100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkeling En Esthetiek Van De Film (A000418) $4.99   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkeling En Esthetiek Van De Film (A000418)

 61 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle lessen Ontwikkeling En Esthetiek Van De Film (incl foto's). Bevat alle info die je moet kennen voor het examen :)

Preview 4 out of 57  pages

  • January 22, 2021
  • 57
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Avant-garde film en video

Les 1: Inleiding: relatie tussen beeldende kunst, film en avant-garde

Problematische relatie van film en kunst
• Medium bepaald door moderne, industriële technologie
⇒ Geen rituele oorsprong zoals andere kunsten
⇒ Heeft een (relatief) jonge geschiedenis
• Hoge kunst versus lage kunst
⇒ Schone kunsten versus populair massa-entertainment
• Film vaak geassocieerd met vertier, spektakel
• Film: nog vaak buiten curriculum opleidingen kunstgeschiedenis
⇒ Gevolg van lokale culturele omstandigheden
• Vlaanderen = lage algemene kennis van filmgeschiedenis
• Idee dat film niet bij de kunsten hoort
⇒ Vroeger op de kermis getoond, later verhuist naar bioscopen om ook hogere
klasse te lokken
• Eerste filmvertoning voor publiek: december 1895

Chronologie
• 1892-1895: uitvinding van de film
⇒ Edison, Lumière
• 1912: eerste studio’s in hollywood
⇒ standaardisatie vd filmtaal
• = classical hollywood system (einde ca 1960)
• 1923: introductie 16 mm film
• 1927: doorbraak geluidsfilm in de US (sound on film)
• 1932: Three-strip Technicolor (zwart-wit blijft dominant tot ca 1960)
• 1946: hoogtepunt hollywood
⇒ grootste aantal bezoekers in de bioscoop en grootste aantal releases
⇒ vermindert na introductie van tv en (in Amerika) suburbanisatie
• 1953: cinemascope (en andere scope-formaten)
⇒ 16:9 in plaats van academy ratio 4:3
• 1967: sony portapak video
⇒ videokunst toegankelijker (betaalbare technologie)
• ca 1987-1991: digitalisering




1

,Het begin
• Broers Lumière brengen de cinématographe uit
⇒ Organiseren vanaf eind jaren 1890 vertoningen
⇒ Snelle en grote verspreiding
• Eerste films:
⇒ La sortie des ouvriers de l’usine Lumière, 1895
• Kort (50 sec), geen montage, statisch shot
⇒ L’arrivée d’un train en gare de la ciotat, 1895
• Ontpoppen zich hier tot ‘ware filmers’
• Hoogtepunt van de filmgeschiedenis
⇒ Omdat ze perfect aantonen wat de mogelijkheden van het media film
waren die andere media niet hadden
• Interessante camerapositie: niet frontaal maar diagonaal
⇒ Lijfelijker bij betrokken
⇒ Beweging van ver naar dicht, trein steekt kijker voorbij
⇒ Repas de bébé, 1895
• Populaire film: publiek was vooral onder de indruk van bewegende struiken
in de achtergrond
⇒ Film in staat kleinste accidentele details te laten zien
• Belangrijk in de geschiedenis van het modernisme
• Grote afiniteit met de beeldende kunsten zichtbaar in hun films
⇒ Composities, enscenering
• Film ontstaat op het moment van de doorbraak van het modernisme in de kunsten
⇒ Schilderkunst niet langer verhalend
• Directe, momentale indrukken, spontane impressies, etc
• Wil een louter picturaal verhaal vertellen (denk aan cezanne, monet)
• Film neemt verhalende rol over
• Vroege of “primitieve” film
⇒ Grote aantrekkingskracht op avant-garde film
• Veel filmmakers grijpen hierop terug
⇒ Bv. Ken Jacobs en Peter Delpeut
⇒ Alternatief model voor klassieke niet-narratieve film

Rond WOI: ontwikkeling van de “klassieke” filmtaal
• Geconsolideerd met doorbraak geluidsfilm
• Standaardlengte van langspeelfilm
⇒ Manier waarop film in elkaar wordt gestoken, formaat en lengte
⇒ Belangrijke rol: David Wark Griffith
• Zijn technieken worden vandaag nog gebruikt
⇒ Film opgebouwd uit scenes, opgebouwd uit shots die vanuit bepaalde
regels gemaakt worden



