100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leerdoelen formeel strafrecht K2 $5.37
Add to cart

Summary

Samenvatting leerdoelen formeel strafrecht K2

 19 views  0 purchase
  • Module
  • Institution

leerdoelen uit het competentie boek uitgewerkt en samengevat

Preview 2 out of 8  pages

  • January 23, 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Leerdoelen formeel strafrecht K2
Leerdoelen week 1
Na bestudering van dit onderwerp kan de student:
 De bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafprocesrecht toelichten;
Bronnen formeel strafrecht:
- Wetboek van Strafvordering
- Beginselen van behoorlijke procesorde
- Bijzondere wetten
Uitgangspunten formeel strafrecht:
- Belang gemeenschap, instrumentele functie
- Belang verdachte, rechtsbescherming
Doelen formeel strafrecht:
- Het formeel strafrecht is gericht op de verwezenlijking van het materiele strafrecht 
procedures + bevoegdheden om normafwijkend gedrag daadwerkelijk aan te pakken.
- Normeren (begrenzen) van overheidsmacht  strafvordering normen geven inhoud
aan recht op eerlijk proces
Beginselen van het strafprocesrecht:
- Beginselen van behoorlijke procesorde
 De betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit beginsel
zijn neerslag vindt in de wet toelichten;
Artikel 1 Wetboek van Strafvordering
‘’Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’’
Dit houdt in dat strafvordering alleen plaats kan vinden als hiervoor een bevoegdheid is
gegeven uit de formele wetgeving.
 Uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft en
anderzijds een element van rechtsbescherming in zich draagt;
Instrumentele functie: de bevoegdheden worden gecreëerd om binnen bepaalde lijnen
tegen burgers op te treden en vormen een uitzondering voor hetgeen wat voor burgers
verboden is.
Rechtsbescherming: gedeelte van de overheid mogen niet handelen buiten de gestelde
lijnen die zijn vastgelegd in de formele wetgeving.
 Het belang van artikel 3 Politiewet/ art. 141, 142 Sv voor de opsporing toelichten en een
verband leggen met artikel 1 Wetboek van Strafvordering.
Artikel 3 politiewet: de politie heeft taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en
in overeenstemming met de geldende rechtsregel te zorgen voor de daadwerkelijke
handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
Artikel 141 Sv: in dit artikel is vastgelegd wie de bevoegdheid hebben tot opsporing van
strafbare feiten. Buiten de genoemde instanties in artikel 141 Sv, is dus verder niemand
voor de opsporing van strafbare feiten.
Artikel 142 Sv: voor dit artikel geldt hetzelfde als genoemd bij artikel 141 Sv. in dit artikel
is vastgelegd wie er bevoegd zijn voor de opsporing van strafbare feiten als
buitengewoon opsporingsambtenaar. Verder wordt vermeld hoe deze bevoegdheid wordt
verstrekt.


Leerdoelen week 2

 De verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek – het
opsporingsonderzoek en het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het
strafproces als geheel toelichten;

, Voorbereidend onderzoek: voordat een strafrechter in Nederland een strafzaak gaat
berechten, vindt er eerst een feitenonderzoek plaats door opsporingsambtenaren of
onderzoeksrechters, artikel 132 Sv
Opsporingsonderzoek, art. 132a Sv: opsporing is gericht op waarheidsvinding.
Onderzoek door de Rechter-commissaris: de RC is een rechter die optreedt voorafgaand
aan de daadwerkelijke zitting, de rechter in het vooronderzoek. De RC is bevoegd tot het
verrichten van onderzoekhandelingen. De RC is ook de aangewezen persoon om
bijzondere getuigen te horen. De RC houdt een oogje in het zeil en moet in sommige
gevallen toestemming verlenen.
 Uitleggen hoe een opsporingsonderzoek kan starten, daarbinnen verschillende
opsporingsmethoden herkennen en deze toetsen aan artikel 1 Wetboek van
Strafvordering;
Bijzondere opsporingsbevoegdheden zijn op het nemen van strafvorderlijke beslissingen
gerichte activiteiten ondernomen naar aanleiding van:
1. Het redelijk vermoeden dat er een strafbaar feit is begaan
2. Het redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden
beraamd of gepleegd
3. Aanwijzingen van een terroristisch misdrijf.
Opsporing vindt volgens artikel 1 Sv plaats op wijze bij de wet voorzien.
Opsporingsbevoegdheden kunnen invloed hebben op de fundamentele vrijheden van de
verdachte. Daardoor moeten opsporingsbevoegdheden voortvloeien uit specifieke
wettelijke bepalingen.
 Artikel 126G Sv: vanaf dit artikel worden de bijzondere opsporingsbevoegdheden
genoemd.
 Onderscheid maken in verdenkingscriteria voor de ‘klassieke criminaliteit’ en voor de
georganiseerde criminaliteit waar het de bijzondere opsporingsbevoegdheden betreft;
Bijzondere opsporingsbevoegdheden: opsporingsbevoegdheden die (veelal) een ernstige
inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de onderzochte personen. De wet
bestaat uit drie domeinen:
Domein I: artikel 126G-126NI Sv. Deze bevoegdheden kunnen worden ingezet bij de
verdenking van een reeds begaan strafbaar feit.
Domein II: regelt het onderzoek naar georganiseerde verbanden die worden vermoed
crimineel te zijn, omdat daarin ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. Artikel
1260 Sv.
Domein III: heeft betrekking op de opsporing en vervolging van misdrijven met een
terroristisch oogmerk. Er moet wel al sprake zijn van een verdenkingscriterium.
Georganiseerd verband: het moet gaan om een twee of meer personen die ten minste
een gemeenschappelijk doel hebben. Tevens moet er een continuïteit binnen dat verband
ontstaan. Een georganiseerd verband bestaat uit:
- Twee of meer personen
- Met ten minste een gemeenschappelijk doel
- Met een zekere continuïteit.
 De rol, de positie en de taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris in het
vooronderzoek toelichten; ook m.b.t. de regeling voor bedreigde getuigen;
Taken rechter-commissaris:
- Toezicht houden over de opsporingsbevoegdheden doe de politie en OvJ gebruiken
in het kader van het onderzoek.
- De RC is bevoegd voor tot het nemen van onderzoekshandelingen.
 De rechten van een verdachte, met name rondom diens verhoor, toelichten en toepassen
aan de hand van een casus;
Recht op rechtsbijstand, artikel 18 Grondwet
Zwijgrecht, artikel 29 Sv
 Rol, positie, taken en bevoegdheden van de raadsman toelichten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jesjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.37
  • (0)
Add to cart
Added