Animisme: betreft iemands gevoelswereld, handelings- en denkpatronen en de
organisatie van de samenleving, die met ecologische opvattingen gepaard gaan.
Hierover spreken als een geloof of idee, laat staan een meme te combineren met
andere memes, doet geen recht aan de mate waarin het alle aspecten van het
dagelijks leven doorspekt, sterker nog: bepaalt.
Reflexiviteit: de mogelijkheid van een metastandpunt in te nemen over ons
eigen onderzoek ; Op het derde niveau van cultuurrelativering wordt men
bewust dat de (comparatieve) analyse zelf het product is van cultuur, de eigen
cultuur, dus elementen bevat en mist als gevolg daarvan.
Etic benadering van cultuur: de overtuiging dat objectieve descriptie door een
wetenschappelijke buitenstaander noodzakelijk is
Emic benadering van cultuur: de roep om reflexiviteit, die de subjectieve en
culturele zijde van wetenschap erkent en het binnenstaander standpunt
primair stelt
Diachronisch: opeenvolging van gebeurtenissen, bestudeert ontwikkeling van
fenomeen doorheen de tijd
Syncronisch: bestudeert fenomenen op 1 punt in de tijd’
Cultuurmaterialisme: beschrijft de geschiedenis van de mensheid als een op Het
cultureel materialisme beschrijft de geschiedenis van de mensheid als een op natie
van ecologische noden of opportuniteiten en technologische doorbraken
Globalisatie: culturele invloed die verdoken is en misschien ons allen steeds
meer homogeniseert, maar ook steeds meer •culturele- invloeden die op een
internationaal forum zoals het internet geëtaleerd worden als tekens van
verschil. Type 1 van culture globalisering dateert van voor de kolonisering en
kabbelt gestaag verder. Type 2 van culturele globalisering hangt samen met het
vrijmaken van communicatie via media en peer-to-peer netwerken op het
internet, toerisme en culturele (educatieve) uitwisselingsprogrammas.
AMH: Anatomically modern human (200 000 j geleden ontstaan)
ToM: Theory of Mind (Dunbar) ; 1e bewustzijnsniveau = een dier neemt
waar( het weet dat daar een prooi ligt) ; 2e bewustzijnsniveau = Weten dat de
ander weet
Structuralisme: De dichotomie tussen enerzijds dieren die zich geen
alternatieven inbeelden, geen ander perspectief aannemen dan hetgeen hier en
nu opgedrongen wordt, en anderzijds de mens die dit wel kan, wat plots het
perspectief opent op culturele creativiteit, is de basis van het structuralisme
Antropogonie: een mythe die de schepping van de mens verhaalt
Socialisatie: Een andere term voor voeding is socialisatie. Primaire socialisatie
gebeurt door de ouders in de private sfeer van het gezin. Secundaire socialisatie
erbuiten, zoals in de publieke sfeer van de gemeenschap en in de peer-groep.
Ervaringskader (frame of experience) : structureren onze perceptie van de
samenleving en sociale verhoudingen, en onze verwachtingen in een gegeven
situatie. Ervaringskaders zijn gerelateerd via sociale, biologische, ecologische
en andere structuren die de mensensoort kenmerken. Geen uitspraak is
kaderloos. Bij elk gebeuren voelen we automatisch aan wat het betekent voor
onszelf. Dat bedoelen we met een ervaringskaden een bepaald bewustzijn van
, de waarde voor onszelf. Ervaringskaders zijn semantisch gestructureerd en
daarom gerelateerd aan mekaar.
Sapir-Whorf these: poneert dat er verschillende denkvormen bestaan en dat die
samengaan met de taal van de denker. Sommige Amerindiaanse talen hebben
meer dan 17 geslachten voor hun woorden. Volgens de Sapir-Whorf these moet
het denken dan analoog complexer zijn dan het onze.
Structuratie : Britse socioloog Giddens ; een dialectisch proces waarbij een
structuur aangeleerd is en impliciet blijft tot de praxis (performance), die deze
structuur terstond ook weer verandert.
(cultuur) diffusionisme: hoe bepaalde cultuurelementen, een
keramiekbewerking, versierpatroon of een gebruik, beïnvloed is door een
andere cultuur en dus hoe die elementen zich verspreidden in tijd en ruimte
(cultuur) evolutionisme: Meet de culturen af op het westerse criterium van
beschaving: wetenschappelijke, technologische en ethische vooruitgang.
Cultuurrelativisme: De opvatting dat opvattingen over wat is (kennis) en
opvattingen over wat moet (overtuigingen, waarden, normen) bepaald zijn
door de culturele context en bijgevolg niet absoluut kunnen gelden
o Onderverdeeld in cognitief (opvattingen over wat is) en moreel (opvattingen over
wat moet) cultuurrelativisme
Performatieve theorie van rituelen: Victor Turner ; Culturele praktijken
kennen een auto-interpretatieve dimensie. Door de werkelijkheid te
weerspiegelen stellen ze de deelnemer in staat tot reflectie en dus om meer te
doen dan het aangeleerde te herspelen. De werkelijkheid kan door de uit
voering zelf (performance)veranderd worden.
Cultuur: Geertz definieerde cultuur als volgt: “een historisch overgeleverd
patroon van betekenissen belichaamd in symbolen; een systeem van
overgeërfde conceptualiseringen uitgedrukt in symbolische vormen via
dewelke mensen hun kennis over en houding tegenover het leven
communiceren, bestendigen en ontwikkelen.”
Methodologisch collectivisme: vandaag durven we weer te stellen dat het
analytisch bevriezen in tijd en ruimte van collectieve entiteiten zoals
gebeurtenissen, culturen en groepen wetenschappelijk en methodologisch
geoorloofd kan zijn.
o Het gevaar bij methodologisch individualisme, waarbij de intenties of gedachten
van het individu gebeurtenissen verklaren, is dat men uitgaat van de
veronderstelling dat de intenties of gedachten direct intercultureel (en
intersubjectief) vertaalbaar zijn
Cybernetica: Gregory Bateson ( en Norbert Wiener) ; bestudeert hoe levende of
mechanische systemen zichzelf sturen en regenereren via feedback- Hij
Identiteit:
o Instrumentalisme: ponerend dat politici bewust symbolen van verwantschap en
etniciteit manipuleren om volgelingen kiezers achter zich te scharen.
o Primordialisme: Collectieve ervaringen effectief overeenstemmen met culturele
entiteiten zoals Nuer of Hopi.
o Essentialisme: nationalisme en etniciteit zijn nooit organisch uit culturele
gemeenschappen gegroeid.
o Constructivisme: Etnische of nationale verbondenheid is een uitvinding die in de
kaart speelt van groepen of nieuwe elites die ‘de regel van (Georg) Simmel’ kennen
en toepassen: ‘De interne cohesie van een groep is evenredig met de mate van
externe druk’. Hoe meer nadruk op het tweede, des te meer kans op het tweede.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odette_vdz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.