwde
schrift
uit
(impact
op
latere
culturen
groot)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odette_vdz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.95. You're not tied to anything after your purchase.