100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van het boek ABCDE voor verpleegkundigen, voor de keuzecursus Vitaal Bedreigd $10.82   Add to cart

Summary

Samenvatting van het boek ABCDE voor verpleegkundigen, voor de keuzecursus Vitaal Bedreigd

 85 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek ABCDE voor verpleegkundigen, voor de keuzecursus Vitaal Bedreigd op Hogeschool Utrecht. Het gehele boek is samengevat.

Preview 4 out of 43  pages

  • Yes
  • January 23, 2021
  • 43
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting boek: ABCDE voor verpleegkundigen
Primary survey en de A (Airway)
Een vrije luchtweg kan bedreigd worden door onder andere:
- Corpus alienum: vreemd voorwerp in het lichaam
- Bloed, braaksel of slijm in de mond of bovenste luchtweg
- Zwelling van de trachea, tong of lippen (anafylaxie)
- Trauma van het aangezicht of de luchtpijp (trachea)
- Verminderd bewustzijn waardoor de tong naar achteren zakt ( breng mayotube in)




Bij een trauma patiënt is stabilisatie van de cervicale wervelkolom (CWK) essentieel. Deze
moet beschermd worden totdat letsel is uitgesloten doormiddel van een CT-scan.
- Bij kinderen moet er buiten een CT-scan ook een neurologisch onderzoek worden
uitgevoerd.
Bij patiënten met een verlaagd bewustzijnsniveau kan de tong naar achteren vallen waardoor
de ademweg wordt afgesloten, hiervoor kan de: head tilt/ chin lift manoeuvre of jaw-thrust
manoeuvre worden uitgevoerd. Bestudeer het boek voor uitleg van deze manoeuvres.
Een orofaryngeale luchtweg (Guedel- of Mayo-tube) is geïndiceerd om tongobstructie door
een naar achteren gevallen tong op te heffen bij een bewusteloze patiënt, let op dat de tong
niet naar achteren wordt gedrukt bij het inbrengen hiervan. De maat van de Mayo-tube wordt
bepaald door te meten vanaf de oorlel tot de mondhoek.
Een nasofaryngeale luchtweg kent dezelfde indicaties als de orofaryngeale variant, maar
verdient bij wakkere patiënten de voorkeur omdat deze beter wordt verdragen, ook is de
kans op braken kleiner. De nasofaryngeale luchtweg wordt door een van de neusgaten
ingebracht en voorzichtig tot in de keelholte geschoven.
Een larynxmasker (laryngeal mask airway of LMA) wordt gebruikt wanneer een patiënt
moeilijke luchtwegen heeft en als de endotracheale intubatie of beademing met een
maskerballon niet lukt. Dit biedt echter geen definitieve luchtweg.
Multilumen-oesofagusluchtweg, een kunstmatige luchtweg die via de slokdarm (oesophagus)
wordt ingebracht. Een van de poorten staat in verbinding met de oesophagus en de andere
met de luchtweg.


