100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting IRW $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting IRW

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Notities van de les aangevuld met de handboek

Preview 4 out of 50  pages

  • Yes
  • January 23, 2021
  • 50
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
INLEIDING TOT DE RECHTSWETENSCHAP
AFDELING 5: Rechtssubjecten, rechtsobjecten, rechtsfeiten en rechtshandelingen


Hoofdstuk 1: Rechtssubjecten
1. Rechtssubject: natuurlijke persoon
a) Rechtsbekwaamheid
 Rechtsbekwaamheid betreft het vermogen rechten en plichten te hebben
 Rechtssubjecten zijn rechtsbekwaam (stelregel: elke persoon is volledig
rechtsbekwaam)
 Wie is een rechtssubject?
- Twee soorten personen: natuurlijke personen (mensen die door de natuur zijn
gemaakt, die ook rechtsbekwaam zijn) en rechtspersonen (ook
rechtsbekwaam, enkel in.
- Natuurlijke personen
- Ongeboren vrucht (foetus) is al beschermd tegen opzettelijk doden (regeling
vruchtafdrijving)
o Vroeger ook slavernij
o Burgerlijke dood (het vermogen om rechten en plichten te hebben
verliezen, als een sanctie)
- Vruchtafdrijving
o Criminalisering – bekijken van het strafrechtelijke sancties
o Voorwaarden tot de 12de week:
1)Vaste wil van vrouw
2)Tussenkomst arts
3)Wachttermijn van 6 dagen
o Na 12de week
- Ernstig gevaar voor gezondheid/kwaal foetus
- Tweede arts
- Ernstig gevaar voor gezondheid/kwaal foetus
o Beperkte retroactiviteit is mogelijk (infans conceptus pro nato habeteur,
quoties de commodo eius agitur)  als het in het belang van het kind is
o VB: een verwekt kind van wie zijn vader sterft, er wordt rekening
gehouden met het nog niet geboren kind

1

, o Voorwaarden:
1) Kind moet verwerkt zijn op moment van ogenblijk dat op een recht
aanspraak wordt gemaakt (art. 326 BW)
2) Kind moet levend en levensvatbaar geboren zijn
3) Het moet gaan om gaan om belangen van het kind (bijvoorbeeld art.
721, 1 lid en 906 BW)
- Einde van de rechtsbekwaamheid
o Overlijden = einde van persoonlijkheid
o Wat met lijk?
1) Geen gewoon roerend goed
2) Buiten de handel
3) Geen deel van nalatenschap
o Rechtshandelingen met gevolgen na overlijden
 Art. 328, tweede lid BW: de erkenning van een overleden kind
 Art. XX.237, lid 3 WER: de faillietverklaring of rehabilitatie is
mogelijk na het overlijden van de gefailleerde
 Art. XI. 174 WER: portretten zonder toestemming van de
rechtverkrijgenden van de overledene gedurende 20 jaar na
overlijden niet mogen worden gereproduceerd of aan het publiek
worden meegedeeld
 Art. XI. 166 WER: het auteursrecht blijft zeventig jaar na
overlijden bestaan ten voordele van de persoon die de
overledene daartoe bij leven heeft aangewezen of, indien dat niet
is gebeurd, ten voordele van zijn erfgenamen
o Levenstestament (wat moet met lichaam gebeuren met dood)
 Staat van de natuurlijke personen
- Geheel van hoedanigheden en eigenschappen van de persoon waaraan de wet
rechtsgevolgen verbindt en die zijn rechtstoestand in de politieke gemeenschap,
in familie en gezin, als enkeling en op sociaal gebied bepaalt (vaak
onveranderbaar)
- Staat van de persoon is:
a) Wettelijk bepaalt
b) Onverjaarbaar


2

, c) Onverhandelbaar
o Overeenkomsten zijn NIETIG
o Staat van de persoon:
i) Politieke staat (nationaliteit)
o Staatburgers en vreemdelingen (stemrecht, actief en passief)
o Principiële gelijkheid Belgen en vreemdelingen (art. 191 GW + art. 5
BW)
 Niet-bevoorrechte vreemdelingen: zo geniet hij, naast de
grondwettelijk gewaarborgde vrijheden, de
persoonlijkheidsrechten, de familiale rechten, het recht om
contracten te sluiten, het recht om goederen te verwerven en te
vervreemden en het recht om in rechte op te treden.
 Bevoorrechte vreemdelingen: een vreemdeling die gemachtigd
is zich in het Rijk te vestigen en die in het bevolkingsregister is
ingeschreven, heeft het genot van alle aan de Belgen verleende
rechten zolang hij in België verblijf houdt (art. 5, tweede lid
Oud BW), zonder uitzondering. Om zich in België te vestigen
moet een vreemdeling een machtiging verkrijgen van de
minister van Justitie (of zijn gemachtigde) (art. 14-15 Wet 15
december 1980).
ii) Individuele staat (naam, ouderdom, geslacht, geesttoestand, woonplaats)
iii) Familiale staat (gehuwd, gescheiden, samenwonend, weduwe,
(aan)verwantschap)
iv) Woonplaats (burgerlijk, gerechtelijk, publiekrechtelijk, etc.)
o Woonplaats in het burgerlijk recht: centrum van belangen in
tegenstelling tot verblijfplaats (de verblijfplaats is de plaats waar een
persoon feitelijk woont, maar zonder het inzicht om op die plaats zijn
rechten uit te oefenen en zijn verplichtingen na te komen)
o Woonplaats in het Gerechtelijk Wetboek: plaats van inschrijving in
bevolkingsregister (art. 36 Ger. W.)
o Publiekrecht: plaats van inschrijving in bevolkingsregister




3

,  Persoonlijkheidsrechten
- Bescherming van persoonswaarden (lichamelijke, psychische en morele
aspecten van persoon)
- Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen titularis van
persoonlijkheidsrechten zijn (een rechtspersoon heeft bijvoorbeeld geen
beeltenis en is dus evenmin titularis van enig recht op afbeelding ter
bescherming daarvan)
- Ieder individu beschikt over een aantal persoonlijkheidsrechten. Dat zijn
subjectieve rechten die ieder individu, door de enkele omstandigheid van zijn
persoon, tegenover eenieder kan doen gelden en die ertoe strekken zijn fysieke,
psychische en morele integriteit te beschermen
- De persoonlijkheidsrechten hebben steeds een specifieke persoonswaarde tot
voorwerp (bv. naam, beeltenis, stem, ...). Op basis van zijn
persoonlijkheidsrecht kan het individu dan het gebruik van die
persoonlijkheidsattributen aan derden toestaan (bv. in een sponsoringcontract)
of verbieden.
- Kenmerken:
a) Universeel (zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen titularis
van persoonlijkheidsrechten zijn)
b) Extra-patrimoniale rechten (het is immers zo nauw verbonden aan het
individu zelf dat het ontsnapt aan de economische mechanismen  als niet
in geld waardeerbare rechten maken persoonlijkheidsrechten geen deel uit
van het vermogen van het individu, maar bepaalde persoonswaarden
kunnen dan ook als voorwerp van een overeenkomst fungeren in de mate
dat het individu er niet op definitieve wijze over beschikt of zichzelf het
gebruik ervan ontzegt)
c) Buiten de handel – onoverdraagbaar
d) Niet in geld waardeerbaar
e) Onverjaarbaar
f) Absoluut, doch niet onbeperkt
o Sleutelrol in rechtspraak en rechtsleer (sommige in GW)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inadonvil. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06
  • (0)
  Add to cart