LES 1: INLEIDING
1. inleiding
• “No apter metaphor having been found for certain emotional colours, I assert that the Gods
exist.” – Ezra Pound
⇒ Bep zaken laten zich niet anders beschrijven dan het goddelijk
• Afbeelding op pp = sirenes
⇒ Mythische wezens/monsters
⇒ Maken muziek waar iedereen naar toe komt
⇒ Zitten zelf op eiland omringd door kliffen
⇒ Iedereen sterft (behalve Oedipus)
• Sirenes bij Oedipus
⇒ Gewaarschuwd voor sirenes maar wil toch de muziek horen
⇒ Vastgebonden aan mast van schip & manschappen met proppen in oren
⇒ Sirenes beloven dat ze zullen zingen over hemzelf = meest verleidelijk: vertelt iets over
zichzelf dat je nog niet wist
⇒ Enige die sirenes heeft overleeft
2. Hoeksteen in ons cultureel referentiekader
• ‘Pan’
⇒ < paniek : bokkepoten maakt bang
⇒ < panfluit: ongelijk riet = ongelijke liefde
• Hercules
⇒ Krachtpatser = nog altijd in taal
• Berlinde de Bruyckere
⇒ Hoe stel je breekbaarheid mens lichamelijk in beeld?
⇒ Acetayon & Romeo my deer
⇒ Verhaal hoe ons verlangen je lichaam kan openrijten
⇒ Door titel toe te voegen = extra gelaagdheid
• ‘Thebe’
⇒ Richting zoeken: persoon wordt altijd verder gestuurd
⇒ Er zijn richtingsaanwijzers maar die leiden nergens toe
⇒ < verhaal van Oedipus
⇒ Thema = onmogelijkheid om leven te overzien & op stappen terug te komen
3. Het belang (en gevaar!) van verhalen
• Winning the story wars
⇒ Homo symbolicus = mens bepaald omdat hij in symbolen denk
⇒ Homo fabulans = vertellende mens
⇒ Vaak niet bewust van verhalen
⇒ Verhalen worden doelbewust gecreëerd & gebruikt om ons te sturen (pol &
commercieel)
, lOMoARcPSD|966805
• Michael Witzel – The origins of the world’s mythologies
⇒ Comperatieve mythen spiegelen aan comperatieve linguistiek
⇒ Wat is de eerste mythe?
⇒ Hoe komt het dat een mythe verspreid is over de hele wereld?
• Universele vraag: Waarom moeten we sterven?
⇒ Ultieme vraag, waarom verhalen verteld worden
⇒ 1 vd eerste verhalen: vrouw die alles verpest (dus verantwoordelijk voor dood)
⇒ Als vrouw leven kan geven; ook de dood
⇒ Wrm moeten we kinderen baren? Omdat we sterven
⇒ Vrouw veel schuld omdat vooral mannen mythes schreven
4. Wat is een mythe? Poging tot definitie…
• Dikke Van Dale
⇒ verhalende overlevering over universele thema's als het begin van de tijd, het
ontstaan van de wereld, de schepping van de mens en het leven na de dood
⇒ praatje zonder grond - synoniem: fabel
⇒ als juist aanvaarde maar ongefundeerde voorstelling omtrent een persoon, zaak of
toedracht
• Van Dale, Groot woordenboek
⇒ heilig, overgeleverd verhaal van een volk over zijn herkomst en godsdienst
⇒ (pejoratief) een als waar aangenomen verzinsel
• Mythe = geen verhaal door 1 persoon
⇒ ‘persoonlijke mythe’ bestaat niet
• komt altijd voort uit een collectieve, oudere ondergrond
⇒ Gaat altijd terug op collectieve mythologie
⇒ Soort van verzinsel
• Rollo May – positieve waardering
⇒ Mythe = manier om zinvolheid te scheppen in uiterlijk zinloze wereld
⇒ Verhalende structuren die betekenis verlenen aan ons bestaan
⇒ Mythe desintegratie
• Wetenschappelijk geen volledige consensus over een definitie
• Oplossing: definitie via ‘familiegelijkenissen’
⇒ Traditioneel
⇒ Sacraal
⇒ Anoniem: collectief, organisch ontstaan
• Zelfs als 1 persoon het verwoord, is die meer de spreekbuis dan auteur
⇒ Gemeenschap samenhouden door mythe -> referentiekader/boodschap dat gedeeld
wordt door een groep
⇒ Rituelen zoeken & daar mythe rond creëren = vroeger; nu: vaak wisselwerking
⇒ Handelt over antropomorfe, bovenmenselijke wezens
⇒ Buiten historische tijd of over contact tss mensenwereld & bovennatuurlijke wereld
⇒ Gefragmenteerde, onordelijke logica
• Is een vd reden voor mythestudie –> mensen begrepen het niet
⇒ Functie = verklaren, verzoenen, sturen of legitimeren
• Als de verhalen zo onlogisch zijn, waarom vertellen we ze dan? -> verklaren,
maar ook meer
• Verzoenen: zie structuralisme -> mythe is om er aspecten van de
, lOMoARcPSD|966805
werkelijkheid op te lossen die eigenlijk niet op te lossen vallen, zoals de geknelde
aarde vd mens tussen de natuur en cultuur, of oppositie man-vrouw; een
referentiekader geven van hoe dat probleem te plaatsen
• Sturen: sturen van gedrag, voordoen hoe je wel of niet moet handelen en
wat de consequenties zijn (bv. Icarus)
⇒ De mythe verschilt van de fabel: de fabel heeft een duidelijke moraal.