2

, • Mastershot, mediumshot fig a, mediumshot fig b, closup fig b,...
• Handelskenmerk: de last-minute rescue
• Klassieke film
⇒ In kaart gebracht door Bordwell, Thompson en Staiger
• Kenmerken van de klassieke film ih algemeen samenbrengen
⇒ Klassieke verhaalstructuur
• Enigma dat opgelost moet worden
• Evenwicht dat hersteld moet worden
• Oorzaak-gevolg-relatie
• Belang van romantische heteroseksuele koppel
• Verhaal opgebouwd rond personages
• Personages met persoonlijke trekken
• Psychologische motivatie
• Identificatie met de kijker
⇒ Kenmerken van klassieke film
• Belang van temporele en ruimtelijke coherentie
⇒ Continuity editing
• Shots die opvolgen en zo associeren
⇒ Elipsen
⇒ Montage is onzichtbaar
⇒ 180°-regel
⇒ typische manier van opbouwen van scène
• establishing shot
• closer shots
⇒ match on action
⇒ eyeline match
• Klassieke hollywood systeem (ca 1914/1930 – ca 1950)
⇒ Specifiek productie-, distributie- en consumptiesysteem
⇒ 8 studios brengen 95% van de films uit
• brengen wekelijks uit
⇒ Massapubliek

Film: ultieme kunstvorm van de twintigste eeuw
• Zorgt voor interessante historische informatie over de 20ste eeuw
• Ca 1995: idee van de dood van de film, “post-cinema”
⇒ Nieuwe vormen van visueel entertainment
⇒ Nieuwe vormen van distributie en consumptie
⇒ Digitalisering
⇒ Collectief kijken verdwijnt, belang van film vermindert
• In de twintigste eeuw:




3

, ⇒ Film ontwikkelt zich als nieuwe (hoge) kunstvorm (naast entertainment en
spektakel)
⇒ Vele andere artistieke disciplines ondenkbaar zonder film
• Schilderkunst, literatuur, architectuur, .... geïnspireerd door nieuwigheden in
de film
⇒ Filmische ervaring in de schilderkunst
• Bv versnipperde licht, transparante ruimte, mobilisering vd blik
• Reeds vroeg pogingen om film artistieke status te verlenen
⇒ Le Film d’Art, 1908-1919
• Productiemaatschappij in Frankrijk, wouden artistiek waardevolle films
uitbrengen
• Gekenmerkt door acteurs uit de theaterwereld, mooie sets, scenario’s
geschreven door belangrijke schrijvers
⇒ Artistieke zit in het “pre-filmische”
⇒ Geen poging om moderne film te maken
• Bv Le Reour d’Ulysse, 1908
⇒ Erfenis van de 19de eeuwse literatuur

Na WOI
• Moderne kunststromingen zoals expressionisme: impact op film
• Expressionistische film in Duitsland ca 1919-1926
⇒ Bv Das Cabinet des Dr. Caligari, 1919
• Expressionistisch: acteerstijl, decors => niet de manier waarop het gefilmd is!
• Eigenlijk gefilmd expressionistisch theater ipv expressionistische film
⇒ Die Nibelungen, Fritz Lang, 1926
• Gaat echt met het licht werken
• Volledig in studio opgenomen (alles geconstrueerd)
• Sovjet-cinema: Sergei M. Eisenstein
⇒ Avant-garde + bioscoopfilm
⇒ Staking, 1924
• Heel grafisch karakter
⇒ Pantserkruiser Potemkin, 1925
⇒ Montage is essentie in sovjet
⇒ Eisenstein:
• Theaterstuk of film: film als montage van attracties
⇒ Reek zintuigelijke en psychologische shocks
⇒ Niet organische montage (niet weggemoffeld)
• Term ontleend aan cultuur van populair entertainment
⇒ Bv roetssbaan of roller coaster
• Illusionistische absorptie van de kijker vermijden: vervreemdingseffect
• Belang van shocks: essentie van moderniteit



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odette_vdz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.99
  • (0)
  Add to cart