1

,De larynxtube (laryngeal tube airway of LTA) is een extraglottische luchtweg die dezelfde
mogelijkheden biedt als het larynxmasker om patiënten succesvol te beademen. Dit is geen
definitieve luchtweg.
Intubatie is het inbrengen van een endotracheale buis in de luchtpijp, via deze buis wordt er
beademd.
Er zijn drie typen definitieve luchtwegen:
- Orotracheale tube  via de mond ingebrachte tube
- Nasotracheale tube  via de neus ingebrachte tube
- Chirurgische luchtwegen  cricothyroidotomie of tracheostomie
Criteria voor intuberen:
- Ademstilstand
- Geen andere mogelijkheid om een open luchtweg te houden
- Bedreiging van de luchtweg, bijvoorbeeld na inhalatietrauma, of bij aanhoudende
epilepsie
- Comateuze traumapatiënten
- Onvoldoende oxygenatie ondanks maximale zuurstoftoediening via een
zuurstofmasker
- Noodzaak om de longen te beschermen tegen aspiratie van bloed of braaksel
Van een luchtwegobstructie wordt gesproken wanneer de luchtweg gedeeltelijk of volledig
afgesloten is, oorzaken:
- Corpus alienum: vreemd voorwerp. Dit kan een gedeeltelijke of een volledige
obstructie zijn voor de luchtweg. De behandeling bestaat uit het verwijderen van het
corpus alienum.
- Epiglottis: een ontsteking van het strottenklepje. Het wordt veroorzaakt door een
infectie met de bacterie Haemophilus influenzae en veroorzaakt een ernstige zwelling
van het strottenhoofdklepje (de epiglottis). Het komt het meeste voor bij kinderen
tussen de 1 en 6, maar kan bij alle leeftijden voorkomen. Het ziektebeeld begint
doorgaans acuut met hoge koorts, keelpijn en inspiratoire stridor. Patiënten willen
meestal niet praten, slikken of drinken. Het is belangrijk dat de patiënt met spoed
geïntubeerd wordt, omdat de luchtweg ernstig bedreigd is.
- Angio-oedeem: een zwelling van de huid of slijmvliezen. Het gaat vaak gepaard
samen met galbulten (urticaria), maar kan ook zonder optreden. De oorzaak is
meestal een allergie of overgevoeligheid van medicatie. Medicatie gerelateerd angio-
oedeem kan ook optreden wanneer patiënten de medicijnen al langere tijd gebruiken.
Ernstig angio-oedeem wordt behandeld met adrenaline (IM-toediening),
antihistaminica en corticosteroïden. Bij bedreiging van de luchtweg intuberen
overwegen.
Ademgeluiden bij een gedeeltelijke luchtwegobstructie. Bij een gedeeltelijke
luchtwegobstructie wordt minder lucht verplaatst. Soms zijn hierbij afwijkende geluiden
waarneembaar:
- Stridor: dit kan zowel bij de inademing (inspiratoire stridor) als bij de uitademing
(expiratoire stridor) aanwezig zijn en is een teken van een obstructie in de larynx (het
strottenhoofd), de trachea of de hoofdbronchiën.
- Snurken: dit is een teken van een naar achteren gezakte tong, vaak bij een patiënt
met een verminderd bewustzijn.
- Rochelen: rochelende geluiden komen voor bij slijm in de keelholte of bovenste
luchtwegen.
- Heesheid: (dysfonie) kan wijzen op een vernauwde larynx.
Bij een patiënt met een complete obstructie die nog wel probeert adem te halen, treedt een
zogenoemde see-saw-ademhaling op. Bij inademing  wordt de borstkas naar

2

,binnengetrokken terwijl de buik uitzet, het tegenovergestelde bij de uitademing. Ook worden
er hulpademhalingsspieren gebruikt.
Men spreekt van een bedreigde Airway wanneer de kans bestaat dat op een korte termijn
geen adequate luchtverplaatsing door de mond, neus, keel en bovenste luchtweg mogelijk
zal zijn:
- Afwijkende ademhalingsgeluiden: dit duidt op een mogelijke obstructie van de
luchtweg,
- Misselijkheid: een teken dat de patiënt kan gaan braken waardoor een
luchtwegprobleem dreigt te ontstaan.
- Niet reageren op aanspreken: hierbij zijn de slikreflexen mogelijk bedreigd en bestaat
een verhoogde kans op aspiratie (verslikken).
- Inhalatieletsel: verbranding van de mond en/ of luchtwegen. Dit kan leiden tot
oedeem (zwelling) van de bovenste luchtwegen.
Bij patiënten met ernstig hoofdletsel die een veranderend bewustzijnsniveau hebben of een
score op de Glascow Coma Scale (GCS) van lager dan 9, moet doorgaans een definitieve
luchtweg worden aangelegd.
Het stabiliseren van de wervelkolom dient voor het aanspreken van de patiënt plaats te
vinden, omdat de patiënt mogelijk de neiging zal hebben om zijn hoofd te draaien wanneer
hij wordt aangesproken.


