100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfskunde (F000845) $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfskunde (F000845)

 46 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de lessen Bedrijfskunde (F).

Preview 4 out of 61  pages

  • January 22, 2021
  • 61
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Bedrijfskunde
Les 1 – 15.02

Wat is een bedrijf?
• Het bedrijf staat centraal in ons leven
• Komen veel voor id nieuwsberichten
• Definitie
⇒ Organisatie die gericht is op leveren van producten aan derden en daarvoor een
economische tegenprestatie krijgen.
• NIET
⇒ Afhankelijk van leden
⇒ De overheid
⇒ Liefdadigheid
⇒ Organisaties die geen bedrijven zijn kunnen wel bedrijfskundige
activiteiten uitvoeren (bv Ugent opzetten van ‘Durf ondernemen’)
⇒ Bedrijven zijn economisch rationeel = Bedrijven kunnen niet tot ih oneindige
geld ‘verspillen’ zonder uiteindelijk failiet te gaan
⇒ Aparte juridische economische entiteit
• Beperkte aansprakelijkheid
⇒ Eigenaars bedrijven zijn maar aansprakelijk voor totaal van hun inleg
• Verschillende types genootschappen en juridische vormen
• Geeft bedrijfsleider rechten:
⇒ Mensen aanwerven zonder beschuldigd van slavernij
• Geeft de bedrijfleider plichten
• Voordelen van een bedrijf
⇒ Innovatie
⇒ Rijkdom vergaren als bedrijf
⇒ Werkgelegenheid
⇒ Beperkt risico
⇒ Samenbrengen van competenties
⇒ Samenwerken, gemeensch doelstelling
⇒ Nobel, visionair
⇒ Rendement voor aandeelhouders
• Nadelen van een bedrijf
⇒ Weinig controle over (grote) bedrijven door overheid of publiek
⇒ Kunnen zo winstgeöriënteerd zijn dat ze winst maken ten kosten van de
maatschappij
⇒ Beperkt verantwoordelijkheidsgevoel
• Ontstaan

1

,⇒ Te koppelen aan transactiekosten theorie
• Het is interessanter om melk te kopen id winkel ipv zelf een koe te
onderhouden
⇒ Chronologie
• Ondernemerschap vanaf 13de-14de eeuw bij de ontdekkingsreizigers
⇒ Reiziger was een ondernemer, met een financierder
⇒ Handelsroutes naar het verre Oosten
• Geldschieter nam financieel risico
• Handelsreiziger nam fysieke en emotionele risico’s
• Winsten tot 75% voor de geldschieter
• Middeleeuwen: geestelijke
⇒ Verantwoordelijk voor grote infrastructuurwerken
• Geen risico’s
• Manager
• Bouwen van kastelen, abdijen, kathedralen,…
• 17de eeuw: hofleverancier
⇒ PERSOON die contract afsluit met overheid
• Leveren van goederen of diensten
• Vaste prijs
• Verliezen of winst zijn voor rekening van de ondernemer
• 18de-19de eeuw: industrialisatie
• 20ste eeuw: innovatie
⇒ Innovatie en vernieuwing als deel van ondernemerschap
⇒ Grote projecten die als individu niet meer haalbaar zijn (bv spoorwegen)
= reden dat bedrijven zijn ontstaan rond 1850
⇒ Rond 1850 ontstaan:
• Technologie- aanbodzijde
⇒ 1830: stoommachines, spoorwegen, hoogovens,…
⇒ Nieuwe producten op de markt
• Sociologische verschuiving- vraagzijde
⇒ Rol van de vrouw in de samenleving -> komt meer centraal te staan
⇒ Investeren in kinderen wordt interessanter
⇒ De consument wordt ‘geboren’
• 1850: apart juridisch statuut
⇒ Beperken van risico’s
⇒ 4de reden waarom bedrijven zijn ontstaan:
• Rechten voor “iedereen” krijgen (ook slaven, zwarten, ...)
⇒ Eigendom, leven, vrijheid -> toegepast op bedrijven! -> een bedrijf is ook
een persoon en moet dezelfde rechten krijgen
• Oorspronkelijk: ten dienste van de gemeenschap



2

, ⇒ “Hinderpalen” werden weggewerkt (14th amendement) zodat ook
bedrijven dezelfde rechten hadden als individuen
• Nadruk ligt hier sterk op eigenaars
• Stakeholders en Stockholders
⇒ Stakeholders -> hebben verwachtingen
• Klant -> bv beschikbaarheid vh product
• Werknemers -> maandelijks betaald worden, goede werkomstandigheden
• Leveranciers
• De maatschappij
• Bedrijv Eterniet loste deze verwachtingen niet in: Asbestos in de producten
⇒ Voor de rechter gesleept
⇒ Stockholders: hebben aandelen, eigenaars van het bedrijf
• Governance
⇒ Is het geheel van activiteiten van een onderneming ‘onder controle’?
⇒ Corporate governance- actueel sinds 1980
• Oorsprong in een aantal schandalen
• The effects of Enron Fraud
⇒ Energiebedrijf die andere activiteit wouden bijnemen die meer winst
maakten -> deden fraude
⇒ Hebben groot verlies gemaakt -> failliet -> veel mensen verliezen hun
job/geld
⇒ Ook effect op bedrijven die samenwerkten met het bedrijf
⇒ Slachtoffer van zijn eigen verlangen naar steeds meer winst
⇒ Goed effect: bedrijven moeten meer gecontroleerd worden -> sarbanes-
oxley wet
• Sarbanes-Oxley (US): bestuurders mee aansprakelijk
⇒ In België: Code Lippens en code Buysse
⇒ Raad van Bestuur/Aandeelhoudersvergadering wordt belangrijker
binnen het bedrijf

Strategie
• Wat is strategie?
⇒ Het proces van het groot en blijvende georganiseerd succes
⇒ Kernwoorden: belangrijk, lange termijn, levensbepalend, beter dan anderen,
allesomvattend, hoog niveau
• Basisprincipes van een goede strategie
⇒ Pro-actief
⇒ Rekening houden met andere spelers
⇒ Maakt gebruik van eigen sterktes
⇒ Buit zwaktes van anderen uit
⇒ Maakt geen nodeloze vijanden


3

, ⇒ Vertrekt vanuit degelijke terreinkennis
• 3 strategische basisvragen
⇒ Waar zullen we actief zijn?
• Welke markten?
• Welke producten?
⇒ IBM: “we are not in the toy business”
⇒ Specifiëren wat het product is, inhoud
• What business are we really in???
⇒ Hoe bieden we het aan? Wat bieden we erbij aan?
• Hoe aantrekkelijk is het gekozen product/markt segment?
⇒ Model van Porter




• Nagaan hoe aantrekkelijk het product is door te kijken naar 5
aspecten
• Voorbeeld: Tommy’s limonade business
⇒ Dreiging door nieuwe toetreders = zwak
• Gemakkelijk voor Tommy + Terry (broer) schrikt competitie af
• Weinig andere kinderen in de wijk
⇒ Macht van leveranciers = zwak
• Moeder + eenvoudige ingrediënten
• Veel andere leveranciers mogelijk
⇒ Macht van klanten = zwak
• Weinig alternatieven + geen behoefte
⇒ Dreiging door substituten = risico
• Water of fruitsap meenemen -> klanten nemen iets anders zelf mee
⇒ Dreiging door concurrentie = klein

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odette_vdz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  2x  sold
  • (0)
  Add to cart