De mythe geeft eerder de consequenties, er is nooit een juiste manier
van handelen
• Legitimeren: Malinowski (antropoloog) verklaarde de mythe vanuit de
Charter Theory = Charter is een legaal document dat bepaalde personen recht
hebben op iets. De theorie gaat ervan uit dat de mythes/verhalen bestaan om
een bepaalde machtspositie te behouden, legitimatie van macht (bv. Eva die de
appel eet -> vrouw onder de man; Athena als goddin van Athene geeft Athene
een hoger statuut)
• Campbell: beweert dat alle verhalen terugkomen tot de “hero’s journey” ->
essentieel allemaal volgens een ‘hapklaar’ recept
⇒ Past binnen netwerk v andere verwante verhalen
• Verwante termen
⇒ Sagen – gebaseerd op historische gebeurtenis, kloppen niet tot id detail maar zijn
in grote lijnen historische waarheid, spelen zich in historische tijd af
⇒ Legendes – over uitzonderlijke mensen, niet noodzakelijk een link met het
bovennatuurlijke (behalve heiligenlevens)
⇒ Sprookjes – wonderlijk, optimistisch, volks. Niet de authoriteit van mythes, gelinkt
aan het volkse
⇒ Fabels – kort, moraliserend
4.1. Het ontstaan van mythe als begrip en mythologie als
studieveld
• Oudheid
⇒ Griekse ‘mythos’ = woord dat taalhandeling aanduidde: enkel woord tot verhaal
⇒ Vanaf Plato (4deE v.C.): tegenstelling tussen logos & mythos
• Periode waarin de mythes onstonden zijn dan al voorbij
• Mythos = verhaaltjes, komt dichterbij hedendaagse betekennis
⇒ Staat al onmiddelijk in een verdacht licht, als iets wat niet strookt met de
geldige redenering
• Logos = redenering die hij zelf opzet, iets nieuws met meer validiteit dan de
mythos
• Evolutie past in de traditie van de godenkritiek die vanaf de 6de eeuw stilaan
opkwam -> Godenkritiek
⇒ Plato: we kunnen op een betere manier de werkelijkheid tonen,
namelijk de logos
• Binnen godenkritiek = antropomorfe voorstelling van goden in twijfel
getrokken
• Moderne tijden
⇒ Marcel Detienne
• Beschreef de “uitvinding” van de mythologie
• Zegt dat er eigenlijk niet iets bestaat zoals mythologie. Je kan er enkel over
spreken in een retrospectief als je een andere manier hebt gevonden om je te
verhouden tot de werkelijkheid.
, lOMoARcPSD|966805
⇒ ‘mythe’ = westerse, relatief moderne term (niet Griekse muthos)
⇒ Ontstaan in 18de – 19de E vanuit interesse en onbegrip voor bepaalde verhalen uit
archaïsche & niet-westerse culturen
• Pas dan worden de griekse mythes een probleem: men ondekt de
“griek met twee hoofden” (Marcel Detienne):
⇒ 1. De griek zoals die ontstaat id westerse verbeelding als de
vader van de ratio en de logica
⇒ 2. De griek die gelooft in absurde dingen en de schandaleuze
ethische inhoud van die mythes (bv incest en kanibalisme)
⇒ Uit verbazing is ‘mythologie’ als studieveld ontstaan
• Mythologie is aanvankelijk een studieveld van vragen rond traditionele verhalen in alle
verschillende samenlevingen
⇒ Mythologie als studieveld gaat niet meer uit ve essentialisme
• ‘familietrekken’ duiden niet op eigenschappen die elke mythe heeft
• Vragen rond rol & functie van verhalen, 3 problemen rond de mythes:
⇒ Traditionaliteit: Waarom kunnen sommige verhalen eeuwen overleven en andere
niet? Welke kracht schuilt daar in? -> hangt samen met de vraag naar functie
• Verschillende verklaringen
⇒ Idee van Jungs architype (Campbell): idee dat de mens bepaalde
dingen steeds blijft herhalen (eventueel aangeboren in de mens, bv figuur
van de zachte, troostende moeder) -> onze psychologie en biologie in zijn
kern
⇒ Walter Burkert: puur de biologie, wat vraagt ons lichaam aan ons? ->
wij waren bv ooit een roodier -> doden, jacht -> veel mythes hebben te
maken met jachtrituelen
⇒ Michael Witzel: mythes overleven omdat ze een efficiënte metafoor
vormen voor de kosmos en het menseleven, verklaring van (=genealogie)
⇒ Hans BLumenberg: Darwinisme binnen verhalen -> efficiënte verhalen
door natuurlijke selectie
⇒ Irrationaliteit: Waarom vertellen zovele volkeren schijnbaar totaal absurde verhalen?
• Is universeel, elk volk heeft absurde verhalen
• = mythos/logos-debat over wat rationaliteit is en welke plaats we daarin inemen
⇒ Antropomorfisme: Waarom over hele wereld zelfde soort antropomorfe
voorstelling van hogere machten/natuurkrachten?
• Je kan met de natuur onderhandelen, alles heeft een ziel
4.2. Mythen, waarheid en werkelijkheid
• Figuren in mythe allemaal fictief maar op andere manier dan bv tekenfilmfiguren
• Schelling – 3 grondhoudingen, 3 mogelijke manieren van benadering
⇒ Pure verzinsels = onwaar, menselijke fantasie
⇒ Allegorese: Dragers van verborgen waarheid = waar, de waarheid is verhult in
symboliek, vervormt maar vertellen wel iets over feiten
⇒ Intuïtief te vatten boodschappen met eigen krenmodaliteit = ni vrai, ni faux
• Volgens Shelling de juiste houding
• Specifiek beschreven door Paul Veyne -> mythes zijn ni vrai en ni faux, ze zitten
er ergens tussenin
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odette_vdz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.