B (Breathing)
Wanneer de ademhaling stopt, daalt het zuurstofniveau in het lichaam snel. Dit heeft tot
gevolg dat veel belangrijke processen in het lichaam niet langer plaats kunnen vinden.
Na inademen van de omgevingslucht wordt zuurstof opgenomen door de alveoli. Voordat
ingeademde zuurstof beschikbaar is voor metabole processen in het lichaam moet de weg
door de longen naar de cellen worden afgelegd.
Dit gebeurt hoofdzakelijk in drie stappen:
1. Gasuitwisseling tussen de alveoli en het bloed.
2. Transport door het bloed naar de verschillende weefsels.
3. Introductie in de interstitiële weefsels gevolgd door opname in de cellen.




3

, De alveoli worden omringd dor een kluwen van capillairen (haarvaten). Door diffusie
verplaatsen de zuurstofmoleculen zich naar deze capillairen. Eenmaal binnen de capillairen
binden zuurstofmoleculen zich aan hemoglobine (Hb). Hemoglobine bevindt zich in de
erytrocyten van het bloed. Vervolgens verspreiden de erytrocyten met zuurstof zich over het
lichaam en kan zuurstof worden afgestaan aan de diverse lichaamscellen. De mate waarin
zuurstof in het bloed wordt opgenomen, wordt bepaald door:
- Ventilatie: de luchtwegverplaatsing in de alveoli.
- Diffusie: de mogelijkheid tot gasuitwisseling vanuit longblaasjes naar het bloed en
vice versa.
- Perfusie: de doorbloeding van de longblaasjes.
Oxygenatie: de opname van zuurstof in het bloed.
Ventilatie:
De longen vullen samen met het hart de borstholte en zijn gescheiden van de buikorganen
door het diafragma, de belangrijkste ademhalingsspier. De borstwand en de longen zijn
beide bekleed met pleurabladen. Daartussen ligt de pleuraholte, die luchtdicht is. De long is
een elastisch orgaan en heeft de neiging om naar zijn oorspronkelijke kleinere volume terug
te keren door:
- Het terugveren van de weefsels (compliantie).
- De oppervlaktespanning van het waterlaagje dat de luchtwegen en longblaasjes
bekleedt (recoilkrachten).
Hierdoor trekt de long de borstwand mee naar binnen waardoor een negatieve druk in de
pleuraholte ontstaat. Tijdens het aanspannen van het diafragma en de externe
intercostaalspieren (deze spieren trekken de ribben naar boven en naar voren), wordt het
volume van de borstholte groter waardoor de druk in de pleuraholte negatiever wordt.
Hierdoor wordt de long mee naar buiten gezogen en ontstaat een negatieve druk in de
longblaasjes ten opzichte van de druk in de mond. Door dit drukverschil gaat er lucht
stromen van de mond naar de longblaasjes: de inademing. De ingeademde lucht stroomt de
longen in op basis van drukverschillen. Vanaf de laatste toevoerende luchtwegen, de
bronchioli terminales, is het drukverschil zo laag dat de luchtstroomsnelheid daalt tot nul.
Duffusie:
Het gastransport vindt in het terminale gedeelte van de luchtwegen (bronchioli en alveoli)
niet meer plaats op basis van drukverschillen, maar op basis van concentratieverschillen
(van hoge naar lage concentratie). Dit mechanisme van transport wordt diffusie genoemd.
Ook de gasuitwisseling tussen longblaasjes en bloed vindt plaats door middel van diffusie.
Uit de diffusiewet van Fick volgt dat diffusie sneller gaat bij:
- Een groot oppervlak.
- Een kleine afstand.
- Grote concentratieverschillen.
- De eigenschappen van het gas (CO2 diffundeert 20 keer zo snel door het alveoli-
capillaire membraan als zuurstof).
Het zuurstoftransport (diffusie) in de longen kan verstoord zijn door:
- Slijmvorming bij een longontsteking (pneumonie)
- Longoedeem bij links decompensatio cordis.
- ARDS (Adult Respiratory Distress Syndrome): hierbij slaan eiwitten neer in het
alveolaire membraan.
Aandoeningen zoals longemfyseem verkleinen de oppervlakte van het respiratoire
membraan, hierdoor is minder gasuitwisseling mogelijk.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberbouter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.82  3x  sold
  • (0)
  Add to cart